Door Steijn van Schie - FOTO: IMAGESELECT - 28-03-2025 - Microbiologie

Van ziekenhuisbacterie E. faecium zijn door onderlinge concurrentie nog maar twee dominante stammen over.
Doordat verschillende stammen antibioticaresistente bacteriën elkaar het leven zuur maken, kan hun diversiteit in rap tempo afnemen.
Enterococcus faecium-ziekenhuisbacteriën maken onderling dusdanig veel ruzie, dat het aantal stammen tussen 2017 en 2022 afnam van acht naar twee. De overgebleven stammen bleken hun soortgenoten te bestoken met zelf geproduceerde bacteriocinen, antimicrobiële stoffen die bacteriën inzetten om elkaar af te maken. Dat ontdekten Amerikaanse onderzoekers eerst in een lokaal ziekenhuis in Pittsburgh, om vervolgens te concluderen dat het een wereldwijd fenomeen is (Nature Microbiology, 21 maart). De overgebleven antibioticaresistente bacteriën lijken niet ziekmakender dan hun voorgangers en medicijnontwikkeling kan zich nu focussen op twee in plaats van acht stammen.
Opsporen
De ziekenhuisbacterie in kwestie, Enterococcus faecium, is resistent tegen het antibioticum vancomycine en vooral gevaarlijk voor patiënten met een verzwakt immuunsysteem. Zo’n 40 procent van de patiënten die geïnfecteerd raakt met vancomycine-resistente E. faecium (VREfm) overlijdt. Daarom bestaat in ziekenhuizen als Pittsburgh een detectiesysteem dat via genetische analyses infecties bij patiënten snel kan opsporen. Clinici kunnen dan snel ingrijpen en uitbraken in real time tegengaan. Via datzelfde systeem is het ook mogelijk om historische informatie in te zien van ziekenhuisbacteriën, en dus om hun evolutie te volgen.
Dat is precies wat de onderzoekers deden: ze analyseerden genetische sequenties van 710 VREfm-monsters van patiënten die tussen 2017 en 2022 in het ziekenhuis lagen. Ze zien dat er in 2017 acht stammen in min of meer gelijke hoeveelheden aanwezig zijn. Maar in 2018 duiken er ineens twee dominante stammen op, die aan het einde van 2022 vier op de vijf infecties blijken te veroorzaken. Vervolgens vergelijken de onderzoekers hun data met 15.631 vrij toegankelijke VREfm-genomen van over de hele wereld – monsters die tussen 2002 en 2022 zijn genomen. Daaruit blijkt dat het gevonden patroon zich wereldwijd voordoet.
Uitschakelen
Tot slot blijken de dominante stammen bacteriocinen in te zetten om hun voedselconcurrenten uit te schakelen. De stammen zijn daarmee sterk in het voordeel: zowel in vitro als na kolonisatie van muizendarmen leggen de andere stammen het tegen hen af. ‘De diversiteit van de E. faecium lijkt af te nemen. (...) Hierdoor hebben we binnenkort mogelijk slechts één doelwit voor de ontwikkeling van antibiotica of faagtherapie’, aldus laatste auteur Daria Van Tyne in een persbericht. ‘Het suggereert ook dat bacteriocines zeer krachtig zijn en dat we ze misschien kunnen inzetten voor onze eigen doeleinden.’