
Een close-up van de op Sint Eustasius bedreigde Antillenleguaan (Iguana delicatissima). Foto: Thijs van den Burg / Nature in stock
Steeds meer reptielen reizen met hulp van de mens van over de hele wereld naar de Caribische eilanden. Concurrentie, predatie en hybridisatie bedreigen de endemische reptielen en daarmee het eilandecosysteem.
De reptielen op de Kleine Antillen, de eilandengroep in het zuidoosten van het Caribisch gebied, waartoe ook de Nederlandse eilanden behoren, staan sterk onder druk. Onder andere door invasieve klassegenoten die er niet thuishoren. Agama picticauda is de naam van nieuwste bedreiging die voor de deur staat. De nieuwe agaam, oorspronkelijk afkomstig uit Afrika ten zuiden van de Sahara, is nog niet op de Kleine Antillen beland, maar heeft wel al via Florida zijn weg gevonden naar de Britse Maagdeneilanden en de Bahama’s. Onderzoekers en natuurbeschermers waarschuwden onlangs in Animal Conservation (12 juni) voor de gevolgen wanneer hij doorreist naar de Kleine Antillen. Eerste auteur van de brief is Matthijs van den Burg, onafhankelijk onderzoeker die vanuit Nederland (en eerder vanuit Brazilië) met onder andere Wageningen Marine Research onderzoek doet op de Nederlandse bovenwindse eilanden. ‘Op de Kleine Antillen leven vijftig endemische reptielensoorten waarop deze agaam waarschijnlijk een negatief effect zal hebben’, schat Van den Burg in. ‘Doordat de agaam vrij groot is, predeert hij op kleine reptielen. Ook is de soort erg agressief, dus voor grotere inheemse soorten zal agressieve verdrukking een groot risico zijn.’
Soortenhub
De eilanden in de Cariben vormen van oudsher een biodiversiteitshotspot met veel endemische soorten. Al sinds de komst van de Europese kolonisten verdwijnen soorten in rap tempo, onder andere door de impact van geïntroduceerde niet-inheemse soorten. Met de huidige globalisering en toegenomen verkeersbewegingen tussen de eilanden onderling, is er bijna geen houden meer aan. Vooral reptielen weten de eilanden te bereiken. ‘Het gaat nogal eens om soorten die eerst naar het vasteland van Amerika zijn gehaald als huisdier’, vertelt Van den Burg. Florida ligt relatief dichtbij en dat is de grootste niet-inheemse soortenhub van de complete regio. Daar zitten zoveel soorten die er van origine niet voorkomen, dat is echt ongekend. Er zijn vooral heel veel uitheemse reptielen, daar terechtgekomen door de dierenhandel. Agama picticauda is al in de jaren zeventig uit Afrika gehaald en daar losgelaten. Dat gebeurt vaker om een bronpopulatie te houden voor de verkoop. Nu komt hij ook voor in de gebieden waar de havens zitten van waaruit de cargoschepen naar de Caribische eilanden gaan, waaronder Sint Maarten.’
Sint Maarten is voor de Nederlandse eilanden Saba en Sint Eustatius dan weer een echte hub als het om verspreiding van niet-inheemse reptielen gaat. ‘Sint Maarten heeft een relatief grote haven en groot vliegveld. Meerdere soorten uit Florida hebben al Sint Maarten bereikt. Exoten leven wijdverspreid over het eiland, en krijgen, zo lijkt het, weinig aandacht wanneer ze in de haven zitten. Veel goederen gaan via Sint Maarten naar onder andere Sint Eustatius en Saba, daar zit een van de grootste risico’s op nieuwe introducties op die andere eilanden’, aldus Van den Burg.
