Systematisch te weinig eten naar binnen werken lijkt een wondermiddel: vrijwel alle proefdieren leven er langer en gezonder door. Niet gek dus dat vasten en vergelijkbare diëten al jaren aan terrein winnen. Maar hoe gezond is het eigenlijk om als mens hongerig en snakkend naar voedsel door het leven te gaan?

 

Ze schieten al jaren als paddenstoelen uit de grond: familieleden, bekende Nederlanders, dieetgoeroes en vooraanstaande wetenschappers die zweren bij een dieet dat in de praktijk nauwelijks vol te houden is, het vastendieet. Oftewel: alleen eten binnen een beperkt tijdsvenster, bijvoorbeeld enkel tussen 12.00 en 20.00 uur. Een automatisch en logisch gevolg is een sterke afname in de hoeveelheid ingenomen calorieën, vaak onder de dagelijks aanbevolen hoeveelheid. Voor de obese mens in de Westerse Wereld is dat natuurlijk zo gek nog niet. Toch is afvallen niet de enige drijfveer waarmee dergelijke diëten aan de man worden gebracht; ze zouden ook ouderdomsprocessen tegengaan. Maar hoe goed onderbouwd is die claim eigenlijk? In een Science-review van 19 november proberen vier Amerikaanse onderzoekers de zin en onzin van antiverouderingsdiëten op een rijtje te zetten.

 

Calorische restrictie
Allereerst: antiverouderingsdiëten komen in vele smaken, maar in de kern komt het vaak neer op een verkapte vorm van calorische restrictie. Hierbij consumeert iemand idealiter 30 procent minder dan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid calorieën, zonder dat daarbij ondervoeding optreedt. Doordat er minder energie beschikbaar is, gaat het lichaam in beschermingsmodus; het metabolisme gaat omlaag waardoor er minder dna-beschadigende radicalen vrijkomen, terwijl onderhoud aan het lichaam juist wordt opgeschroefd en vele processen in het lichaam efficiënter worden. Allemaal gunstig tegen veroudering.

 

Gunstige effecten
‘Eigenlijk weten we al sinds 1935 dat calorische restrictie bij knaagdieren allerlei gunstige effecten heeft, waaronder een langer leven’, vertelt Wilbert Vermeij, moleculair geneticus bij het Prinses Máxima Centrum in Utrecht, waar hij veroudering probeert te doorgronden van molecuul tot proefdier en mens. ‘Vervolgonderzoek in de decennia daarna bevestigen dat beeld: niet alleen ratten en muizen leven door calorische restrictie gemiddeld zo’n 30 procent langer, ook voor gist, fruitvliegen, C. elegansen apen is het levensverlengend. Tevens zien we – en dat is misschien nog wel belangrijker – dat leeftijdsgerelateerde aandoeningen zich pas op latere leeftijd aandienen. De kans op neurodegeneratie, hart- en vaatziekten en kanker vermindert veelal. Aangezien we dit bij zoveel verschillende organismen zien, is het evolutionair gezien vrijwel zeker een goed geconserveerd mechanisme.’

 

Groei onderdrukken
Dat mechanisme werkt grofweg via twee belangrijke pathways, is het huidige paradigma. De eerste is de zogeheten mTOR-pathway (mammalian target of rapamycin), een pathway die bijhoudt hoeveel aminozuren een organisme binnenkrijgt. Wanneer de toevoer van bouwstoffen ondermaats is, worden transcriptie en translatie geremd. Het andere mechanisme loopt via insuline-achtige groeifactoren, die de groei van een organisme juist onderdrukken vanuit de hormonale as. ‘Bij proefdierstudies naar calorische restrictie zie je dat deze twee nutrient sensing-pathways eigenlijk altijd veranderen en de groei onderdrukken’, legt Vermeij uit. ‘Minder en efficiëntere transcriptie en translatie betekent automatisch minder kans op fouten en meer tijd voor herstel.’



