Door Willy van Strien - Foto: Naturalis Biodiversity Center - 27-11-2021
Koraalonderzoeker Bert Hoeksema in zijn natuurlijke habitat tijdens veldwerk op Curaçao: ‘Ik schaam me niet voor publicaties over waarnemingen.’
Tropische koraalriffen zijn complexe levensgemeenschappen die zelfs een ervaren marien bioloog als Bert Hoeksema blijven verrassen. Ze staan onder druk, en herstel is haast onmogelijk.
‘Een aantal keren heb ik koraal voor mijn ogen zien verbleken. Daar was het me niet om begonnen, maar je organiseert een expeditie, duikt op een uitgekozen plek om een koraalrif te bekijken en dan is het verblekingsproces soms net gaande.’ Dat tropische koraalriffen aangetast worden door klimaatverandering, vervuiling, visserij, handel en invasieve soorten kan Bert Hoeksema, senior onderzoeker bij Naturalis, natuurlijk niet ontgaan. Maar het ontmoedigt hem niet om te blijven doen wat hij al doet vanaf 1982: inventariseren wat er op koraalriffen leeft, met name rond de Nederlandse Cariben en in Indonesië. Hoeksema hield op 16 november zijn inaugurele rede als honorair hoogleraar met leeropdracht tropische mariene biodiversiteit in Groningen.
Wormen
‘We hadden de indruk dat koraalriffen zeer rijk zijn aan soorten, maar we kennen die nog nauwelijks. Ik ben verbaasd over het aantal nieuwe ontdekkingen dat we er steeds weer doen. Ik duik bijvoorbeeld al tientallen jaren bij Curaçao, maar vond de laatste keer ineens wormen die me nooit eerder waren opgevallen. Ze zaten overal. Heb ik die wormen nou altijd over het hoofd gezien, of zijn ze pas kortgeleden verschenen? Waarschijnlijk het eerste, maar zeker weten we het niet.’
Op de middelbare school wist Hoeksema al dat hij mariene biologie wilde doen en schreef zich daarom in voor de biologiestudie in Groningen. ‘Maar het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie in Leiden, voorloper van Naturalis, trok me ook. Daar deed ik mijn laatste onderzoekstage en ik kon er blijven om te promoveren. Daartoe deed ik veldwerk in Indonesië. Ik werkte daarna als postdoc in Washington en opnieuw in Indonesië, en werd in 1998 vast aangesteld bij Naturalis. Het is leuk om nu terug te keren in Groningen, waar ik ook ben opgegroeid, en daar onderwijs te geven en studenten te begeleiden, een dag per week.’
‘Ik ben vooral geïnteresseerd in ongewervelde dieren die niet wegzwemmen’
Hoeksema organiseert regelmatig expedities voor collega’s en studenten. Het gezelschap trekt er dan met kleine bootjes op uit. ‘Koraalriffen bevinden zich in ondiep water vlak bij de kust, dus we hebben geen groot onderzoeksschip nodig. Het doel van de expedities is niet zozeer, zoals vroeger, om zo veel mogelijk materiaal voor museale collecties te verzamelen, maar vooral om gericht onderzoek te doen. Ik schaam me niet voor publicaties over waarnemingen. Wetenschappelijke tijdschriften met hoge impactfactor, zoals Ecology , hebben daar tegenwoordig weer belangstelling voor.’ Op de expedities gaan verschillende experts mee. ‘Vlak voordat de coronapandemie uitbrak waren we bij Bonaire, samen met iemand uit Rusland die aan roeipootkreeftjes werkte en een Italiaan die geïnteresseerd was in hydroïdpoliepen. We hielpen elkaar en dat mondde uit in gezamenlijke publicaties.’
Luifeltjes
De aandacht van Hoeksema ging oorspronkelijk uit naar paddenstoelkoralen, maar steeds meer ook naar dieren die op en in koraal leven. ‘Zulke dieren doden hun gastheer bijna nooit, maar ze dwingen die vaak wel tot een andere groeiwijze. Zo zijn er galkrabbetjes die het gastheerkoraal luifeltjes laten maken. En er is een waaierworm die zijn gastheer aanzet tot het vormen van een hoge bult; daar leeft de worm in en ‘s nachts komen de waaiers tevoorschijn waarmee hij voedsel uit het water filtert. We kijken ook naar slakken, garnalen en platwormen die aan koraal gebonden zijn, en zelfs visjes.’ Zélfs visjes? ‘Ik ben vooral geïnteresseerd in ongewervelde dieren die niet wegzwemmen. Maar ook in zeepaardjes. Zij zitten vaak op vaste plaatsen en lijken soms zo sterk op hun gastheerkoraal dat ze nauwelijks opvallen.’
Parasieten
Hoeksema wil weten welke koraalbewoners parasieten zijn en welke onschuldige commensalen. En hij vraagt zich af of parasieten die nu weinig schade aanrichten wellicht harder zullen toeslaan als het koraal waarin ze leven onder druk komt te staan van de bedreigingen, die zorgelijk zijn. Hoeksema: ‘Maar ik wil daar niet om gaan zitten kniezen. Beter is het om mensen bewust te maken van wat er allemaal op koraalriffen leeft, zodat ze het belang van bescherming inzien.’
Kunstmatige riffen
Als koraalexpert is Hoeksema betrokken bij verschillende initiatieven tot bescherming en herstel van koraalriffen. Maar voor herstel ziet hij nauwelijks mogelijkheden: ‘Kweek van koralen is te kleinschalig. Het lukt maar met enkele soorten vertakte koralen en dat zijn soorten die zichzelf makkelijk kunnen vermeerderen. Kweek heeft wel veel betekenis voor de aquariumhandel.’ En kunstmatige riffen? ‘Daar gaan verschillende experimenten over, bedoeld of onbedoeld. Zo onderzochten twee studenten onlangs bij Sint-Eustatius een oude stenen zeewering die al twee eeuwen onder water ligt. Daarop groeien koralen, maar ze vonden er minder soorten dan op het dichtstbijzijnde natuurlijke rif en minder aan koraal gebonden dieren. De stenen zijn te glad. Beter gaat het op de ruwe betonnen ‘broden’ die voor de kust van Bali zijn afgezonken: dat zijn in korte tijd ware minirifjes geworden. Leuk voor duikers, maar ook dit is te kleinschalig om verlies aan natuurlijke koraalriffen te kunnen compenseren.’