Genoomtechnoloog Johan den Dunnen geportretteerd in de Leidse tunnel met keramische verbeeldingen van dna-profielen.

 

Doordat twintig jaar geleden het complete menselijke genoom in kaart is gebracht, zijn veel doorbraken bereikt, meent de Leidse genoomtechnoloog Johan den Dunnen. Hij vindt dat het nu tijd is dat ieder zelf zeggenschap krijgt over zijn genoom.

 

‘Als je een rib hebt gebroken en er daarvoor een röntgenfoto wordt gemaakt, vindt niemand het raar als de arts je ongevraagd ook wijst op een verdacht vlekje in de longen. Grote kans dat je dan een doorverwijzing krijgt naar een specialist. Bij genetische screening doen ze daar veel moeilijker over en moet je vooraf aangeven wat je wel of niet wil weten. Dat is eigenlijk raar. Daarnaast, nu het vaak al goedkoper is om gewoon het complete genoom te sequensen, neemt de kans op bijvangsten alleen maar toe’, vertelt Johan den Dunnen, hoogleraar medische genoomtechnologie bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Aanleiding voor het interview is de jaarlijkse DNA Day van 25 april, dit jaar extra feestelijk omdat twintig jaar geleden het complete menselijk dna in kaart is gebracht. ‘Wetenschappelijk gezien was die primeur in februari 2001, met de gelijktijdige publicatie van de eerste kladversie van het humaan genoom in zowel Science als Nature. Tsja, wat is compleet? In 2001 was 95 procent van het humaan genoom gesequenst, maar er hebben nog jaren gaten in gezeten. Met name de repetitieve sequenties van centromeren, telomeren en het ribosomale dna zijn pas net ontward’, vertelt Den Dunnen. ‘Het humaan genoomproject was destijds een enorme onderneming. Er is door onderzoekers vijftien jaar aan gewerkt om het eerste genoom te sequensen, met als geschatte kosten een paar miljard euro. Een humaan genoom lees je nu binnen één dag af voor minder dan 1000 euro. Het kan vast nog sneller, maar de prijs zakt niet meer. Er zijn wel regelmatig stuntaanbiedingen voor minder dan 200 euro.’



PRIMEUR

In 2007 was nog maar van twee personen een compleet doorzoekbaar genoom beschikbaar: van de Amerikanen Craig Venter en James Watson. 'Daarom hebben we vanuit Nederland in 2008 ook de eerste vrouw gesequenst.’ Die primeur ging naar zijn LUMC-collega Marjolein Kriek, op initiatief van Den Dunnen en de afgelopen jaar overleden Nederlandse genoompionier Gert-Jan van Ommen. Inmiddels zijn wereldwijd van meer dan 30 miljoen individuen gedetailleerde genoomgegevens bekend (Science, 5 februari). ‘Het betreft voornamelijk genomen van Westerse en Aziatische herkomst. Afrika is nog sterk ondervertegenwoordigd, terwijl de genetische variatie op dat continent het grootst is. Diversiteit verdient zeker meer aandacht.’



‘Een humaan genoom lees je nu binnen één dag af voor minder dan 1000 euro’



Dat na de presentatie van het complete humane genoom al snel werd gemopperd dat beloofde doorbraken voor medische toepassingen uitbleven en genetici te veel verwachtingen hadden gewekt om geld binnen te harken, is volgens Den Dunnen onzin. ‘De media hebben de verwachtingen opgeblazen. Wetenschappers wisten wel dat het enige tijd zou duren, maar je kunt niet verwachten dat ze bij fondsenwerving alleen mitsen en maren opschrijven. Het was visionair en je hoeft nu maar even om je heen te kijken welke medische doorbraken er allemaal mee zijn bereikt’, aldus Den Dunnen. ‘De eerste medische toepassingen waren voor erfelijke ziekten die gebaseerd zijn op mutaties in één gen.

 

Inmiddels zijn we in staat het gehele genoom in een keer te bekijken en veel sneller van veel meer erfelijke aandoeningen de oorzaak op te sporen. Ook bij ziekten die door meer genen bepaald worden, zoals borstkanker, worden gepersonifieerde risicovoorspellingen nu al in de praktijk toegepast.’ Een ander toepassing is nu te zien bij infectieziektes. ‘Door de huidige kennis van het genoom vond men in Nijmegen heel snel dat dragers van een TLR7-mutatie een grotere kans hebben om als coronapatiënt op de ic te belanden’, constateert Den Dunnen. ‘En – niet onbelangrijk – we weten nu ook dat er genen van neanderthalers en denisovamensen in ons zitten’, zegt hij glimlachend.



DNA-BANK

Den Dunnen bepleit een effectiever gebruik van ingezamelde dna-informatie. ‘Van veel patiënten wordt het dna gesequenst, maar alleen informatie gebruikt die samenhangt met de diagnostische vraagstelling. Ook blijven de dna-gegevens achter in het ziekenhuis. Wat mij betreft laten we iedereen zijn eigen dna beheren. In een soort coöperatieve dna-bank, net zoals we gewend zijn om een bank ons te laten helpen ons geld te beheren. Je bepaalt dan zelf welke informatie je wilt hebben en voor welke toepassing of onderzoek je wel of niet toestemming geeft om je dna-gegevens te gebruiken. We kunnen van iedere baby op dag 1 een dna-monster nemen, dat laten sequensen en gebruiken voor een uitgebreide hielprik voor alle erfelijke ziekten. Het is vervolgens ook bruikbaar als medicijnenpaspoort: welke geneesmiddelen werken gezien jouw dna waarschijnlijk wel of niet en welke dosis moeten we gebruiken. Als je 18 jaar wordt, krijg je de vraag: ‘Wat wil je allemaal nog meer weten?’. Met een dna-bank kunnen we morgen beginnen. Iedereen ziet allerlei beren op de weg en dan is er na jaren plannen nog niks. Laten we het gewoon doen! Ik wil best zelf beginnen, maar zoek voor de opstart wel iemand die echt verstand heeft van databeheer’, vertelt Den Dunnen. ‘En, laten we vooral ook gezonde mensen gaan sequensen. Er is nu een bias voor ziekte, uiteindelijk willen we toch vooral graag weten hoe een gezond iemand eruit ziet.’

 

N.B. (24 april): Literatuurverwijzing (Nature, 5 februari) verandert in (Science, 5 februari). (GvM)