De groene variant van de kakapo gaat waarschijnlijk standaard worden.

Jacht was waarschijnlijk de balancerende kracht die twee kleurvariaties van de kakapo in stand hield.

Twee inmiddels uitgestorven roofvogels zorgden waarschijnlijk dat de kakapo twee kleuren kreeg. Dat concludeert een internationaal onderzoeksteam 10 september in Plos Biology na genetische analyse en computersimulaties.

De op Nieuw-Zeeland voorkomende kakapo (Strigops habroptilus), een niet-vliegende papegaaiachtige, heeft twee kleurtypen: groen en olijf. De olijfkleurige variant ontstond volgens het onderzoek zo’n 1,93 miljoen jaar geleden, door een variant in gen LHX8. Was die verandering neutraal, dan had de olijfvariant snel moeten verdwijnen. Was ‘ie gunstig, dan is het opmerkelijk dat er nog groene kakapo’s zijn. Er moet dus een balancerende kracht zijn geweest.

Die zoeken de onderzoekers bij de enige twee natuurlijke predatoren van de kakapo: de Haasts arend (Hieraaetus moorei) en Eyles’ kiekendief (Circus teauteensis). Deze soorten ontstonden niet lang voor de olijfkleurige kakapo. Mogelijk koppelden de zichtjagers een specifieke kleur aan hun prooi. Kakapo’s met de op dat moment zeldzamere kleur, waren dan in het voordeel. Neemt die kleur vervolgens de overhand, dan is de andere weer gunstiger. Aangezien beide roofvogels zo’n zeshonderd jaar geleden uitstierven, heeft de kakapo inmiddels geen baat meer bij de kleurvariaties. Onderzoekers voorspellen dan ook dat de olijfvariant binnen 33 generaties zal verdwijnen.