Zicht op de ENCI-groeve met op de noordwand het hoog gelegen uitzichtpunt. Foto: Moebius.

Het is het enige geologische tijdperk met een Nederlands etiket: het Maastrichtien. Het viert dit jaar zijn 35ste lustrum en is dankzij de aandacht voor mosasaurussen en extincties, plus de openstelling van de ENCI-groeve actueler dan ooit.

‘Alleen al dankzij de T. rex is het Maastrichtien het tijdperk dat veel over de tong gaat. Dan vergeten we maar even dat Hollywood die T. rex in Jurassic Park liet opdraven en dat in latere edities zelfs een moordlustige reuzenmosasaurus meedeed. We zitten in het Boven-Krijt vlak voor de laatste mondiale uitsterfgolf wat enorm tot de verbeelding spreekt en we hebben prachtig fossiel materiaal van mosasaurussen, ammonieten, schelpen en zelfs ingevlogen vogels. Spectaculaire soorten, maar het gaat niet om postzegels verzamelen. Het is vooral mooi dat we een steeds completer en tastbaarder verhaal kunnen vertellen over het ecosysteem en complete voedselketens in een ondiepe tropische kustzee’, vertelt paleobioloog Leon Claessens, hoogleraar vertebratenpaleontologie en evolutie aan Maastricht University. Hij is samen met conservator John Jagt van het Natuurhistorisch Museum Maastricht initiatiefnemer van twee driedaagse internationale conferenties die achtereenvolgens tussen 8 en 15 september in de Limburgse hoofdstad plaatsvinden: de lustrumconferentie Maastrichtian 175 years en de 7th Triennial Mosasaur Meeting. ‘Daar komen experts van over de hele wereld op af. Er wordt volop onderzoek gedaan aan het Maastrichtien, mosasaurussen en andere mariene monsters uit het Mesozoïcum. Er staan mooie verhalen op het programma en we gaan op de derde congresdag natuurlijk het veld in om een bezoek te brengen aan de ENCI-groeve in de Sint-Pietersberg en de Krijt-Paleogeengrens bij Gulpen. Dat is toch onze unieke achtertuin’, vult Jagt aan.


‘We beschikken nu over een enorme toegankelijke badkuip waar we nog steeds heel bijzondere fossielen uit kunnen opdiepen’

MIJNSCHACHTEN

Het geologisch tijdperk Maastrichtien is in 1849 ingevoerd door de Belgische geoloog en mijnbouwkundige André Dumont die de kalkafzettingen rond de Sint-Pietersberg bij Maastricht onderzocht. In die kalksteen zochten neanderthalers in de prehistorie al naar vuurstenen voor stenen werktuigen en sinds de Middeleeuwen is daar via een doolhof aan mijnschachten allerlei bouwmateriaal uit gehaald. ‘Dumont zag in dat de chronologie in afzettingen bij Maastricht een zelfstandig tijdvak rechtvaardigden. De typelocatie bevindt zich in de ontsluiting langs de Maas die nu direct achter het hoofdkantoor van de ENCI (Eerste Nederlandse Cement Industrie, red.) ligt. De afzettingen staan nu lokaal bekend als de Formatie van Maastricht en daaronder het bovenste deel van de Formatie van Gulpen’, vertelt Jagt. Het Maastrichtien kreeg zo een vaste plaats op strategrafische kaarten, die sinds 1974 onder controle staan van de International Commission on Stratigraphy. ‘Inmiddels weten we dat op de typelocatie van Dumont het onderste laagje van het Maastrichtien ontbreekt. Daarvoor fungeert nu een ijkpunt bij Tercis-les-Bains in Zuidwest-Frankrijk. De top van het Maastrichtien valt samen met de befaamde Krijt-Paleogeengrens en die is in 1992 ook hier in de Geulhemmerberg ontdekt, dus het complete Maastrichtien is hier in de directe omgeving aanwezig’, aldus Jagt.

Typelocatie Maastrichtien in de oostflank van de Sint Pietersberg, in 1849 ingesteld door geoloog André Dumont, nu verborgen achter het ENCI-hoofkantoor. Foto: Romaine.

