Door Aafke Kok - FOTO: KENJI SUETSUGU - 10-03-2023 - Botanie

Het feelantaarntje Thismia kobensis blijkt toch nog op Japanse bosgrond voor te komen.
Toen er een gebouw op zijn leefplek werd gezet leek Thismia kobensis ten dode opgeschreven, maar het plantje blijkt toch niet uitgestorven.
Japanse onderzoekers hebben het uitgestorven gewaande plantje Thismia kobensis herontdekt (Phytotaxa, 28 februari). Thismia -soorten, ook wel feelantaarntjes genoemd, zijn notoir lastig te vinden omdat ze extreem zeldzaam zijn, voornamelijk ondergronds leven en hun bovengrondse bloem vaak bedekt is met bladeren. Feelantaarntjes kunnen zelf niet fotosynthetiseren en zijn voor voedingsstoffen dus volledig afhankelijk van schimmels, wat ze gevoelig maakt voor omgevingsverstoringen. Nadat de habitat van de eerstgevonden T. kobensis -exemplaren in de buurt van de Japanse stad Kobe werd verwoest door de bouw van een industrieel complex, dacht men dat de soort verloren was gegaan. Nu blijkt dat er 30 kilometer verderop nog wel een kleine populatie leeft.
Nu ze dit feelantaartje toch in handen hadden, onderwierpen de Japanners T. kobensis aan een nadere inspectie. Zo ontdekten ze dat T. kobensis echt een aparte soort is; hij valt bijvoorbeeld van T. huangii te onderscheiden door de vele korte haartjes op de stempel. T. kobensis blijkt bovendien de nauwste verwant van T. americana , het enige feelantaarntje dat in Noord-Amerika leeft – of leefde, hij is al een ruime eeuw niet meer gezien. Tot nog toe dacht men dat de Australisch-Nieuw-Zeelandse T. rodwayi de nauwste verwant was van het Amerikaanse feelantaarntje. De migratiegeschiedenis die daarmee gepaard had moeten gaan bezorgde botanici hoofdbrekens; de route van Japan naar Amerika (via de Beringerstraat) is een stuk logischer.