Door Gert van Maanen - FOTO: MATT BORTHS, DUKE UNIVERSITY LEMUR CENTER - 16-10-2021 - Evolutiebiologie
Fossielen van de onderzochte zoogdiergroepen: primaten (links), hyaenodont (rechtsboven) en knaagdieren (rechtsonder).
Een vergeten grootschalig uitsterven van Afrikaanse zoogdieren rond dertig miljoen jaar geleden werkte als een evolutionaire herstart.
Ongeveer dertig miljoen jaar geleden verdween 63 procent van de zoogdiersoorten uit Afrika en het Arabisch schiereiland door klimaatafkoeling. Een internationaal team van paleo- en evolutiebiologen publiceert deze ‘vergeten’ uitstervingsgolf na analyses aan fossielen en stambomen van vijf zoogdiergroepen (Communications Biology, 8 oktober online). ‘De extincties vallen samen met wereldwijde klimaatverandering, daling van de zeespiegel en gigantische vulkanische activiteiten in Oost-Afrika’, aldus de Nederlandse eerste auteur Dorien de Vries van de University of Salford in Manchester. ‘In de evolutie van deze groepen zoogdieren was het een echte reset, want de enkele groepsgenoten die overleefden en later weer diverser werden en nieuwe soorten vormden, zien er totaal anders uit dan hun verre verwanten van voor de extinctie.’
Buffer
De beschreven uitstervingsgebeurtenis volgt zo’n vijf miljoen jaar op de overgang tussen het Eoceen en Oligoceen. Een periode gekenmerkt door grote klimaatveranderingen: de aarde werd koeler, de ijskappen groter, de zeespiegel daalde, bossen veranderden in graslanden en koolstofdioxide werd schaars. Van Europa en Azië was al bekend dat toen bijna tweederde van de zoogdiersoorten uitstierf. Verondersteld werd dat Afrikaanse zoogdieren aan die extinctie waren ontsnapt doordat het mildere klimaat en de nabijheid van de evenaar een buffer vormden tegen de ergste afkoeling.
Opgravingen
Dit wordt nu weerlegd door de huidige omvangrijke studie aan een unieke verzameling fossielen, grotendeels afkomstig uit Egyptische woestijnen. ‘Het is de kroon op het werk van decennia aan opgravingen en onderzoek’, aldus De Vries, die zelf een aandeel leverde via haar promotieonderzoek. Het team keek naar fossielen van hyaenodonten (uitgestorven carnivoren), van de knaagdiergroepen anomaluren en hystricognathen en van twee groepen primaten: de strepsirrhines (lemuren en lori’s) en anthropoïden (mensapen en apen).
Herstart
Al de vijf onderzochte Afrikaanse zoogdiergroepen leden kort na de Eoceen-Oligoceengrens enorme verliezen en duiken na een paar miljoen jaar weer op in het fossielenbestand, maar met een nieuw uiterlijk en vooral andere tanden. De knaagdieren en primaten die na een paar miljoen jaar weer verschenen, waren nieuwe soorten, die anders aten en ook andere leefgebieden hadden. ‘Het was een echte herstart’, stelt De Vries. ‘We zien een enorm verlies in tanddiversiteit en vervolgens een herstelperiode met nieuwe tandvormen en aanpassingen.’