‘Er zijn nu misschien plaatsen waar een nog mooier en vollediger pakket aan Maastrichtien ligt, maar de naamverbintenis is nu wel bestendigd en verankerd in de wetenschap’, stelt Claessens tevreden vast. ‘Typelocaties zijn meestal mariene afzettingen omdat die een relatief complete stratigrafie en inhoud aan fossielen hebben.


Verslag van veldwerk in de ENCI-groeve door het Natuurhistorisch Museum Maastricht en studenten van het Maastricht Science Programme onder leiding van paleobioloog Leon Claessens. (L1, 21 juli 2024).

Dat is ook iets dat je terugziet in de wanden van de ENCI-groeve. Als je daar rondloopt voelt het echt of je op vakantie bent op een tropisch strand en zie je met enige fantasie overal maashagedissen, ammonieten, pijlinktvissen en zeeschildpadden rondzwemmen’, stelt Claessens. Deze zomer gaf hij leiding aan veldwerk met een groep studenten van het Maastricht Science Programme in het deel van de ENCI-groeve dat bekendstaat als De Schark. ‘Ik vertel mijn studenten dan altijd dat ze misschien wel bezig zijn het allerlaatste laagje af te schrapen waaronder zich een nieuwe mosasaurus bevindt. Maar we vinden natuurlijk vooral schelpjes en fragmenten van andere ongewervelden, waar we ontzettend blij mee zijn. Het helpt ons het verhaal van het Maastrichtien completer te maken. Het is ontzettend belangrijk dat we het leven kort voor zo’n grote extinctie beter leren kennen, omdat het inzicht geeft in evolutionaire en historische processen die iedere bioloog moet kennen.’


CEMENT

Claessens wil niet te lang stilstaan bij alle fossielen die tussen 1926 en 2018 door de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI) tot cement zijn vermalen in de 150 hectare groeve. ‘Er zijn vast prachtige exemplaren verloren gegaan, maar oplettende werklui, amateurs en paleontologen hebben ook prachtige vondsten gedaan. Bovendien beschikken we nu over een enorme toegankelijke badkuip waar we nog steeds heel bijzondere fossielen uit kunnen opdiepen. Terugkijken is belangrijk, maar vooruitkijken nog belangrijker.’

Behalve zeedieren als maashagedissen, ammonieten en zee-egels (zie ook: ’Fossiele schatten uit het Maastrichtien’) hebben de groeves rond Maastricht ook veel onverwachte bijvangsten opgeleverd. Zoals twee ingevlogen vogels of gevederde dino’s: de schedel van de ‘krijtkip’ Asteriornis maastrichtensis, de oudste vertegenwoordiger van de Neornithes of ‘nieuwe vogels’ (Nature, 2020), en de jongstbekende tanddragende zeevogel Janavis finalidens (Nature, 2022). ‘Van vissen vinden we veel losse ribben of werveltjes en die zijn niet op naam te brengen, maar recent ontdekten we dat dat wel lukt door analyses te doen aan verkiezelde otolieten uit het binnenoor van vissen’, vertelt Jagt. Zo zijn al vijftien vissoorten geïdentificeerd die met zekerheid voorkwamen in het Maastrichtien (Cretaceous Research, 2021).

Pas sinds 2019 omarmde Maastricht University door het aantrekken van dodo- en dino-expert Claessens officieel de paleobiologie, maar die bouwt volgens hem voort op een eeuwenoude Maastrichtse traditie van onderzoek aan fossielen door burgers, gepassioneerde amateurs en geleerden. ‘Die is dankzij de prima samenwerking tussen universiteit, museum, gemeente, vrijwilligers en Natuurmonumenten, die nu de ENCI-groeve beheren, nog springlevend. Met zo’n imposante groeve en natuurgebied op fietsafstand van de stad hebben we voor educatie en biologisch onderzoek echt goud in handen.’


