De Wageningse Docent van het Jaar Hannie van der Honing: ‘Onderwijs is net zo’n volwaardige functie als onderzoek.’ Foto: Duncan De Fey

De Wageningse plantenbioloog en Docent van het Jaar Hannie van der Honing houdt van lesgeven. ‘Het mooiste is het moment waarop je het kwartje ziet vallen, dat iemand ineens iets snapt.’

‘Van de bekerplant Nepenthes zijn in Borneo onlangs beelden gemaakt waarop te zien is dat boomspitsmuizen de beker gebruiken als een soort toilet: terwijl ze de vloeistof oplikken die de plant produceert, poepen ze in de bekers. Op die manier regelt de plant toevoer van nutriënten. Zo vernuftig!’, vertelt bioloog en docent cel- en ontwikkelingsbiologie Hannie van der Honing (1981) van Wageningen University & Research (WUR). Ze is in december in Wageningen verkozen tot Docent van het Jaar, vanwege haar ‘onvermoeibare inzet voor haar studenten’ en passie voor planten en onderwijs. ‘Ik ben echt een plantenliefhebber, vooral vanwege hun trucjes om te kunnen overleven op de plek waar ze staan – planten kunnen zich immers slecht verplaatsen. Vooral vleesetende planten vind ik fantastisch.

‘Ik heb zelf ook in Wageningen gestudeerd. Aanvankelijk bos- en natuurbeheer, maar na een jaar ben ik geswitcht naar biologie’, vertelt Van der Honing. ‘Ik besloot dat een jaar te proberen, waarbij ik wel zou zien hoe het zou lopen. In dat jaar ben ik compleet gefascineerd geraakt door planten. Dat is grotendeels te danken aan de docenten die ik toen had: Wim Braakhekke en André van Lammeren, die ik later ben opgevolgd.’ In haar eerste jaar deed ze vrijwel alles samen met Van Lammeren, die in 2010 werd verkozen tot Docent van het Jaar en meerdere malen is genomineerd. ‘Later gaf ik zelfstandig de practica en colleges, en zat hij erbij om te observeren. Het was een fantastische manier om het vak als universitair docent onder de knie te krijgen. En hij springt nog steeds bij met de grote plantvakken, ook al is hij inmiddels al bijna tien jaar met pensioen.’

‘Met het docententeam proberen we die persoonlijke benadering vast te houden

Kwartje
‘Als student vond ik het persoonlijke contact in Wageningen heel erg fijn. Met het docententeam proberen we die persoonlijke benadering vast te houden, ook al zijn de studentenaantallen nu veel hoger: voor celbiologie hebben we bijvoorbeeld ruim 550 studenten. Met die studentaantallen lukt het me niet meer om ieders naam te kennen, maar ik probeer het altijd wel.’ Om lachend te vervolgen: ‘Zeker de studenten die goede vragen stellen, blijven me meestal wel bij. Dat geldt overigens ook voor degenen die vaak te laat zijn.’ Van der Honing: ‘Wat ik vooral mooi vind aan lesgeven, is het moment waarop je het kwartje ziet vallen. Dat je in een practicumzaal of tutorles bijna letterlijk ziet gebeuren dat iemand ineens iets snapt wat daarvoor niet duidelijk was. Het voelt als een heel nuttige bezigheid om als docent te kunnen helpen bij dat proces. Onderzoek doen voelde ook wel nuttig, maar dat vond ik soms best eenzaam.’

Van der Honing promoveerde in 2011 op onderzoek aan het cytoplasma in plantencellen en wilde toen wel aanblijven als docent. ‘Maar dat kon niet, want destijds moest iedereen die lesgaf bij WUR ook onderzoek doen – en dat wilde ik niet. Ik ben toen de lerarenopleiding gaan doen en heb een tijdje lesgegeven op middelbare scholen. Totdat de HAN, de University of Applied Sciences in Nijmegen, een vacature had voor zo’n beetje mijn droombaan: docent moleculaire plantenbiologie bij de opleiding biologie en medisch laboratoriumonderzoek. Ik had het erg naar mijn zin bij de HAN en had er misschien nog steeds gewerkt als WUR me in 2014 niet had benaderd: er kwam toch een docentfunctie ter vervanging van André, of ik wilde solliciteren. Alles viel toen op z’n plek’, constateert Van der Honing. ‘Hier voel ik me echt thuis.

‘We hebben een heel enthousiast docententeam. Als ik met mijn collega’s in de practicumzaal sta, is het bijna een feestje. Dat horen we ook van studenten: ‘jullie enthousiasme is aanstekelijk’ of ‘ik wist niet dat planten zo leuk waren’. In de Botanische Tuinen in Utrecht, waar ik als vrijwilliger mensen rondleid, hoor ik dat ook vaak’, vertelt Van der Honing. ‘Dat mensen planten soms nogal saai vinden, komt vooral doordat ze weinig weten over al die wonderlijke plantmechanismen. Door erover te vertellen, gaan mensen met andere ogen naar planten kijken.

‘Ik ben zelf ook weer student: ik doe de masterstudie onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit. Ik wil mijn eigen vakken blijven ontwikkelen en steeds nieuwe dingen proberen. Daarnaast kriebelde het al een tijdje om onderzoek te doen naar de effectiviteit van bepaalde lesmethoden. Als ik straks ben afgestudeerd, zou ik het superleuk vinden als ik de combinatie kan maken van plantonderwijs geven en onderzoek doen. Ik ben wel weer toe aan een nieuwe uitdaging.’

Van der Honing vertelt dat ze soms hoort dat docenten zich minder gewaardeerd voelen dan onderzoekers.‘Dat gevoel heb ik hier nog nooit ook maar een minuut gehad. Onderwijs is hier net zo’n volwaardige functie als onderzoek, en zo gaan de collega’s ook met elkaar om: als gelijken.’ De Docent van het Jaar maakt zich wel een beetje zorgen dat door naderende bezuinigingen labwerk en excursies onder druk komen te staan. ‘In dit werkveld is theoretische kennis alleen niet genoeg; je moet bepaalde praktische vaardigheden leren’, vindt zij. ‘Het is toch ondenkbaar dat onze studenten amper buiten komen?’

Een langere versie van dit interview verscheen 16 januari in Resource, het onafhankelijke maandblad van Wageningen University & Research.