Na acht jaar is er weer een lezersonderzoek uitgevoerd onder de (trouwe) lezers van Bionieuws. Het merendeel van de lezers is nog steeds uiterst tevreden met de krant en de vernieuwde vormgeving valt goed in de smaak.

 

 

In de afgelopen maanden is door stagiair Sophie Plasmans een lezersonderzoek uitgevoerd onder een steekproef van de lezers. Het lezersonderzoek is ontstaan vanuit een afstudeeropdracht van de opleiding toegepaste biologie aan de HAS Hogeschool in Den Bosch en uit een vraag van de redactie. In 2013 is een lezersonderzoek uitgevoerd door Krissie Lentink, dus het was hoog tijd om opnieuw de lezerspopulatie in kaart te brengen. Een ander doel van het lezersonderzoek was inzicht krijgen in de mening van de lezers over de in 2019 vernieuwde vormgeving. Daarnaast is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de behoefte van studenten in de begeleiding bij de overgang van student naar werkende. Om de lezerspopulatie in kaart te brengen is een online enquête de deur uitgegaan met een respons van 380 deelnemers. Het kwalitatieve onderzoek met de studenten vond plaats in de vorm van semigestructureerde interviews.



LEZERSPUBLIEK

Voor Bionieuws is het interessant om te weten hoe het huidige lezerspubliek eruitziet. Hiermee kan Bionieuws inspelen op de behoefte van de lezer en daarmee het huidige lezersbestand behouden en mogelijk laten groeien. Onder de lezers ligt de man-vrouwverdeling wat verdeeld richting de man, respectievelijk 56 procent tegenover 43 procent, hoewel het aandeel vrouwelijke lezers iets is toegenomen ten opzichte van 2013 (4 procent). De leeftijdsverdeling van de Bionieuws-lezer ligt gemiddeld tussen de 30 en 55 jaar oud met een afwijking naar boven toe. Het aandeel lezers van 18 tot 30 jaar is slechts 15 procent. De meeste lezers zijn wetenschappelijk geschoold in de biologie en de sector die het meest vertegenwoordigd is, is onderwijs en onderzoek (zie grafiek). Een ander aanzienlijk deel van de lezers is gepensioneerd of werkloos. De meeste lezers lezen Bionieuws al meer dan twintig jaar, zo’n 46 procent (zie grafiek). De toename van leden lag het afgelopen jaar op 5 procent. Bionieuws ziet dit graag iets hoger, maar van deze nieuwe lezers is 92 procent onder de 29 jaar, wat een mooie tegenhanger is voor de enigszins vergrijzende lezerspopulatie. De favoriete vakgebieden waarover de Bionieuws -lezers lezen (zie grafiek) komen overeen met de vakgebieden waarin de meeste lezers werken. De algemene mening over Bionieuws wordt door 93 procent van de lezers als goed of uitstekend beoordeeld (zie grafiek).

 


 

 

 


 

 



NIEUWE VORMGEVING

In 2019 is de vormgeving aangepast met als doel de aantrekkelijkheid en leesbaarheid van de artikelen te vergroten. De korte nieuwsberichten bovenaan de pagina zijn toegevoegd, foto’s hebben de plaats ingenomen van tekstruimtes en vrijwel alle langere artikelen bevatten nu intro’s. Het overgrote deel van de lezers, ruim 60 procent, vindt deze verandering positief en daarmee de vormgeving aantrekkelijker geworden.



SOCIAL MEDIA

De huidige socialmediastrategie van Bionieuws betreft het informeren van de lezers over de recente nieuwsartikelen en het werven van nieuwe leden via het delen en liken van berichten. Het overgrote deel van de lezers is het ermee eens dat social media een geschikt medium is om informatie te delen over de nieuwsartikelen. Echter, slechts 15 procent van de leden deelt of liket de berichten op social media, en daarmee komt het doel om leden te werven via social media praktisch gezien niet tot uiting. Dit blijkt ook uit de enquête waarin 0,3 procent aangeeft lid te zijn geworden van Bionieuws via social media.

 


 

 

 


 

 



KWALITATIEF ONDERZOEK STUDENTEN

Ter verdieping van het afstudeeronderzoek is de behoefte van studenten in de begeleiding bij de overgang van student naar werkende onderzocht middels semigestructureerde interviews. Hierbij is de rol van de universiteit en Bionieuws zelf als mogelijke verbinder in het oog gehouden. Zeven studenten namen deel aan het onderzoek, variërend van bachelorstudenten in hun laatste jaar tot masterstudenten in jaar een en twee. De studenten ervaren grotendeels een hoge mate van zelfstandigheid in het vormgeven van de start van hun loopbaan, zowel uit noodzaak omdat er weinig begeleiding is als uit de behoefte en controledrang om het graag zelf te willen doen. De huidige begeleiding is vooral aanwezig in de vorm van praktische ondersteuning; het maken van een goed cv, het schrijven van een goede sollicitatiebrief en het vormgeven van een aantrekkelijk LinkedIn-profiel. Echter geven de studenten aan dat zij graag ook ondersteuning zouden willen op persoonlijk vlak maar dat de drempel hoog ligt om dit te vragen. Volgens hen zijn de meeste docenten en mentoren druk genoeg met andere zaken. De persoonlijke begeleiding zou er volgens de studenten uit kunnen zien als een-op-eencontact waarbij een op maat gemaakt plan wordt gemaakt waarin de talenten en persoonlijke doelen van de student worden meegenomen. Ook geven studenten aan dat de mogelijkheid om via docenten tot een netwerk toe te treden erg nuttig zou zijn om een goede start te kunnen maken.

 

De lezers van Bionieuws komen uit veel verschillende sectoren en vakgebieden. Zo breed als de biologie is, wordt dat vertegenwoordigd door de lezers. Hierin ligt mogelijk een kans om vakspecialisten aan studenten te koppelen en op die manier de studenten een netwerkplatform te bieden voor de loopbaanontwikkeling, de vakspecialisten aan jonge mensen te koppelen als potentieel nieuwe collega’s/medewerkers en Bionieuws te koppelen aan nieuwe jonge lezers. Zo ontstaan er nieuwe mogelijkheden op het gebied van kennisuitwisseling en een efficiëntere loopbaanontwikkeling van jonge biologen.



Zo breed als de biologie is, wordt dat vertegenwoordigd door de lezers