De Nederlandse paleobioloog Melanie During bezig met het uitgraven van een visfossiel op de vindplaats Tanis in North Dakota. Foto: Jackson Leibach

 

De vindplaats Tanis in North Dakota is een unieke bron van fossiele organismen die de Chicxulub-inslag 66 miljoen jaar geleden vrijwel live meemaakten. ‘Een absolute goudmijn’, beheerd door de wispelturige en nu zelfs van wetenschapsfraude verdachte paleontoloog Robert DePalma.

 

‘Hij zit op een goudmijn en als hij het wat slimmer had aangepakt was hij nu al co-auteur van minstens tien publicaties in Nature en andere toptijdschriften geweest. Nu heeft hij volgens Scopus vijf publicaties, waarvan twee recente: de PNAS-publicatie met ons en de publicatie in Scientific Reports, die op zijn minst rammelt en waar nu zelfs een verdenking van wetenschapsfraude op rust. Het is bijna zielig en ook frustrerend dat wetenschappelijke publicaties over zo’n belangrijke site zo traag van de grond komen’, zegt de Nederlandse paleobioloog Johan Vellekoop, werkzaam bij de universiteit van Leuven en het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel. Hij was in 2019 mede-auteur van een artikel in PNAS dat de fossiele vindplaats Tanis in het Amerikaanse North Dakota in een klap wereldwijd op de kaart zette. Tanis bleek daarin een goed bewaard massagraf van vissen en andere organismen die de dood vonden op de dag dat 66 miljoen jaar geleden bij het Mexicaanse schiereiland Yucatán de Chicxulub-meteoriet insloeg en daarmee het dinotijdperk beëindigde (zie ‘Momentopname uitsterfgolf eind-Krijt’, Bionieuws 7, 2019). De publicatie verscheen op 1 april, maar was zeker geen grap en kreeg wereldwijd enorm veel media-aandacht. Eerste auteur was de vrij onbekende Amerikaanse paleontoloog Robert DePalma, destijds masterstudent geologie aan de University of Kansas. Hij wordt nu verdacht van het fabriceren van onderzoeksresultaten in een publicatie in Scientific Reports van december 2021 met onder meer isotoop- en botgroei-analyses aan visfossielen afkomstig uit Tanis (zie ‘Paleontoloog beticht van wetenschappelijke wangedrag’, Bionieuws 20, 2022).

 

Een Tanis-fossiel van een vrij complete lepelsteur, een van de vissoorten waarop Melanie During en collega's hun Nature-publicatie baseren. Foto: Melanie During.



GOUD

Vellekoop plaatst de nodige vraagtekens rond de verdachte publicatie, maar durft zijn hand wel in het vuur te steken voor de PNAS -publicatie waaraan hij in 2019 meewerkte en voor het unieke karakter van de Tanis-vindplaats, ook al heeft hij de site nooit zelf bezocht. ‘Ik ken veel collega’s die in Tanis geweest zijn. Het fossiele materiaal is uniek en echt, daar twijfelt niemand aan. DePalma heeft goud in handen, maar het frustrerende is dat er heel weinig uit zijn handen komt. Hij wil zo graag alles zelf doen, terwijl hij veel werk beter aan experts kan overlaten. We hebben overigens zelf al eerder bewust afstand van DePalma genomen, omdat we het niet eens zijn met de manier waarop hij onderzoeksresultaten in de openbaarheid brengt. Hij vertelt van alles in de media, terwijl daar dan nog geen wetenschappelijke publicaties aan ten grondslag liggen. Dat is een wetenschappelijke doodzonde, want een fossiel bot bestaat pas als je erover gepubliceerd hebt en het de collegiale toetsing van peerreview heeft doorstaan’, meent Vellekoop.





Robert DePalma - een neef van filmregisseur Brian DePalma - bij Tanis geportreteerd in de BBC-documentaire Dinosaurs: the final day. Foto: BBC Studios

 

‘DePalma zit op een goudmijn, maar hij heeft helaas ook hevig zitten te klungelen’



 

Voorbarig was bijvoorbeeld het grote en spectaculaire artikel in The New Yorker dat twee dagen voor de PNAS -publicatie in druk verscheen en waaraan DePalma had meegewerkt. ‘Onze pr-afdeling zat braaf te wachten om netjes een afgestemd persbericht de deur uit te doen, toen ze door de berichtgeving werden overvallen. Een eerste keer kun je dan nog denken aan jeugdig enthousiasme en onwetendheid, maar DePalma blijft er mee doorgaan en ventileert ook allerlei claims die nog helemaal niet onderbouwd zijn. Dat is geen fraude, maar in de wetenschap wel onethisch gedrag en daar willen wij niet aan meewerken’, aldus Vellekoop.

