Europese egels zijn een natuurlijk reservoir voor ziekenhuisbacterie MRSA. Foto: Pia B. Hansen

 

Meticilline-resistentie bij Staphylococcus aureus ontstond niet door klinisch antibioticagebruik, maar door een evolutionaire strijd op de huid van egels.

 

De beruchte ‘ziekenhuisbacterie’ MRSA, de meticilline-resistente versie van Staphylococcus aureus, is niet ontstaan door overmatig antibioticagebruik, maar door een natuurlijk proces bij egels. Dat concludeert een internationaal onderzoeksteam 5 januari in Nature. Het bestaan van zulke natuurlijke reservoirs voor antibioticaresistente bacteriën maakt zorgvuldig omgaan met antibiotica door mensen des te belangrijker, stellen ze. S. aureus-stammen die op egels leven blijken al zo’n tweehonderd jaar geleden resistent geworden tegen meticilline, dankzij gen mecC – ruim voor de ontdekking van antibiotica. Dat blijkt uit een reconstructie van de evolutionaire geschiedenis van verschillende S. aureus-stammen die bij egels verspreid door Europa en Nieuw-Zeeland voorkomen. Vermoedelijk zijn de resistente bacteriën vervolgens overgestapt naar vee en mensen.

 

Dat sommige egels MRSA-dragers zijn is niet zo gek, want behalve S. aureus leeft op hun huid ook vaak de schimmel Trichophyton erinacei. Deze schimmel produceert zelf antibiotica om S. aureus te bestrijden. Daarop ontstond waarschijnlijk een evolutionaire wapenwedloop waarbij meticilline-resistente bacteriën in het voordeel zijn.

 

Aangezien wetenschappers bij S. aureus-stammen met gen mecC weinig genetische markers voor aanpassing aan vee of mensen vinden, lijkt de egel als primaire gastheer voor MRSA het meest voor de hand liggend. Ze houden nog wel een slag om de arm; hoewel egels voor veel MRSA-stammen een belangrijke rol spelen, sluit de studie niet uit dat sommige stammen op een andere manier zijn ontstaan.