Museumexemplaren van 144 mierensoorten tonen hun kolonisatiegeschiedenis op de Fiji-archipel. FOTO: PETER GINTER

Genoomanalyse bij museumexemplaren verheldert populatiegeschiedenis: inheemse mierengemeenschap op Fiji keldert na komst mensen, terwijl invasieve soorten floreren.

Het overgrote deel van de nergens anders voorkomende mierenpopulaties op de Fijische eilanden neemt af sinds de komst van de mens, terwijl de aantallen van indringersoorten juist drastisch toenemen, schrijven Japanse onderzoekers 11 september in Science. Het artikel is volgens de auteurs een reactie op alarmerende insectenpopulatiedalingen wereldwijd, waarbij door gebrek aan historische monitoringsdata onduidelijk blijft of deze ‘insectenapocalyps’ deel uitmaakt van een langetermijntrend. De mierenfauna van de archipel dient nu als modelsysteem om dat vraagstuk te verkennen.

Koloniesatiegeschiedenis
Op een paar uitzonderingen na heeft het team uit Japan de mierenpopulaties op Fiji in de loop der tijd niet direct gevolgd. Om desondanks een beeld te krijgen van historische veranderingen, hanteert het team uit Japan een alternatieve benadering: ze bestuderen dna-fragmenten van duizenden museumexemplaren van 144 verschillende mierensoorten die zijzelf en anderen gedurende tientallen jaren hebben verzameld. Omdat het genoom bewijs bevat voor de groei of krimp van populaties, is het mogelijk om met behulp van dna-analyse en genetische modellen de kolonisatiegeschiedenis van de mieren op de Fiji-archipel te reconstrueren en de gemeenschapsveranderingen door de tijd heen te volgen.


Transport
De onderzoekers identificeren 65 afzonderlijke kolonisatiegebeurtenissen. De eerste mierensoorten bereiken Fiji miljoenen jaren geleden door natuurlijke migratie, waarna ze evolueren tot de inheemse mieren die de archipel vandaag de dag kent. De meest recente soortenintroducties zijn rechtstreeks het gevolg van menselijke handel en transport. Uit de studie blijkt dat 79 procent van de endemische soorten, die alleen op Fiji voorkomen, achteruit gaat. Hun populaties beginnen te krimpen na de eerste nederzettingen zo’n drieduizend jaar geleden. De afname versnelt vanaf de 17de eeuw, samenvallend met Europese kolonisatie, wereldhandel en de introductie van commerciële landbouw. Tegelijkertijd nemen door de mens geïntroduceerde soorten juist explosief toe.

Flexibeler
De studie toont aan dat inheemse soorten die flexibeler zijn wat betreft hun habitatvoorkeur, minder achteruitgang vertonen dan soorten die beperkt zijn tot een specifiek milieu met weinig verstoring. Dit past bij de bredere ideeën over zogenoemde biotische homogenisering: ecosystemen worden gedomineerd door dezelfde, wijdverspreide soorten, terwijl unieke, lokaal geëvolueerde organismen verdwijnen. De bevindingen reiken verder dan Fiji: ‘Omdat het geïsoleerde ecosystemen zijn, ondervinden eilanden sneller de gevolgen van menselijke invloed, waardoor ze als een soort kanarie in de kolenmijn fungeren’, aldus de auteurs. Habitatfragmentering zou er bovendien mogelijk voor zorgen dat ecosystemen op het vaste land eilanden nabootsen.