Door Aafke Kok - FOTO: LOVE DALÉN - 04-07-2025 - Nieuws
Berglemmingen verschenen pas 35 duizend jaar geleden ten tonele. FOTO: LOVE DALÉN
Scandinavische berglemmingen zijn een relatief nieuwe soort, die in de laatste ijstijd ontstond.
Berglemmingen splitsten slechts 35 duizend jaar geleden af van hun zustersoort, de Siberische lemming. De splitsing vond plaats vlak voor de piek van de laatste ijstijd. Dat blijkt uit genoomanalyses van verschillende moderne lemmingsoorten en twee individuen van 10 tot 13 duizend jaar geleden (PNAS, 30 juni).
Geïsoleerd
De in Scandinavië levende berglemming (Lemmus lemmus) bleef na zijn aftakking waarschijnlijk geïsoleerd. Onderzoekers vonden in elk geval geen sporen van hybridisatie met de in het westen van Siberië levende L. sibiricus. Bijzonder, want kruisingen bij nieuwe soorten zijn meestal wel gebruikelijk, de twee kunnen vruchtbare nakomelingen produceren en de leefgebieden van beide lemmingsoorten liggen aan de randen dicht bij elkaar.
Vachtkleur
De genoomanalyses brengen daarnaast enkele mutaties aan het licht die de berglemming typeren. Deze mutaties zitten onder meer in genen voor vachtkleur en vetmetabolisme. Vermoedelijk droeg dat bij aan de onderscheidende zwart-gele vacht van deze soort, en aan zijn vermogen om ’s winters actief te blijven.
De splitsing vond zo’n 34 tot 68 duizend generaties geleden plaats; daarmee zijn berglemmingen een van de jongste zoogdiersoorten. Concurrentie komt onder meer van de Chinese gnoegeit, die 25 duizend generaties geleden van de Himalaya-variant aftakte.