Eikel is een scheldwoord, maar voor veel bosbewoners zijn de eikels die ieder najaar worden uitgestrooid juist een zegen.


 


Z
e vallen als projectielen uit de bomen, het hele grasveld en de stoep rond het Nederlands Instituut voor Biologie ligt er momenteel mee bezaaid: eikels, voortplantingsproducten van de zomereik Quercus robur .

 

Zijn er dit jaar meer eikels dan gebruikelijk? Volgens schattingen die de Wageningse fenoloog Arnold van Vliet jaarlijks uitvoert met Vereniging Wildbeheer Veluwe ‘gaat 2019 de boeken in als een redelijk mastjaar’ (Nature Today, 2 september). Er hangen op de Veluwe bijna twee miljoen kilo eikels aan inlandse eiken, waarvan de zomereik de meest voorkomende vertegenwoordiger is. Dat is minder dan het 28-jarig gemiddelde, maar beukennootjes en de rondere eikels van de Amerikaanse eik zijn ieder met een miljoen kilo dit jaar juist talrijker aanwezig dan normaal. De variatie in mastproductie tussen gebieden is dit jaar groot.

 

Neerdalende eikels en andere noten zijn voor veel bosbewoners een geschenk uit de hemel. Het strooigoed is voer voor eekhoorns, gaaien en wilde zwijnen. Letterlijk van levensbelang en door opvolgende mastjaren – met veel noten – kan een zwijnenpopulatie aanzienlijk groeien. Nog niet zo lang geleden werden eikels in Nederland zelfs nog alom geraapt als varkensvoer. In botanisch opzicht is de eikel een noot, een droge vrucht met verharde wand. Bijzonder is vooral het hoedje of napje op de eikel, die volgens de Flora van Nederland in feite een verharde bloembodem is. Bezit van een napje of capula – soms uitgegroeid tot complete schil of bolster – is het onderscheidend kenmerk waardoor eiken, beuken en kastanjes behoren tot de napjesdrager- of beukenfamilie (Fagaceae).

 

De naamgeving van de zomereik Quercus robur is simpel: quercus is Latijn voor ‘eik’ en robur betekent ‘krachtig’ of ‘sterk’. De zomereik levert hardhout, is zeer langlevend en heeft eigenlijk alleen positieve connotaties. Eikel als scheldwoord heeft echt een geheel andere herkomst – uit het Bargoens – en in dat opzicht valt die eikel ver van de boom.