(Kader bij het achtergrondverhaal: Geluidloze plantaardige pandemieën)

 


 

Europese burgers kunnen nog wel legaal zonder paspoort binnen Europa reizen, sommige planten niet. Die verordening is in 2016 ingevoerd en geldt sinds 14 december 2019 voor al het plantaardig materiaal dat volledige planten kan voortbrengen. In de praktijk gaat het om teeltmateriaal, zaden, pot-, perk-, water- en kuipplanten. De achterliggende reden is te voorkomen dat men door transport van stekken, zaden en pootgoed ook belagers van planten naar elders versleept. Hier zijn grote belangen mee gemoeid. Zo heeft alleen de Nederlandse sierteelt al een exportwaarde van ruim 9 miljard euro. Het plantenpaspoort verwijst naar een fytosanitair certificaat, dat garandeert dat de planten vrij zijn van schadelijke organismen. Als er toch problemen optreden, is de mogelijke bron hiervan zo makkelijker te traceren. Plantenpaspoorten zijn niet voorzien van pasfoto’s, maar bestaat uit stroken met de EU-vlag, botanische naam, fytosanitaire registratienummer, partijnummer of traceringscode en het land van herkomst.

 

 

Echt ongewenste vreemdelingen zijn de 175 organismen op de lijst Quarantaine-organismen: van het aardappelvirus APLV tot de olijfboomdodende bacterie Xylella fastidiosa. Bedrijven waarbij op planten besmettingen met zulke Q-organismen worden aangetroffen gaan soms langdurig op slot en mogelijke waardplanten ervan zijn paspoortplichtig. Voor particulier verkeer van planten geldt die plicht nog niet, maar Brussel probeert via campagnes burgers en hobbyisten wel bewust te maken van de risico’s van de insleep van schadelijke organismen. Zo roept zij reizigers dringend op om geen zaden of stekken als souvenirs mee te nemen.