Door Steijn van Schie - 17-01-2025 - Entomologie
Lekker roken ze niet, maar het was voor vwo-scholier Isabella Urbanus toch een mooie ervaring om de rupsen van het groot koolwitje thuis te verzorgen en zien ontwikkelen.
‘Het was niet echt een lekkere geur. Ze poepten vrij veel en ook van de kool waarvan ze aten kwam geen aangename lucht. Het wende uiteindelijk wel, maar ja…eigenlijk stonk het gewoon enorm, naar zwavel’, vertelt voormalig vwo-scholier Isabella Urbanus op het Thomas à Kempis college in Arnhem. In haar profielwerkstuk bedankt ze haar ouders en broer dan ook nadrukkelijk ‘voor het houden van de stinkende rupsen op hun kamers’. Het afzien werpt uiteindelijk zijn vruchten af: ze haalt een 9,2 en de tweede plek van de KNAW Onderwijsprijs 2024 in de categorie Natuur & Gezondheid.
De rupsen in kwestie zijn van het groot koolwitje, Pieris brassicae . De volwassen vlinders raken in de war van temperatuurstijgingen in Nederland en kunnen bij hittegolven moeilijker inschatten wanneer ze in winterrust moeten gaan of daar juist weer uit moeten komen, weet Urbanus. ‘Ik wilde graag weten of de temperatuur ook invloed heeft op de groei en ontwikkeling van de rupsen.’ Daartoe gaat ze te rade bij de Vlinderstichting, waar ze honderden pas uitgekomen rupsjes ophaalt voor haar thuisonderzoek.
GAAS
‘Dat waren er natuurlijk veel te veel, dus ik heb de meeste meteen vrijgelaten. Voor de zestig die overbleven heb ik zes kweekbakjes ingericht waarin ze zich verder konden ontwikkelen. Daaroverheen zette ik dan een doos met een lamp, zodat ze allemaal 24 uur per dag licht hadden en die abiotische factor dus constant was. Doordat de rupjes in het begin zó klein waren, moest ik meerdere laagjes gaas gebruiken om te voorkomen dat ze uit de ventilatiegaten van de kweekbakjes konden ontsnappen.’ Alle rupsen kregen vervolgens een overvloed aan eten: biologische spitskool uit de supermarkt.
De zes onderkomens van de rupsen krijgen ieder een eigen plek toebedeeld in en rondom het huis van Urbanus: de schuur, kelder, zolder, woonkamer, haar eigen en haar broers slaapkamer. ‘Op iedere plek heerste een andere gemiddelde temperatuur. Die fluctueerde natuurlijk wel wat, maar niet veel. Daarna was het een kwestie van iedere dag meten: het gewicht en de lengte van de rupsen, de luchtvochtigheid en de temperatuur. Ik deed dat elke dag in de ochtend, vlak na school en vlak voordat ik naar bed ging.’
Op het moment dat de rupsen beginnen te verpoppen, laat Urbanus ze met rust. ‘Dan stoppen ze met rondkruipen en gaan ze met hun hoofd heen en weer bewegen. Rode uitwerpselen bleken ook een teken van verpopping te zijn. Gelukkig, want de eerste keer dat ik dat zag, schrok ik me rot omdat ik dacht dat ze ziek waren. Wel gingen er een paar rotten tijdens het verpoppen, waardoor ze nog erger gingen stinken. Dat was wel even doorzetten voor iedereen’, vertelt ze.
Uiteindelijk blijkt dat bij een hogere temperatuur de lengtegroei en het gewicht van de Pieris brassicae sneller toeneemt. Ook verpoppen de rupsen eerder en komen ze sneller uit. ‘Mogelijk komt dat door snellere enzymatische processen bij hogere temperatuur’, speculeert Urbanus, inmiddels eerstejaars student biomedische wetenschappen in Utrecht. ‘Het was heel bijzonder om te zien hoe een rups zich tot vlinder ontwikkelt. Toen ik ze uiteindelijk als vlinder door het raam vrij liet, was dat ook een mooi moment. Het waren toch een beetje mijn kindjes geworden.’
Titel: De invloed van de temperatuur op de groei en de ontwikkeling van de Pieris brassicae L.
Auteur: Isabella Urbanus
Categorie: profielwerkstuk
Opleiding: vwo op het Thomas à Kempis college in Arnhem
Beoordelaar: Leonie Wezendonk
Cijfer: 9,2
Bijzonderheid: tweede plaats KNAW Onderwijsprijs 2024
Stuur je scriptie in
Is jouw masterscriptie, bachelorthesis of profielwerkstuk interessant leesvoer voor je medebiologen? Stuur een mail naar redactie@bionieuws.nl