Homogenisering
Op de zes Caribische eilanden binnen het koninkrijk zijn alleen al sinds 2018 maar liefst zeventien nieuwe populaties van in totaal negen verschillende uitheemse reptielensoorten beschreven (zie tabel). Meerdere soorten hebben zich dus in korte tijd op verschillende eilanden gevestigd. Dit leidt tot verdere homogenisering en vervalsing van de herpetofauna, waarschuwden Van den Burg en collega’s in mei in de nieuwsbrief Kijk op exoten. Enkele exoten komen al op bijna alle eilanden voor, zoals de wormslang Indotyphlops braminus en de gekko Hemidactylus frenatus . ‘We vinden de laatste jaren behoorlijk wat uit Afrika en Azië afkomstige gekko’s’, zegt Van den Burg. ‘Het extra probleem bij gekko’s is dat sommige soorten zich parthenogenetisch kunnen voortplanten. Dus dan hoef je er maar eentje te hebben en het is potentieel al een megaprobleem.’
Uitsterven
Voor veel soorten kan slechts een inschatting worden gemaakt van wat het effect is op inheemse soorten. Bij leguanen is daarover al veel meer onderzocht. Daarvan is bekend dat uitheemse leguanen de inheemse populaties bedreigen door hybridisatie en competitie, met uitsterven tot gevolg. Zo heeft de leguanenpopulatie van Sint Maarten mogelijk hierdoor het laatste zetje gehad. Op Sint Eustatius wordt de Antillenleguaan (Iguana delicatissima) bedreigd. De voor dit eiland niet-inheemse groene leguaan (Iguana iguana) is de grootste bedreiging. ‘Het gaat vaak om leguanen van het vaste land van Latijns Amerika, die heel andere eigenschappen geëvolueerd hebben. Ze zijn vaak groter en leggen meer eieren. Dat zorgt ervoor dat ze vaker met inheemse vrouwtjes zullen paren, waardoor hun genen worden doorgegeven, en doordat de nakomelingen ook weer meer eieren leggen, wordt een populatie snel overgenomen.’ Dezelfde dreiging bestaat ook op Saba, waar een melanistische vorm van de groene leguaan voorkomt. Recente inzichten wijzen zelfs op een aparte soortstatus voor de Sabaleguaan, al steggelen taxonomen daar nog over.
Containers
Soorten komen op allerlei manieren binnen, als volwassenen die in containers kruipen, maar bijvoorbeeld ook als eieren in een plantenbak. Of de dieren invasief worden, hangt van veel factoren af. ‘Belangrijk is de kans dat een dier vanuit een container ook daadwerkelijk geschikt habitat kan bereiken. Daarom zijn er ook regels die voorschrijven dat containers in de haven geopend moeten worden, zodat soorten die eruit komen, gevangen kunnen worden.’ Maar die regels kunnen niet altijd goed worden nageleefd. Soms uit onwil, soms onmacht. ‘Een mooi voorbeeld is Dominica, dat in 2017 getroffen werd door orkaan Maria. Er kwam in korte tijd enorm veel humanitaire hulp naar het eiland, waardoor bioveiligheidsregels even overboord gingen. Tijdens dat proces is dan ook een populatie van niet-inheemse leguanen en twee soorten amfibieën geïntroduceerd.’ Na een vulkaanuitbarsting op Sint Vincent in 2021 kwam wederom een grote humanitaire operatie op gang, reden voor Van den Burg en collega’s om aan de bel te trekken in Science . ‘We wilden snel onze opgedane kennis publiceren in een hoog aangeschreven tijdschrift om een groot publiek te bereiken en zo mensen hiervoor te waarschuwen. Dat is gelukt. Of ze er ook echt iets mee kunnen doen op dat moment, moet je afwachten, maar als ze het maar in overweging nemen.’
Maar, zo benadrukt Van den Burg, de meeste introducties vinden toch plaats onder normale omstandigheden. ‘Je zou de haven op Sint Maarten zo moeten construeren dat leguanen er niet eens kunnen komen. Daar is veel geld voor nodig. Ook een constante kennisoverdracht naar havenpersoneel over nieuwe potentiële bedreigingen, zoals de agaam, is erg belangrijk.’
