Leni Duistermaat op veldonderzoek in de Biesbosch. Foto: Theo Muusse

 

Na vijftien jaar komt een nieuwe versie van de beroemde Heukels’ Flora uit. Leni Duistermaat ging de uitdaging aan om te bepalen welke plantensoorten Nederland anno 2020 huisvest.

 

Maar liefst tweehonderd pagina’s extra heeft de nieuwste Heukels’ Flora, die 13 februari in Naturalis werd gepresenteerd. Grotendeels nieuwkomers, maar ook taxonomisch is er een en ander veranderd. Het is de 24ste editie van de plantengids die in 1883 voor het eerst werd uitgegeven door Hendrik Heukels. ‘Een schoolleraar die een goede plantengids miste voor zijn leerlingen’, weet plantenonderzoeker Leni Duistermaat van Naturalis, die de bewerking op zich nam. Tegenwoordig heeft elke bioloog de Heukels’ ooit in zijn handen gehad, en is het steeds het standaardwerk voor studenten, ecologen en plantenliefhebbers. De gids werd afgelopen decennia bewerkt door de inmiddels overleden botanicus Ruud van der Meijden. Vier nieuwe edities maakte hij. In 2006 droeg hij het stokje over aan Duistermaat, die zich er afgelopen twee jaar echt volledig op heeft gestort.

 

‘Een soort noemen we ingeburgerd als die om te beginnen herkenbaar is’



De nieuwe Heukels’ is grotendeels gebaseerd op de plantencollectie in Leiden en enkele andere goede herbaria. ‘Planten komen alleen in de Flora als we er ook bewijsmateriaal van hebben. Herbariummateriaal dus, daar ben ik heel streng in. Daarnaast is het werk van professionele en vrijwillige floristen van groot belang geweest. Die waarnemingen komen in de Nationale Databank Flora en Fauna bij elkaar, maar veel floristen zijn ook georganiseerd in Floron, die de online verspreidingsatlas maakt.’ Veel stippen in deze atlas wil nog niet zeggen dat de soort ook in de Flora terechtkomt. ‘Dat hangt er heel erg vanaf of wij vinden dat die soort tot de wilde flora gerekend kan worden. Of het een natuurlijke opschuiving van het areaal is, of dat het een eenmalige introductie door menselijke activiteit is. Een soort noemen we ingeburgerd als die om te beginnen goed herkenbaar is, en hij moet zichzelf op minstens drie locaties stand weten te houden en nieuwe generaties weten te produceren. Daarbij gaan we uit van minimaal drie generaties. Dat zijn de soorten die op de Standaardlijst van de Nederlandse flora staan.’

 



Tekeningen

Ook qua uiterlijk is de gids veranderd. Alle genera hebben een ander kleurtje, waardoor de indeling duidelijker wordt en de gebruiker niet direct in een grijze brij van lettertjes verzuipt. ‘Er is ook een flink aantal tekeningen bijgekomen, gemaakt door onze eigen tekenaar Esmée Winkel’, meldt Duistermaat. ‘Zij is een internationaal geprezen tekenaar van planten en heeft met heel veel liefde tekeningen gemaakt voor deze Flora.’ Onder andere de voorbeeldtekeningen bij de botanische termen zijn vervangen. ‘Als je die niet goed beheerst, wordt het gebruiken van de Flora wel heel ingewikkeld.’

 



‘De volgorde is wel veranderd, dat gaan de gebruikers wel merken’



Ook zijn er veel toelichtende teksten; over de wijze van determinatie, over invasiviteit en giftigheid van soorten, maar ook veel wetenschappelijke referenties. ‘Ik heb gemeend, meer dan Ruud deed, om veel achtergronden te geven, met name om uit te leggen waarom ik bepaalde taxonomische keuzes heb gemaakt. Dat is vaak gebaseerd op wetenschappelijke artikelen.’

 

De keuzes heeft Duistermaat niet alleen gemaakt. Voor bepaalde groepen riep ze de hulp van specialisten in, en ze maakte gebruik van een klankgroep van dertig actieve floristen. ‘Ik heb een voorzet gedaan met soorten waarvan ik dacht dat ze in de Flora erbij moeten komen, ongeacht of ze ingeburgerd zijn of niet. Daar is een aantal van afgevallen, ook een heel aantal van bijgekomen. Toen was de vraag welke soorten uit de oude Flora die er wel in stonden maar niet ingeburgerd waren, in afgelopen vijftien jaar wel ingeburgerd zijn geraakt.’



Buurplant

Zoals bij elke taxonomische kwestie zijn er lumpers en splitters, die geneigd zijn soorten respectievelijk samen te voegen of juist op te delen. ‘Ik ben absoluut geen splitter’, aldus Duistermaat. Dat blijkt ook uit haar behandeling van de bramen. ‘De voortplanting bij bramen is heel vaak apomictisch, dat wil zeggen dat er vruchtvorming plaatsvindt zonder dat er bevruchting heeft plaatsgevonden. Je hebt dan dus een zuivere voortzetting van de vrouwelijke lijn. En iedere plant heeft zo zijn eigen morfologie, die wijkt op kleine onderdelen af van de buurplant. Als die lijnen gescheiden blijven, omdat er geen menging van dna plaatsvindt, krijg je morfologische lijnen die je in het veld kunt herkennen. Dat kun je soorten noemen, maar als taxonoom denk ik: daar valt wel wat op af te dingen. Daarom heb ik heb bijvoorbeeld de sectie corylifoli op het niveau van een soort staan, met daaronder verschillende vormen die te onderscheiden zijn.’

 

De vorige Flora was de eerste wereldwijd die de nieuwe indeling van de Angiosperm Phylogeny Group (de APG II-indeling met wat aanvullingen) volgde, die als eerste ook resultaten van dna-analyses meenam. Dat zorgde voor een flinke wijziging in omgrenzing van de families. De nieuwe Flora is gebaseerd op APG IV. ‘De familieomgrenzing is vrijwel gelijk gebleven, de volgorde is wel veranderd, dat gaan de gebruikers wel merken’, zegt Duistermaat. ‘Maar daar zit een hele wetenschappelijke onderbouwing achter, een evolutionaire boom aan de hand van dna-sequenties. Inmiddels is onze collectie ook aan die volgorde aangepast.’

 

Verdriet

Bij het volgen van ontwikkelingen rond het splitsen of samenvoegen van genera of soorten is Duistermaat behoudend. ‘Het is ook belangrijk niet klakkeloos de wetenschappelijke literatuur over te schrijven, maar kritisch te kijken waar nog ruimte en twijfel zit in de conclusies die ze trekken.’ Soms tot groot verdriet van sommige gebruikers van de Flora, weet ze. ‘We zijn toch allemaal mensen en we willen alles wat er een beetje anders uitziet een ander vakje geven. Maar taxonomie is wat anders dan een knopendoos sorteren.’

 

Heukels' Flora van Nederland
Leni Duistermaat
24ste editie
Noordhoff / Naturalis
Paperback, 688 pagina's, 54,95 euro