Ook papegaaiduikers (Fratercula arctica) kunnen ‘s winters last hebben van cyclonen.

 

Aangespoelde zeevogels bij Noord-Amerikaanse en Europese kusten in de winter konden door stormen niet genoeg voedsel binnenkrijgen.

 

De jaarlijkse massasterfte onder zeevogels ’s winters in de Noord-Atlantische Oceaan is de schuld van cyclonen. Niet omdat stormen trotseren extra energie kost; vermoedelijk komen de vogels tijdens cyclonen om door gebrek aan voeding. Dat schrijven overwegend Canadese onderzoekers 13 september in Current Biology.

 

Vooral zeevogels die tijdens hun jaarlijkse trek naar het warmere zuiden verzamelen in de Labradorzee, de Straat Davis, de Barentszzee en rondom IJsland zijn de klos. Dat blijkt als de Canadezen 1.532 zeevogels van 39 verschillende broedkolonies uitrusten met een kleine logger, en de locatiegegevens daarvan vergelijken met data over de locatie en intensiteit van cyclonen in dezelfde periode.

 

Modelwerk laat echter zien dat de verschillende soorten vogels – papegaaiduikers (Fratercula arctica), kleine alken (Alle alle), drieteenmeeuwen (Rissa tridactyl) en twee soorten zeekoeten  (Uria aalge en Uria lomvia) – over het algemeen net zoveel of zelfs minder energie verbruiken tijdens een cycloon als onder rustige omstandigheden.

 

Dat er toch elke winter massaal dode zeevogels aanspoelen wijten de onderzoekers daarom aan het onvermogen van de dieren om zich te voeden tijdens een storm. Wellicht is het lastig voor ze om te vliegen of duiken bij woest weer of zijn prooien minder beschikbaar in het omgewoelde water. Aangezien cyclonen door klimaatverandering waarschijnlijk toenemen, krijgen de vogels het zwaar te verduren in de toekomst, zo waarschuwen de onderzoekers.