Dweilen
Van den Burg heeft nog heel wat wetenschappelijke vragen over het herstel van reptielenpopulaties op de eilanden, maar pleit op dit moment toch niet voor meer onderzoek. Het is immers nog dweilen met de kraan open. ‘Eigenlijk zou je al je geld in moeten zetten op tegengaan van nieuwe introducties. Pas als dat stopt, kun je onderzoeken welke factoren het herstel van die populaties in de weg zitten. Zo is de leguanenpopulatie op Sint Eustatius klein met een lage genetische diversiteit. We denken dat er misschien iets aan de hand is met de reproductiefase. Het is heel interessant en belangrijk om te weten wat daar aan de hand is, maar als je dat onderzoekt terwijl die influx van niet-inheemse leguanen doorgaat, dan verlies je waarschijnlijk alsnog die populatie.’

‘Eigenlijk zou je al je geld in moeten zetten op tegengaan van nieuwe introducties’

De exotische, oorspronkelijk Afrikaanse Agama picticauda vormt een bedreiging voor de Antillenleguaan. Foto: Lindsey
Reptielenuitsterving tast functioneren ecosysteem aan
Amerikaans onderzoek liet eerder dit jaar de gevolgen zien van uitsterving van reptielen voor het functioneren van ecosystemen in de Cariben (PNAS, 6 februari). Het verdwijnen van enkele soorten reptielen kan leiden tot groot verlies van ecosysteemdiensten die deze inheemse reptielen voorheen boden, concludeert de onderzoeker op basis van eerder uitgevoerd paleontologisch, ecologisch, evolutionair en gedragsonderzoek in het gebied. Die ecosysteemdiensten zijn onder andere zaadverspreiding, bestuiving, nutriëntenrecycling en ecosysteem-engineering. Het verdwijnen van grote herbivoren zoals reuzenschildpadden heeft bijvoorbeeld geleid tot beperkte verspreiding van plantenzaden en daarmee een beperkter verspreidingsgebied voor bepaalde planten. In de studie wordt functionele diversiteit in Caribische reptielen gekwantificeerd met behulp van functionele entiteiten (FE’s): groeperingen van soorten met vergelijkbare eigenschappen die naar verwachting vergelijkbare ecosysteemdiensten zullen leveren. Uitstervingen in afgelopen duizenden jaren tasten het aantal FE’s het ernstigst aan op kleine eilanden, die tot 67 procent van hun oorspronkelijke FE’s verliezen. Introducties van soorten herstelde op kleine eilanden de functionele rijkdom meestal niet.
Blijdorpleguanen van de leg
In het kader van de campagne SOS iguana vingen Ravon, Sint Eustatius Nationale Parken en Diergaarde Blijdorp in 2018 twee volwassen Antilliaanse groene leguanen op Sint Eustatius en brachten ze naar Rotterdam voor een fokprogramma. In 2020 bracht de dierentuin het heuglijke nieuws van de geboorte van een jong, maar daarna werd het weer stil. ‘Helaas zijn er daarna geen nakomelingen meer geweest’, bevestigt Mark de Boer, vakgroephoofd koudbloedigen van Blijdorp. ‘Dit jaar hadden we wel weer eieren, maar die bleken niet bevrucht. Met dieren uit het wild is het altijd een beetje zoeken waaraan dat ligt. We hebben goede hoop dat we komende jaren meer succes zullen hebben.’ Andere dierentuinen doen eenzelfde poging met soortgenoten van het eiland Dominica. ‘Samen met de andere dierentuinen moeten we nog bepalen welke status deze soort krijgt’, zegt De Boer. ‘Misschien krijgen ze een ark-rol, waarbij de dierentuinen een ark van Noach zijn en het idee is om ze weer uit te zetten. Maar waarschijnlijker is een insurance -rol, waarbij er een in situ-populatie achter de hand is als het op de eilanden echt helemaal misgaat.’ Voorlopig gaat er in elk geval geen leguaan op het vliegtuig naar de Cariben. ‘Zolang de problemen met verstrikking in hekwerken, de groene leguanen en de geiten op Sint Eustatius niet zijn opgelost, heeft het terugplaatsen van dieren geen zin.’

Een Antiliaanse groene leguaan in gevangenschap. Foto: Tim van Wagensveld