De gemiddelde surfdude zal jaloers zijn op de honingbij, die kan surfen wanneer ‘ie maar wil: met zijn eigen lichaam als surfplank en op zelfgemaakte golven.

 

Als er een Olympische Spelen voor zich over het water voortbewegende insecten zou bestaan, dan staat er vanaf nu een nieuwe discipline op het programma: surfen. Deze voortbewegingstechniek wordt uitgevoerd door honingbijen (Apis mellifera), zo schrijven onderzoekers van Caltech 18 november in PNAS.

 

Een in het water geraakte honingbij kan met zijn natte vleugeltjes niet zomaar wegvliegen; de vleugels zijn niet waterafstotend en worden dus te zwaar. Gelukkig heeft de honingbij een trucje gevonden om toch uit water te ontsnappen. Door kleine vliegbewegingen te maken, waarbij alleen de onderkanten van de vleugels het water raken, creëren de bijen golven aan de achteren zijkant van hun lichaam. Hun lichaam blijft van nature drijven, en vormt daarmee een soort natuurlijke surfplank die wordt voortgeduwd door de zelfgemaakte golfjes.

 

De Caltech-onderzoekers hopen hun kennis over de surfende honingbijen te kunnen gebruiken bij het maken van een robot die zowel kan vliegen als zwemmen. Zelf hebben de honingbijen vooral baat bij hun surftechniek op hete dagen. Een deel van de werkers verzamelt dan water in plaats van nectar, om de bijenkorf af te koelen. Daarbij raken ze soms per ongeluk te water. Door een tijdje over het water te surfen kunnen ze een oever bereiken, op het land klimmen en na een tijdje opdrogen weer veilig wegvliegen.



Surfende honingbijen verplaatsen zich slechts met 3 lichaamslengtes per seconden



Vooralsnog lijkt het erop dat alleen honingbijen over het water surfen; andere insecten maken bijvoorbeeld zwembewegingen (schrijvertjes), roeien (schaatsenrijders) of gebruiken chemicaliën om de oppervlaktespanning van het water te beïnvloeden (sommige roofkevers).

 

Op de insectenspelen zal de surfdiscipline overigens weinig spektakel opleveren. Surfende honingbijen verplaatsen zich slechts met 3 lichaamslengtes per seconden, en dat houden ze maar zo’n vijf minuten vol. Dat is misschien genoeg om een oever te bereiken, maar toeschouwers zullen vermoedelijk niet onder de indruk zijn van deze surfdudes ; de schaatsenrijder bijvoorbeeld gaat met 125 lichaamslengtes per seconde stukken sneller.