Een vastendieet kan daarbij volgens Pijl zeker helpen, mits het in het juiste jasje wordt gegoten



Barrières
Tot dusver de basis, maar hoe vertaalt proefdieronderzoek zich naar de mens? De reviewers in Science werpen in ieder geval allerlei barrières op: proefdieren leven onder pathogeenvrije condities, worden dagelijks gecontroleerd en verzorgd, krijgen een nauwkeurig vastgesteld dieet, zijn geselecteerd op snelle groei en vroegtijdig reproduceren, leven onder constante dag-nachtcycli, en ga zo maar door. Allemaal factoren die in het weerbarstige mensenleven niet opgaan.

 

‘Het zijn inderdaad reële zorgen die harde uitspraken hierover bij mensen in de weg staan’, beaamt Vermeij. ‘En je kunt bij mensen nooit eenduidig aantonen dat ze door calorische restrictie ook echt langer leven. Toch er is wel degelijk veelbelovend klinisch onderzoek dat aantoont dat proefdieronderzoek wel degelijk te vertalen is naar de mens.’

 

Progeria
Vermeij doelt hiermee mede op zijn eigen onderzoek naar progeria-syndromen, zeldzame aandoeningen waarbij kinderen versneld verouderen. ‘In ons proefdiermodel voor progeria zien we dat dieren door minder te eten wel 200 procent langer en bovendien gezonder leven – logisch, want deze dieren zijn extra gevoelig voor schade. Momenteel zijn we dit heel voorzichtig en in samenwerking met een arts en diëtist aan het vertalen naar het eerste kind met progeria. We laten haar stapje voor stapje steeds iets minder eten, en we zien nu al enorme verbeteringen in haar gezondheid. Ze kan allerlei dingen die voorheen onmogelijk waren.’

 

Ander hoopvol onderzoek van Vermeij heeft betrekking op kinderkanker. ‘Ook daarbij kijken we of kinderen tijdens een chemobehandeling gebaat zijn bij calorische restrictie. Want vergis je niet: sommige kinderen zijn twintig jaar na chemo-behandelingen fysiologisch gezien eigenlijk veertig jaar ouder. We zijn net een studie gestart waarbij we de nadelige effecten van kankerbehandelingen in kinderen proberen te voorkomen door vooraf de hoeveelheid ingenomen calorieën voorzichtig kortdurend te verlagen.’

 

Borstkanker
Hanno Pijl, internist-endocrinoloog en hoogleraar diabetologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum, heeft een vergelijkbaar onderzoek recent afgerond, maar dan bij vrouwen met borstkanker. ‘Bij hen zie je dat door calorische restrictie kankercellen gevoeliger worden voor chemo, en dat de chemo an sich ook minder toxisch wordt voor de rest van het lijf. Ook bij dieren zijn daar veel aanwijzingen voor.’

 

Hoewel Pijl ervan overtuigd is dat er bij mensen wel degelijk gunstige effecten zijn van calorische restrictie, denkt hij dat mensen in algemene zin er niet heel veel ouder door worden. ‘Bij muizen is dat echt anders. Die leven korter en hebben een hoger metabolisme; als je daar de rem op zet, zijn de effecten natuurlijk een stuk groter dan bij ons. Je wint bij mensen hooguit een paar jaar. Veel interessanter is het opstapelende bewijs dat calorische restrictie allerlei chronische aandoeningen vermindert, zoals kanker. Ouder worden is leuk, maar je wilt natuurlijk vooral gezond ouder worden.’

 

Vasten
Een vastendieet kan daarbij volgens Pijl zeker helpen, mits het in het juiste jasje wordt gegoten. Want hoewel calorische restrictie een vrij goed beschreven definitie kent, wemelt het van de diëten die het levensverlengende effect proberen na te bootsen. In de Science-review springen er twee uit, het populaire intermittent fasting en het zogeheten fasting mimicking diet (FMD). Bij die laatste variant eet iemand weliswaar nét iets minder calorieën dan dagelijks aanbevolen, maar het is vooral de samenstelling van het dieet dat ertoe doet: weinig eiwitten en koolhydraten, relatief veel vetten. Door het gebrek aan brand- en bouwstoffen ‘denkt’ het lichaam dat er gevast wordt, terwijl een persoon nog relatief veel calorieën binnenkrijgt.


