Gelijkende patronen op roofwants (links) en bombardeerkever weren dezelfde predator.

Een geelzwarte roofwants en bombardeerkever blijken dankzij hun overeenkomstige uiterlijk allebei beter beschermd tegen een gezamenlijke predator.

De uiterlijke gelijkenis tussen de bombardeerkever Pheropsophus occipitalis jessoensis en de roofwants Sirthenea flavipes levert beide soorten een voordeel op. Ze hebben dankzij hun geelzwarte kleurpatroon allebei minder te duchten van de prederende Pelophylax nigromaculatus, een zwartgevlekte kikker waarmee ze een habitat delen. Dat concluderen Japanse onderzoekers 6 juni in PeerJ.


GIFSTOFFEN

P. occipitalis jessoensis en S. flavipes zijn beide geen lieverdjes: de bombardeerkever kan gifstoffen met een temperatuur van 100 graden Celsius uit zijn achterlijf spuiten, en de roofwants injecteert via zijn steeksnuit pijnlijk gif in belagers. P. nigromaculatus -kikkers die een bombardeerkever of roofwants proberen op te peuzelen, spugen de insecten dus meestal gauw weer uit, blijkt bij een labexperiment van de Japanners. De verdediging van de bombardeerkever lijkt iets beter te werken: die wijzen de kikkers in 100 procent van de gevallen uiteindelijk af, tegenover 75 procent voor de roofwants. Toch profiteren beide soorten van hun gelijkenis, toont een vervolgexperiment. In plaats van 91,3 procent, is nog maar 40 procent van de kikkers bereid een roofwants aan te vallen als ze daarvoor een ontmoeting met een bombardeerkever hebben gehad. Andersom daalt aanvalsbereidheid voor bombardeerkevers van 75 procent naar 21,7 procent als de kikkers eerst geconfronteerd werden met een roofwants. Deze vorm van mimicry is dus mutualistisch, concluderen de Japanners. Al is het voordeel voor de roofwants mogelijk wel iets groter.