Stadslicht verlengt het groeiseizoen flink

Satellietopname van lichtvervuiling op 27 februari 2019 in Noordwest-Europa.

Kunstlicht verlengt het groeiseizoen in stedelijke omgevingen tot met wel drie weken in vergelijking met het platteland, blijkt uit analyses van satellietgegevens.

Het wattage van kunstlicht neemt exponentieel toe van plattelandsgebieden naar stedelijke centra en kunstlicht zorgt daar – nog meer dan temperatuurstijging – voor verlenging van het groeiseizoen met ruim drie weken. Dit blijkt uit analyses aan zeven jaar satellietgegevens van 428 stedelijke centra op het noordelijk halfrond die milieuwetenschappers 17 juni publiceren in het vorig jaar gelanceerde tijdschrift Nature Cities. Stadecoloog Lin Meng van de Vanderbilt University in Nashville en collega’s ontdekten dat kunstlicht zowel de start van groeiseizoen vervroegt als het einde verlaat. Voor de onderzochte steden – waaronder New York, Peking, Parijs en tal van andere (Europese) steden – begint het groeiseizoen gemiddeld 12,6 dagen eerder en eindigt het 11,2 dagen later dan omliggende landelijke gebieden.

Hoewel de algemene patronen consistent zijn, vooral voor de effecten op het einde van het groeiseizoen, vonden de auteurs ook verschillen tussen continenten. Zo begint het seizoen het vroegst in Europese steden, gevolgd door die in Azië en dan pas Noord-Amerika, terwijl de steden daar juist het meest verlicht zijn. Verder is het nog niet duidelijk wat precies de consequenties zijn voor het groeiseizoen van de relatief recente en algemene overstap van natriumlampen naar ‘plantvriendelijkere’ ledverlichting in steden.