 

Beeld (met links David Attenborough en rechts Brian DePalma) dat de persafdeling van BBC in mei 2022 uitbracht rond de spectaculaire en speculatieve documentaire Dinosaurs: the final day. Beeld: BBC Studios

 

 

In het artikel The Day the Dinosaurs Died in The New Yorker van 29 maart 2019 verhaalt DePalma bijvoorbeeld over fossiele vondsten van dinosauriërveren, een compleet gravend zoogdier (‘Dougie’) in zijn hol, fossiele mierennesten en van de meteoriet afkomstige tektieten in barnsteen. Allemaal vondsten bij Tanis waarover nog geen wetenschappelijke publicaties zijn verschenen. Dit geldt ook voor de fossielen van een intact ei met pterosaurusfoetus, een zeeschildpad met een houten stok door zijn lichaam en een intacte achterpoot van een Thescelosaurus die DePalma trots toont in de BBC-documentaire Dinosaurs: The Final Day die 15 mei 2022 in het Verenigd Koninkrijk in première ging. Ook ventileert hij allerlei claims in zijn colloquium A Blast from the Past dat hij 21 april 2022 hield voor een gebiologeerd gezelschap op het NASA Goddard Space Flight Center in Washington DC, dat ook op YouTube is geplaatst.

 

‘Hij is vooral een veld- en vertebratenpaleontoloog maar neigt zich nu ook voor te doen als een deskundige in microfossielen, stratigrafie en tektieten. Dat kun je veel beter overlaten aan de echte experts. Het is ook niet nodig, hij heeft zijn handen eigenlijk al vol met het coördineren van de opgravingen bij Tanis en met zorgen dat er teams met de juiste expertise met het materiaal aan de slag gaan’, stelt Vellekoop. Het was dan ook te prijzen dat DePalma – na bijna vijf jaar in stilte in Tanis gewerkt te hebben – in 2016 contact opnam met de Amsterdamse VU-geoloog Jan Smit. Die geldt als een expert in het onderzoek naar geologische sporen van de impact van de Chicxulub-astroïde aan het eind van het Krijt. Op het grenslaagje van Krijt-Tertiair, nu meestal Krijt-Paleogeen(K-Pg)-grens genoemd, zijn inmiddels wereldwijd op meer dan honderd plaatsen extreem hoge concentraties van iridium gevonden. Dit wijst op een mondiale impact van de inslag, die overigens niet alleen het einde betekende voor de iconische dinosauriërs, maar ook voor ammonieten, schelpdierachtige rudisten en tal van foraminiferen. Het was een echt life changing event omdat het ruimte bood aan de opkomst van onder meer zoogdieren. Kristallijne glasbolletjes (tektieten) op de K-Pg-grens getuigen van gigantische wolken gesmolten en verdampt materiaal die de aarde rondgingen en zetten Smit en collega’s aan tot identificatie van de inslagkrater rond het plaatsje Chicxulub op het Mexicaanse schiereiland Yucatán.

 

Een verbeelding van de dag waarop Tanis 66 miljoen jaar geleden werd getroffen door een vloedgolf en bombardement met tectieten die deze unieke fossiele vindplaats nu kenmerken. Illustratie: Joschua Knüppe.

 



RECONSTRUCTIE

Voor Smit, Vellekoop en ook DePalma zijn microtektieken in de kieuwen van fossiele vissen bij Tanis een belangrijke aanwijzing dat al heel kort na de inslag dramatische gebeurtenissen rond deze vindplaats plaatsvonden. ‘DePalma wilde er liefst van alles en nog wat bijhalen, maar het was belangrijk de eerste publicatie te concentreren op een reconstructie van de chronologie en de unieke omstandigheden waaronder de fossielen destijds zijn afgezet’, vertelt Smit via Skype. Het scenario dat ze in PNAS beschrijven voor de bijzondere afzetting van fossielen van zowel zee-, land- en zoetwaterplanten en -dieren bij Tanis is gebaseerd op seismische schokgolven die binnen een half uur na inslag van de meteoriet op 3.000 kilometer afstand tot een vloedgolf leidden. Hierdoor werden bij Tanis in een bocht van een oude rivier aan de kust van de binnenzee Western Interior Seaway met grote kracht planten en dieren door elkaar gehusseld en gelijktijdig gebombardeerd door grote hoeveelheden microtektiekdruppeltjes, rechtstreeks afkomstig van de catastrofale inslag. ‘Die afstand klinkt onvoorstelbaar, maar seismische aardschokken of seiche -golven kunnen heel snel grote afstanden afleggen. Dat bewijst een YouTube-filmpje waarop je ziet dat in een Noors fjord in 2011 een vloedgolf ontstaat een half uur na een aardschok in Japan’, aldus Smit. Het zijn deze unieke en zeldzame omstandigheden die Tanis volgens de auteurs zo bijzonder maken: een onder zeer turbulente omstandigheden bij elkaar gedreven en samengeperste flora en fauna die door een afdekking van fijn slib de fossiele getuigen zijn van de eerste tien minuten na de inslag, 66 miljoen jaar geleden. Ze zijn buitengewoon goed bewaard gebleven en in dat opzicht is Tanis vergelijkbaar met Lagerstätte-vindplaatsen als Solnhofen (archaeopteryxen en pterosauriërs) en Holzmaden (ichthyosauriërs en zeelelies).

