DOOR GERT VAN MAANEN - FOTO: RAFAEL PHILIPPEN, NWO - 30-05-2025 - Microbiologie
Microbioloog John van der Oost: ‘We lieten als eersten zien hoe prokaryoten zich tegen virussen verdedigen door het Crispr-archief te gebruiken’.
De discussie over gevaren van genredigeren met Crispr-Cas1 is verstomd, maar de vraag wie er geld mee gaat verdienen leeft nog volop. Microbioloog John van der Oost zet zich in om genredigeren ten goede te laten komen van mens, maatschappij en milieu.
‘Evolutie is het resultaat van genetische modificatie, dat weten alle biologen. Wat dat betreft vond ik de discussies over veiligheid van Crispr-Cas-technieken en noodzaak tot labellen nogal overtrokken. Terwijl we allemaal tomaten eten, die afkomstig zijn van een wilde tomaat waarvan door duizenden jaren veredeling en mutagenese zo’n vijftien miljoen van de miljard baseparen zijn veranderd. Dat zien we dus als veilig, maar volgens plantengenetici kun je ongeveer hetzelfde resultaat bereiken door in een oertomaat via Crispr-Cas zes knockouts te maken, waarbij je slechts vijftien baseparen verandert. En zo’n tomaat zou dan riskant zijn. Dat gaat er bij mij echt niet in’, vertelt microbioloog John van der Oost (1958). Hij ontving 21 maart de M.W. Beijerinck Virology Prize van 35.000 euro voor zijn pionierswerk aan de Crispr-Cas-technologie en neemt 27 juni afscheid in Wageningen, precies dertig jaar na zijn aanstelling tot groepsleider bacteriële genetica.
OPGESCHROEFD
Dat de discussie over gevaren van Crispr-Cas is verstomd, is volgens Van der Oost mede te danken aan consequente voorlichting en technische verbeteringen. ‘Bij Cas9 waren er zorgen over niet-beoogde off-target-effecten, maar dat probleem is door aanpassingen in het gids-rna opgelost en bij Cas12 is de efficiëntie opgeschroefd’, signaleert Van der Oost. ‘Ik heb in de afgelopen jaren bijna elk zaaltje in Nederland bezocht om dat steeds weer geduldig uit te leggen.’ Inmiddels wordt genredigeren met Crispr-Cas in vrijwel ieder onderzoeksveld omarmt en tekenen zich ook steeds meer succesvolle toepassingen af. ‘Denk aan de tien patiënten met een erfelijke zwellingsziekte, waarvan Amsterdam UMC vorig jaar meldde dat ze dankzij een enkele Crispr-Cas-transfusie blijvend van hun klachten verlost zijn. Of het vorige week gepubliceerde onderzoek waarbij Amerikaanse artsen een baby met een zeldzame stofwisselingsziekte door het gericht met Crispr-Cas corrigeren van de mutatie in levercellen. Het finetunen van Crispr-Cas is begonnen en de toekomst is aan genredigeren’, denkt Van der Oost.
‘De vraag leeft nog volop wie er geld mee gaat verdienen’
‘Specifieke toepassingen zijn nu nog wel heel kostbaar en er ligt een mijnenveld aan patenten omheen. De vraag leeft nog volop wie er geld mee gaat verdienen’, erkent hij. Zelf is hij inmiddels bezig met zijn veertigste patent. Een van zijn eerste patenten op Cas12 zijn in een portfolio ondergebracht met patenten van het Broad Institute-MIT in Boston van biochemicus en Crispr-Cas-pionier Feng Zhang. Dat instituut bezit ook basispatenten rond medische toepassingen van Cas9, die nog steeds juridisch worden bevochten door UC Berkeley van biochemicus en Nobelprijswinnaar Jennifer Doudna. ‘Een patent aanvragen is niet veel meer dan speculeren’, vindt Van der Oost. ‘Zelf zit ik politiek in het linkse spectrum en ben ik niet zo van de verdienmodellen en al helemaal niet van Monsanto-achtige monopolies.’ Ook de inzet van Crispr-Cas om de uitgestorven reuzenwolf of mammoet te laten herrijzen noemt hij flauwekul. ‘Ik omarm het Noorse model dat ervan uitgaat dat genredigeren alleen toelaatbaar is als het veilig is en goed is voor mens, maatschappij en milieu. Daarom besloten we in 2021 ook licenties op vijf van onze Thermo-Cas9-patenten gratis ter beschikking te stellen aan ngo’s die zonder winstoogmerk de wereldvoedselvoorziening willen verbeteren.
COMPOSTHOOP
‘Dat idee borrelde op toen ik een tv-reportage zag waarin WUR-collega en plantenfysioloog Christa Testerink vertelde over haar onderzoek aan zouttolerante en droogteresistente gewassen in samenwerking met het International Rice Research Institute, IRRI, op de Filippijnen’, vertelt Van der Oost. ‘Inmiddels werken we hiervoor nu samen in het SurpRICE-project aan een stabiel Thermo-Cas9-systeem, dat hier door studenten is geïsoleerd uit een thermofiele bacterie in een composthoop. Hierbij combineren we de kennis over zandraket, tomaat en rijst om onze Thermo-Cas9 te optimaliseren voor genetische modificatie van rijst, die beter bestendig is tegen verzilting en droogte. We hebben al flinke stappen gemaakt en hopelijk krijgen we ook qua patenten en toelating genoeg bewegingsruimte om samen met het IRRI zulke nieuwe rijstrassen op de markt te brengen. Zo niet, dan bel ik Bionieuws en de New York Times als eerste om dat aan de kaak te stellen.’
HOOGTEPUNT
Nu zijn afscheid dichterbij komt, kijkt Van der Oost tevreden terug op zijn loopbaan, met als hoogtepunt de Science-publicatie in 2008 – samen met microbioloog Stan Brouns, nu werkzaam bij TU Delft, en de Amerikaanse genoombioloog Eugene Koonin – over het Cascade-complex en het Cas3 -gen in E. coli . ‘Dat was toch mooi de eerste publicatie die overtuigend liet zien hoe prokaryoten zich tegen virussen verdedigen door het Crispr-archief te gebruiken en stukken uit het virusgenoom te knippen. We maakten ook als eersten een design-Crispr, drie jaar voor anderen lieten zien dat je zo programmeerbaar genomen kunt redigeren. We hebben een belangrijke bijdrage aan kennisontwikkeling geleverd en ik heb nergens spijt van.’ Terugkijkend is hij NWO en zijn toenmalige baas, microbioloog Willem de Vos, dankbaar dat ze hem de ruimte gaven de Vici-beurs die hij in 2004 ontving totaal anders in te vullen. ‘Omdat Koonin ons erop wees dat er Crispr-genen in onze E. coli zaten besloot ik de focus van mijn onderzoek volledig daarop te leggen. Achteraf was dat een essentiële afslag. Ik ben blij dat ik die niet gemist heb.’