Door Aafke Kok - Foto: Imageselect - 02-07-2022 - Microbiologie

Zelf geplukte vruchten snoepen tijdens een boswandeling klinkt leuk, maar is niet altijd een goed idee.
Een mooie zomerwandeling lijkt nog mooier als er onderweg een handje bramen te plukken valt. Líjkt mooier, want zo’n aangename bonus is een onschuldig ogend handje bosvruchten niet per se. Bosvruchten kunnen immers besmet zijn met de vossenlintworm (Echinococcus multilocularis), en dat is voor mensen hartstikke dodelijk. Toch?
‘Als je er ziek van wordt en daar niks aan doet, is dat over het algemeen inderdaad dodelijk’, vertelt Miriam Maas, projectleider vossenlintwormonderzoek bij het RIVM. ‘De meeste mensen die de vossenlintworm binnen krijgen worden echter niet ziek, zo weten we uit onderzoek in het buitenland. Hun immuunsysteem ruimt de parasiet op.’ Bovendien eindigt infectie in Europa ook voor wie wel ziek wordt meestal niet met dodelijke afloop; behandeling is namelijk wel mogelijk.
‘Gemakkelijk is dat niet; het is niet een kwestie van een antiwormtabletje slikken. De vossenlintworm zit goed verstopt in het lichaam. Hij vestigt zich in de lever, en is goed beschermd tegen antiwormmiddelen. Afhankelijk van de infectie wordt er een deel van de aangedane lever operatief verwijderd. Daarnaast moeten patiënten soms levenslang medicatie slikken die de worm onderdrukt’, vertelt Maas.
Oorspronkelijk kwam de vossenlintworm alleen in Centraal-Europa voor, ten noorden van de Alpen in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, maar de laatste decennia is hij bezig aan een opmars. Inmiddels zit de parasiet ook in andere Franse en Duitse regio’s, maar ook in onder meer Italië en grote delen van Oost-Europa. Maas: ‘In 1996 en ’97 vonden we de eerste gevallen in Nederland, in het puntje van Zuid-Limburg en in Oost-Groningen. In Groningen is het verspreidingsgebied sindsdien min of meer gelijk gebleven. In Limburg is het iets verschoven naar het noorden. Op basis van onze modellen hadden we het nu ook in Noord-Limburg verwacht, maar bij ons laatste onderzoek hebben we de vossenlintworm daar niet aangetroffen. We konden wel minder vossenkeutels verzamelen dan gehoopt, dus als de worm bij minder dan 8 procent van de vossen voorkomt hebben we het wellicht gemist.’ Maas verwacht dat de vossenlintworm in Nederland uiteindelijk meer terrein gaat veroveren. ‘De ene regio kan wat geschikter zijn qua ecologie dan de andere. Maar in principe is het overal mogelijk: door heel Nederland zitten zowel vossen als tussengastheren voor de parasiet; kleine knaagdieren. Daarom onderzoeken we het verspreidingsgebied regelmatig.’
De vossenlintworm zit goed verstopt in het lichaam
INCUBATIETIJD
Sinds de komst van de vossenlintworm in Nederland zijn vermoedelijk zo’n tien mensen hier besmet. ‘Dat aantal kan nog oplopen; de incubatietijd is erg lang, wel vijf tot vijftien jaar. Dat maakt het ook lastig vast te stellen waar men de infectie heeft opgelopen. Hopelijk komen er geen nieuwe gevallen bij; dat proberen we in elk geval te voorkomen met voorlichting via de GGD’s van de regio’s waar de vossenlintworm voorkomt’, zegt Maas.
Geen dode vossen of uitwerpselen aanraken lijkt dan in elk geval een logisch advies, maar hoe zit het met die bramen tijdens de zomerwandeling? Maas: ‘Bramen plukken komt uit onderzoek naar voren als risico. Hoe het precies werkt is onbekend – wellicht dat vossenlintwormeitjes via met regen opspattende poep de vruchten bereiken, of opwaaien. In ieder geval adviseren wij om, zeker in de risicogebieden Zuid- en Midden-Limburg en Oost-Groningen, bosvruchten altijd goed te wassen – de eitjes zijn plakkerig, dus echt grondig wassen – en het liefst ook te verhitten.’
Dwarse vragen van leerlingen? Mail uw vragen naar redactie@bionieuws.nl.