 

De Tanis-vindplaats bevindt zich op zo'n 3.000 kilomert ten Noordwesten aan de toenmalige Western Interior Seaway, een soort binnenzee. Illustratie: Moebius

 

Ook voor Smit, die Tanis meerdere keren bezocht, staat het unieke van deze vindplaats vast. ‘Ik heb met mijn eigen ogen een heel groot deel van de vondsten kunnen zien, ze zijn allemaal echt en ongelofelijk’, constateert Smit. ‘DePalma zit op een goudmijn, maar hij heeft helaas ook hevig zitten te klungelen’. De recente beschuldigingen van fraude hebben Smit in een lastige positie gebracht. Hij was voor zijn emeritaat begeleider van klokkenluider Melanie During en ook mede-auteur van het artikel waarin zij aan de hand van isotopenonderzoek en groeipatronen in fossiele kaakbotten van steuren en lepelsteuren bij Tanis aantonen dat de meteorietinslag voor het noordelijk halfrond in de lente plaatsvond (Nature, 2022, zie ook Bionieuws 4, 2022). Smit denkt niet dat DePalma in zijn Scientific Reports-publicatie gegevens vervalst heeft. Hij zag daarom af mede-auteur te worden van de preprint waarin During en Zweedse collega’s 6 december hun verdenkingen openbaar maakten. ‘Ik ben bang dat dit alleen maar verliezers oplevert en doe met vele anderen pogingen om deze zaak tot een goed einde te brengen, voor zover dat al mogelijk is’, stelt Smit. Hij erkent wel dat DePalma en de redacteur van Scientific Reports heel veel fouten hebben gemaakt, During onheus behandeld hebben en een verklaring schuldig zijn voor de fouten en slordigheden in de publicatie.

 

Paleontoloog Robert DePalma (uiterst links) en zijn begeleider Phil Manning op de vindplaats Tanis bij het laagje dat volgens hen de grens tussen het Krijt en het Paleogeen markeert. Deze persfoto werd door de Universiteit van Manchester uitgebracht bij een persbericht over de nu betwiste publicatie in Scientific Reports van december 2021. Foto: University of Manchester.

 

 

Voor During was het veldwerk bij Tanis in augustus 2017 waarover ze een afstudeerscriptie zou schrijven ‘een knallende afsluiter van mijn studie’. Ze werkte er met veel plezier aan en DePalma stemde ook in om de visfossielen op te sturen om er in het VU-lab analyses aan te doen. ‘Alles veranderde nadat ik hem mijn thesis stuurde, toen begon hij mij plots te verwijten dat ik dit helemaal niet mocht onderzoeken. DePalma reageerde nooit meer direct op mijn emails en begon allerlei negatieve en suggestieve berichten over mij aan anderen te sturen’, vertelt During. ‘Dat hij zelf met een vergelijkbare publicatie bezig was, heeft hij mij nooit laten weten.’

 

 

De Tanis-vindplaats geportreteerd in de BBC-documentaire Dinosaurs: the final day. Foto: BBC Studios



Tanis-vindplaats

De Tanis-vindplaats in North-Dakota is onderdeel van de Hell Creek-formatie, beslaat in omvang zo’n twee voetbalvelden en ligt op particulier terrein. Robert DePalma heeft als onbezoldigd curator van het natuurhistorisch museum van West Palm Beach in Florida een langlopend leasecontract met de lokale rancher die erop toeziet dat niemand zonder zijn toestemming fossielen kan opgraven. Dit museum registreert overigens alle opgegraven fossielen van Tanis en deze zijn in principe beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. De kans dat Tanis een vergelijkbare status krijgt als het door de National Park Service beheerde Dinosaur National Monument in Colorado is volgens VU-geoloog Jan Smit nihil: ‘Particulier terrein is heilig in de Verenigde Staten: je mag er afgeschoten worden.’

 

 

NASCHRIFT

Een onderzoekscommissie van de Universiteit van Manchester, waaraan DePalma als PhD-kandidaat en zijn mede-auteur en huidige begeleider Phil Manning verbonden zijn, buigt zich momenteel over deze kwestie. Reden voor DePalma en Manning om hierover nu niet in de openbaarheid te treden. Ook Scientific Reports wil geen commentaar geven, maar meldt op de website bij de betwiste publicatie: ‘Lezers worden erop gewezen dat de betrouwbaarheid van de gegevens in dit manuscript momenteel in het geding is. Zodra deze kwestie is opgelost, worden passende redactionele maatregelen genomen.’