Door Steijn van Schie - Foto: Stephan Junek, Max Planck Institute for Brain Research - 07-07-2023 - Nieuws

De camouflagepatronen van de gewone zeekat (Sepia officinalis) zijn niet in beton gegoten; het afstellen van hun uiterlijk op de omgeving blijkt uiterst flexibel en verloopt bij eenzelfde achtergrond iedere keer anders, met een veelvoud aan verschillende eindresultaten en ruimte voor correctie.
Dat demonstreren biologen van het Max Planck Institute for Brain Research in Duitsland 28 juni in Nature. Eerder onderzoek suggereerde juist dat camouflagepatronen bij inktvisachtigen in grofweg drie categorieën vallen en dat er bij de totstandkoming geen feedback van de omgeving nodig is. De onderzoekers nemen camouflagegedrag op van de gewone zeekat bij natuurlijke en kunstmatige achtergronden en brengen bij meer dan 200 duizend achtergrondbeelden het proces van kleurveranderingen op celniveau in kaart. Daaruit blijkt dat er sprake is van een continu feedbacksysteem waarbij meerdere opeenvolgende foutcorrectiestappen plaatsvinden om tot het gewenste eindresultaat te komen. Uitzondering is het verdedigingsmechanisme waarbij zeekatten ‘verbleken’ om belagers af te schrikken: dat proces is altijd snel en direct. Het witte patroon is telkens nagenoeg identiek aan de eerste keer dat een zeekat zich bedreigd voelde; geheugen speelt waarschijnlijk een belangrijke rol. Om op te gaan in hun omgeving gebruiken inktvisachtigen miljoenen pigmentcellen in de huid – de zogeheten chromatoforen. Grootte en kleur van elke individuele cel worden direct gecontroleerd door het brein, waarbij de coördinatie van duizenden motorische neuronen cruciaal is om complexe visuele cues om te zetten in de verschillende huidpatronen.