Door Steijn van Schie - Illustratie: ImageSelect - 31-01-2025 - Onderwijsartikel
Volgens de nieuwe, concretere kerndoelen mens en natuur moeten leerlingen onder meer specifieke celorganellen leren kennen. Illustratie: ImageSelect
De kerndoelen mens en natuur voor het primair en voortgezet onderwijs zijn oud en abstract. Daar moet met een nieuwe set geactualiseerde conceptkerndoelen verandering in komen.
Welke basiskennis over mens en natuur hoort een leerling mee te nemen van groep 8 richting de brugklas? En wat moeten leerlingen allemaal kennen en kunnen voor een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs? Het staat allemaal beschreven in de kerndoelen, de wettelijke kaders voor de kern van de onderwijsinhoud voor het primair (speciaal) en onderbouw voortgezet (speciaal) onderwijs. Maar de huidige kerndoelen uit 2006 zijn abstract en verouderd. Daarom heeft SLO, het landelijk expertisecentrum voor het curriculum, ze in opdracht van het ministerie van OCW geactualiseerd en afgelopen november als conceptkerndoelen opgeleverd aan de staatssecretaris. Wat staat leerlingen en biologieleraren straks te wachten als de nieuwe kerndoelen voor mens en natuur van kracht gaan?
Wie een blik werpt op de huidige kerndoelen voor de onderbouw moet inderdaad concluderen dat ze nogal globaal zijn. Neem bijvoorbeeld kerndoel 31: ‘De leerling leert onder andere door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu.’ Punt. Scholen beslissen vervolgens zelf hoe ze daar verder invulling aan geven, wat een diversiteit aan vakken, projecten en methoden met zich meebrengt.
‘Dat moest echt een slag concreter, want door de abstracte formulering hebben leraren nauwelijks houvast’, vertelt Thijs Goedegebure, die als curriculumontwikkelaar bij SLO meewerkte aan de actualisatie van de kerndoelen mens en natuur. ‘Bovendien is het voor leraren hierdoor niet duidelijk welke specifieke kennis een brugklasleerling zou moeten hebben, en verschilt die onderlinge kennis vaak ook flink. Door die gebrekkige aansluiting tussen primair en voortgezet onderwijs (po en vo, red.) kan een docent dus niet meteen de diepte in en moet hij eerst stof herhalen om de kennis gelijk te trekken.’ Daarom staan de kerndoelen voor po en vo nu naast elkaar op dezelfde bladzijde, zodat voorkennis en te leren stof per domein in één oogopslag te zien zijn.
Doelzin
Alle nieuwe kerndoelen zijn hetzelfde opgebouwd: ze beginnen met een relatief abstract doel, dat telkens in drie stappen concreter wordt. Zo start het domein Mens en levende systemen (voor vo) met de doelzin: ‘De leerling toont inzicht in de bouw, werking en gebruik van bacteriën, schimmels, planten en dieren en verkent de diversiteit aan organismen.’ Daarna volgt een concretere opsomming onder het kopje ‘Het gaat hierbij om’. Daar staat bijvoorbeeld dat leerlingen onder meer de bouw en basale functie van cellen en celorganellen moeten kunnen beschrijven. Tot slot volgen specifieke voorbeelden, in dit geval dus specifieke celorganellen: celkern, celmembraan, celwand, cytoplasma, bladgroenkorrel, vacuole en mitochondrium.
Om de kerndoelen te actualiseren, voegt SLO ook maatschappelijke vraagstukken toe die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. ‘We vinden dat je anno 2025 niet mens en natuur kan hebben gevolgd, zonder te werken aan onderwerpen als duurzaamheid, natuurbeheer en gezond leven en eten; dat wilden we dus echt wettelijk vastleggen’, aldus Goedegebure. ‘Ook vinden we dat alle leerlingen de kans moeten krijgen om naar buiten te gaan.’ In de conceptkerndoelen staat daarom ook expliciet het ervaren van de leefomgeving door bijvoorbeeld ‘excursies naar betekenisvolle locaties voor thema’s over mens en natuur, zoals een park, bos, museum, erfgoed of bedrijf waar leerlingen de omgeving ervaren en ontdekken hoe mens en natuur elkaar beïnvloeden.’ Goedegebure: ‘Dat biedt ook gelijke kansen voor kinderen uit verschillende socio-economische klassen, want sommige kinderen komen anders hun wijk nauwelijks uit.’
‘Deze set conceptdoelen wordt breed gedragen door verschillende mensen en instanties’
Vaag
‘Ik ben ontzettend blij en trots op de conceptkerndoelen die er nu liggen’, vertelt Senaida Bron-Sambo, docent BiNaSk (biologie, natuurkunde, scheikunde) onderbouw vmbo op CSG Comenius locatie Zamenhof in Leeuwarden. ‘De huidige kerndoelen gebruik ik eigenlijk nooit – ze zijn gewoon te vaag en nietszeggend. Vervelend, want je hebt dan als docent totaal geen houvast als je een keer wilt afwijken van een methode die op school gebruikt wordt.’
Bron-Sambo besloot daarom mee te werken aan de ontwikkeling van de conceptkerndoelen mens en natuur. ‘Het was een intensief jaar, waarin ik vooral heb geprobeerd het belang te bewaken van vmbo-leerlingen, een vaak vergeten doelgroep. Gezonde leefstijl was daarom voor mij een belangrijk thema: het is essentieel dat leerlingen leren om gezonde keuzes te maken en te reflecteren op hun gedrag.’
Hoewel leraren en schoolleiders de komende maanden beginnen met het beproeven van de conceptkerndoelen, ligt er ook een politieke opdracht om scherp te kijken naar het aantal kerndoelen. Zowel de feedback van scholen als de aanvullende opdracht worden tegelijkertijd verwerkt, waardoor de kerndoelen volgens planning eind 2025 worden opgeleverd. ‘Dat is natuurlijk wel spannend’, zegt Bron-Sambo ‘maar deze set conceptdoelen wordt breed gedragen door de verschillende mensen en instanties die in de advieskringen zaten. Vertegenwoordigers van vakverenigingen, zoals het Nederlands Instituut voor Biologie, lerarenopleidingen en allerlei maatschappelijke organisaties – vrijwel iedereen is enthousiast. De achterban gaat ervanuit dat deze kerndoelen er gaan komen. Ik heb er in ieder geval alle vertrouwen in!’