‘Dat FMD-dieet is razendinteressant, want calorische restrictie is in de praktijk nauwelijks vol te houden’, vertelt Pijl. ‘We hebben net een klinisch onderzoek afgerond waarbij we mensen met diabetes type 2 elke maand vijf dagen lang op FMD hebben gezet, en dat dan voor zes cycli. Die groep hebben we vervolgens met een groep die routinezorg volgde vergeleken op allerlei verschillende factoren: bloedglucose, gewicht, bloeddruk, veranderingen van het darmmicrobioom en vetontwikkeling op plekken waar het niet hoort. We zijn nog bezig met de analyse, maar ik verwacht wel degelijk gunstige effecten. Als dat inderdaad zo is, dan kunnen we misschien langzaam richting een dieet dat wél goed vol te houden is. Mensen zijn dan immers veel vrijer in hoeveel ze mogen eten. Het volhouden van een dieet is echt de grootste hobbel, vandaar dat dit dieet ook ontwikkeld is.’

 

Gezondheidswinst
Ook de Science-reviewers zien gunstige effecten van calorische restrictie, vooral in studies bij ongezonde of zieke mensen, bijvoorbeeld bij mensen met obesitas. En dat is nogal wiedes: van calorische restrictie en vasten val je af, wat enorme gezondheidswinst oplevert. Maar verwar dit vooral niet met het effect op biologische veroudering, schrijven de Amerikanen. Er is volgens hen nog een gebrek aan betrouwbaar klinisch bewijs dat antiverouderingsdiëten ook echt levensverlengend zijn of vergelijkbare gezondheidswinst oplevert als bij laboratoriumdieren. En dat roept volgens hen wel degelijk vragen op omtrent de veiligheid en werkzaamheid.

 

Toch halen ze in hun review twee voorbeelden aan die alsnog pleiten voor de gunstige werking van calorische restrictie bij gezonde mensen. Ten eerste de inheemse bevolking van Okinawa. Van oudsher eten die structureel te weinig, zo’n 20 procent minder calorieën dan de Japanse bevolking op het vasteland. En jawel, de levensverwachting van Okinawanen is bij geboorte – in combinatie met een dieet van relatief weinig eiwitten en veel koolhydraten – de hoogste ter wereld. Ook kampen ze met relatief weinig leeftijdsgerelateerde ziekten, zoals kanker, hart- en vaatziekten en diabetes.



Het volhouden van een dieet is echt de grootste hobbel, vandaar dat dit dieet ook ontwikkeld is’



Het andere voorbeeld is het Comprehensive Assessment of Longterm Effects of Reducing Intake of Energy, ofwel Calerie; een serie klinische trials waarin zowel normaal wegende als obese individuen in perioden variërend van enkele maanden tot twee jaar een dieet met 25 procent calorische restrictie opgelegd krijgen. De uitkomsten zijn vrij eenduidig: alle proefpersonen krijgen een lager lichaamsgewicht, verbeterde insulinegevoeligheid en glucosetolerantie, en scoren lager op risicofactoren voor hart- en vaatziekten.

 


Dan toch maar het advies opvolgen van celebrity’s die zweren bij intermittent fasting? ‘Dat is moeilijk te zeggen’, vindt Pijl. ‘Er zijn echt nog een hoop vragen op dieetgebied bij gezonde mensen. Desalniettemin zou ik het heel raar vinden als we de vertragende effecten van veroudering – die we zo ongeveer bij alle onderzochte dieren zien, en die we op moleculair niveau kunnen verklaren – niet grootschalig terugzien bij mensen.’

 

Ondervoed
Vermeij van het Prinses Máxima Centrum deelt die vermoedens. ‘Maar er zitten wellicht ook wel risico’s aan verbonden. Bij calorische restrictie moet je er wel voor zorgen dat je niet ondervoed raakt; het lijkt me dus wel verstandig om altijd je vitamines en mineralen bij een vastendieet op pijl te houden. Een korte periode van minder energie is prima, maar langdurige energietekorten kunnen ook invloed hebben op andere lichaamsprocessen zoals het immuunsysteem.

 

‘Of ik zelf aan calorische restrictie doe? Veel te weinig. Af en toe een paar weken. Maar het is ook zo ontzettend moeilijk vol te houden.’