Dit is een aflevering in de voorloper van de rubriek 5 vragen: QED. In deze rubriek stond één vraag centraal. 


Foto: ImageSelect

Zand lijkt niets meer dan een dorre ondergrond voor zomerpret, maar in de nauwe ruimtes tussen zandkorrels wonen miljoenen organismen. Wat zijn dat allemaal voor vreemde creaturen?

Het strand lijkt op het eerste gezicht een levenloze zandvlakte: een plek waar in de zomer handdoeken worden uitgespreid, kinderen kuilen graven en honden driftig achter tennisballen aanhollen. Maar schijn bedriegt. Wie een handvol zand onder een microscoop legt, ontdekt een verborgen wereld die wemelt van het leven. Tussen de zandkorrels huizen miljoenen piepkleine dieren per vierkante meter: de zogeheten meiofauna. Bioloog Jan Macher noemt het een vergeten rijk, dat barst van de biodiversiteit. Maar wat leeft er eigenlijk allemaal onder een badlaken op het strand?

Zuignappen
‘De meeste mensen hebben überhaupt geen idee dat daar iets leeft,’ vertelt Macher, onderzoeker aan Naturalis Biodiversity Center in Leiden. ‘Zelfs biologen hebben vaak nauwelijks aandacht voor deze groep. Maar het gaat om een compleet ecosysteem, met roofdieren, grazers, afvaleters en alles daartussenin.’ Meiofauna zijn piepkleine ongewervelden die zich met moeite een weg banen tussen zandkorrels. Denk aan nematoden, raderdiertjes, copepoden, platwormen, isopoden en natuurlijk minuscule beerdiertjes. ‘Het zijn vaak zeer vreemd uitziende dieren. Veel soorten hebben geen ogen of pigmenten – die ze in de duisternis logischerwijs niet nodig hebben – maar wel zuignappen, haakjes of klauwen om zich vast te grijpen aan zandkorrels. Hun lichaam is langwerpig en smal: allemaal aanpassingen aan het leven in deze bijzondere micro-omgeving,’ zegt Macher.

Deze levensstijl, in de minuscule ruimte tussen korrels, leidt wereldwijd tot vergelijkbare evolutionaire uitkomsten: convergente evolutie. Onverwant ogende soorten ontwikkelen vergelijkbare lichaamsvormen, omdat ze zich aan dezelfde mechanische beperkingen moeten aanpassen.


‘De meeste mensen hebben überhaupt geen idee dat daar iets leeft’

De wereld tussen zandkorrels is niet alleen complex in vorm, maar ook in functie. ‘In de nematoden alleen al zit een volledige voedselpiramide,’ aldus Macher. ‘Sommige grazen bacteriën van zandkorrels, anderen jagen op copepoden of soortgenoten. Daarnaast zijn er detritivoren die algen en organisch afval afbreken.’ Meiofauna zijn bovendien voedsel voor grotere dieren zoals amfipoden en strandvlooien, die op hun beurt op het menu staan van vogels als de drieteenstrandloper. Zo vormt deze onzichtbare gemeenschap een cruciale schakel in het ecosysteem van het strand. Toch is deze wereld grotendeels onontgonnen terrein. ‘We weten meer over de biodiversiteit van tropische regenwouden dan van onze eigen stranden,’ stelt Macher. Om daar verandering in te brengen, onderzocht hij met collega’s de meiofauna van 25 stranden in Nederland en Duitsland. Tussen 2020 en 2022 namen ze monsters van de bovenste zandlaag, verdoofden de dieren met magnesiumchloride en analyseerden ze in het lab. ‘We vonden miljoenen dieren en honderden soorten. Dankzij dna-analyse kregen we inzicht in hun ecologische niches, ook al hadden we veel soorten nog nooit eerder gezien.’

Verstoring
Inmiddels werkt Macher aan een vervolgstudie over de invloed van menselijke activiteiten zoals strandreiniging en verstedelijking. ‘Vooral het machinaal schoonmaken van stranden blijkt schadelijk: het verwijdert organisch materiaal, dat nodig is voor duinvorming, en daarmee ook de habitat van de meiofauna.’ Zijn doel is om deze kennis om te zetten in ecologische indicatoren. ‘Omdat meiofauna zo gevoelig is voor verstoring, kan het helpen om milieubeleid op stranden beter te onderbouwen. Het is een soort biologische thermometer: als deze dieren verdwijnen, is er iets grondig mis.’

Dus wie deze zomer zijn badlaken uitspreidt op het schone zand, staat misschien wel boven op een bruisende, maar fragiele miniwereld – die wetenschappers pas net beginnen te begrijpen.

Dwarse vragen van leerlingen? Mail uw vragen naar redactie@bionieuws.nl.