Verse schimmeltuin waarin termieten witte knobbeltjes van Termitomyces verzorgen.

Met noeste arbeid en microben houden termieten hun landbouw draaiende. Wie hun schimmelvelden wil overnemen, krijgt een laag aarde over zich heen.

Termieten beschermen hun akkers tegen onkruid door stukken landbouwgrond af te dekken met aarde vol microben. Daarmee remt de soort Odontotermes obesus de woekerende schimmel Pseudoxylaria, terwijl hun eetbare schimmelpartner Termitomyces kan blijven groeien. Alleen de besmette stukken krijgen een laag aarde; de rest van de tuin blijft onaangeroerd. Zo houden ze hun schimmelvelden al miljoenen jaren gezond, blijkt uit nieuw onderzoek in Science van 26 september.

Monocultuur
Deze vorm van landbouw is een schoolvoorbeeld van symbiose. De termieten verzamelen bladeren, gras en hout, kauwen dit fijn en stapelen het in ondergrondse kamers. Daar groeit de schimmel Termitomyces uit tot donkere, sponsachtige structuren. Voor de termieten is dit een stabiele voedselbron, terwijl de schimmel een perfect microklimaat krijgt. Het systeem lijkt in zekere zin op menselijke monoculturen: productief, maar kwetsbaar voor ziekten.

De grootste bedreiging is Pseudoxylaria, een schimmel die binnen twee tot drie dagen een tuin kan overwoekeren als onkruid. Maar zolang er termieten aanwezig zijn om de tuin te beheren, krijgt de schimmel geen kans. Hoe kolonies dit precies weten te voorkomen, was tot nu toe onduidelijk.

Vastlijmen
Daarom legden Indiase biologen hun termieten een reeks besmettingsscenario’s voor in het lab. Bij kleine uitbraken verwijderden de termieten de draden van Pseudoxylaria , schraapten de contactplek schoon en pakten de weggehaalde hyfen in met aarde. In 94 procent van de proeven stopte dit de groei. Bij grotere uitbraken dekten ze complete stukken landbouwgrond af of scheidden ze gezonde en overwoekerde delen van elkaar. In meer dan twee derde van de gevallen bleef de plaag daardoor beperkt. Toen onderzoekers een gezond stuk grond kunstmatig vastlijmden aan een overwoekerd deel, braken de termieten de verbinding los om de oogst te redden.

Cruciaal was de rol van de gebruikte aarde. Die zelfgemaakte aardepropjes bleken vol te zitten met honderden soorten micro-organismen, waaronder bacteriën als Burkholderia en Serratia die de groei van Pseudoxylaria sterk remmen. Steriele aarde werkte niet. De insecten passen daarmee in feite een vorm van geïntegreerde plaagbestrijding toe: mechanische verwijdering, isolatie en microbiële hulp grijpen naadloos in elkaar.

‘Het is een heel mooie, systematische studie. Vroege observaties van dit gedrag waren er wel, onder meer gemaakt in 2010 door mijn PhD-student Anna Visser, maar nooit zo overtuigend onderbouwd. De onderzoekers hebben het stap voor stap blootgelegd, met relatief eenvoudige maar grondige experimenten’, oordeelt Duur Aanen, evolutiebioloog in Wageningen, die zelf ook veelvuldig onderzoek deed aan schimmelkwekende termieten en in het stuk meermaals wordt geciteerd.

Hard werken
Aanen benadrukt dat er ook lering uit getrokken kan worden voor menselijke landbouw. ‘Onze monoculturen zijn net zo kwetsbaar. Termieten lossen dat op met arbeidsintensieve zorg, compartimentering en biologische bestrijding door samenwerking met microben. Voor ons betekent het dat duurzame landbouw eveneens arbeidsintensief is – het is gewoon hard werken en gaat niet vanzelf. Strokenteelt of andere vormen van risicospreiding zijn net zulke logische strategieën als de compartimenten van een termietentuin.’