(Kader bij het achtergrondverhaal: Geluidloze plantaardige pandemieën)

 

Nederland stond er ooit vol mee: iepen of olmen (Ulmus-soorten). Prachtige, veelzijdige laan- en straatbomen die goed bestand zijn tegen zeewind, wortelbeschadiging en luchtverontreiniging. Tot 1919 stonden er naar schatting zo’n 1,5 miljoen iepen langs Nederlandse wegen en kanalen. Tot een eeuw geleden de iepziekte haar intrede deed, waardoor het iepenbestand door preventieve ruiming letterlijk decimeerde en het Nederlandse landschap een metamorfose onderging. De iepziekte is ook onlosmakelijk verbonden met de Nederlandse plantenziektekunde, dankzij het pionierswerk van Johanna Westerdijk en haar – overwegend vrouwelijke – medewerkers op het Fytopathologisch Laboratorium in Baarn. Onderzoek dat Westerdijk, de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland, onder vakgenoten de eretitel grand lady of phytopathology in the Netherlands opleverde (European Journal Plant Pathology, 2019). De succesvolle identificatie van de verwelkingziekte – veroorzaakt door de schimmel Ophiostoma ulmi en ingenieus verspreid door de zwartbruine iepenspintkever (Scolytus scolytus) – zorgde dat de waarschijnlijk uit Azië afkomstige ziekte internationaal bekendheid krijgt als Dutch elm disease.

 

Iepenvaccinatie in Haarlem in het voorjaar van 2020. Foto: BTL Bomendienst

 

Door ontwikkeling van resistente iepklonen start rond 1960 weer aanplant van iepen, tot vanaf 1972 de nieuwe, agressievere schimmelvariant Ophiostoma novo-ulmi, afkomstig uit Amerika, Europese iepen op de rand van de afgrond brengt. Nederland voerde van 1977 tot 1991 een stringent beleid om uitval te minimaliseren maar toen dat werd losgelaten kwam er een nieuwe golf met 10 tot 15 procent uitval. Sinds 1992 is een biologisch bestrijdingsmiddel beschikbaar om iepen jaarlijks te vaccineren. Dit ‘vaccin’ – eigenlijk geïnduceerde resistentie – bevat sporen van de schimmel Verticillium albo-atrum, die na injectie het immuunsysteem van gezonde iepen activeert en beschermt tegen iepziekte. De kostbare behandeling wordt vooral ingezet om waardevolle iepen in steden te behouden. Jaarlijks krijgen zo’n 25 duizend iepen zo’n injectie, waardoor vrijwel geen uitval meer optreedt. Ook werpen langlopende kruisings- en selectieprogramma’s inmiddels hun vruchten af en komen steeds meer resistente iepenrassen beschikbaar. Zo blijft het mogelijk ieder voorjaar in Amsterdam te genieten van het Springsnow-festival, als vanaf 30 duizend iepen de karakteristieke zaadjes als lentesneeuw door de straten dwarrelen.