Fossiele schatten uit het Maastrichtien

Het tijdperk Maastrichtien is veel bekender dan voorganger Campanien (vernoemd naar Champagne) of opvolger Danien (vernoemd naar Denemarken). Dat komt vooral omdat het Maastrichtien – dat liep van 72 tot 66 miljoen jaar geleden – het einde van het Krijt markeert: een periode die dramatisch werd afgesloten door een meteorietinslag bij Mexico. Het markeert daarmee het uitsterven van de ammonieten, pterosauriërs en dinosauriërs, met tot de verbeelding sprekende vertegenwoordigers als Ankylosaurus, Protoceratops, Triceratops, Tyrannosaurus en Velociraptor.


1
Ammoniet Pachydiscus neubergicus


2
Schelpen van Oistotrigonia maestrichtiana


3
Zee-egel Hemipneustes striatoradiatus


4
Hoffmanns reuzenzeeschildpad (Allopleuron hofmanni)

Tot de typische Maastrichtse fossiele vertegenwoordigers van het Maastrichtien behoren vooral zeedieren, waaronder tal van benthische soorten foraminiferen, mosdiertjes en schelpdieren. Een veel voorkomend gidsfossiel is de belemniet Belemnitella lwowensis. Ook de ammoniet Pachydiscus neubergicus (foto 1) is zo’n gidsfossiel, maar werd pas in 2001 voor het eerst diep in de ENCI-groeve aangetroffen. Heel kenmerkend zijn ook de driehoekig geribbelde schelpen van Oistotrigonia maestrichtiana (foto 2). Van de zee-egel Hemipneustes striatoradiatus (foto 3) zijn duizenden exemplaren gevonden en bezit Natuurhistorisch Museum Maastricht (NHMM) zelfs een hele verzameling met groeistoornissen en bijtsporen. Zeer spectaculair is het fossiel van Hoffmanns reuzenzeeschildpad (Allopleuron hofmanni, foto 4), vernoemd naar de Maastrichtse legerarts en amateurgeoloog, waarbij in de wetenschappelijke naam een f is weggevallen. Een schildpad die vanwege het behoud van juveniele kenmerken als een reuzenbaby en voorbeeld van neotenie wordt beschouwd. Schildpadden die vrijwel zeker werden gegeten door de vier soorten maashagedissen die destijds in de Krijtzee bij Maastricht rondzwommen: Mosasaurus hoffmanni (waaronder ‘Lars’ uit 2015 en het in 1794 door Fransen gestolen exemplaar) is waarschijnlijk de bekendste, maar van de in 1998 gevonden oer-mosasaurus ‘Bèr’ (Prognathodon saturator) is nu in een complete 11 meter lange 3D-reconstructie van het skelet te bewonderen in NHMM.

ONTMOET BÈR – MOSASAURUS EXPERIENCE – Natuurhistorisch Museum Maastricht
Expositie over het Maastrichtien en mosasaurussen
www.nhmmaastricht.nl

KADER:

ILLUSTRATIE: GRAVURE G.R. LEVILLAIRE, 1799


De gestolen mosasaurus

Vorig jaar was er nog een mediastormpje over het terugeisen van de in 1794 door Fransen gestolen schedel van de Mosasaurus hoffmanni, in oktober 1778 gevonden in de gangenstelsels van de Sint-Pietersberg (zie gravure). Dit holotype van deze soort stond in de 18de eeuw bekend als Le grand Animal de Maestricht, en werd door de Franse troepen als oorlogsbuit en trofee naar Parijs meegenomen en tot nationaal erfgoed verklaard. De kaken zijn eerder toegeschreven aan een krokodil en tandwalvis maar nu ingedaald als resten van een mariene zeehagedis, verwant aan varanen. De Maastrichtse gemeente riep eind 2023 het kabinet op tot een officieel verzoek om teruggave en volgens NHMM-curator John Jagt ‘is het sindsdien stil op het diplomatieke front’. Het type-exemplaar van de Mosasaurus ligt nog verweesd in het Muséum National d’Histoire Naturelle in Parijs, terwijl het in gezelschap van nauwe verwanten in vindplaats Maastricht veel beter tot zijn recht komt. ‘We tonen nu alleen een afgietsel, maar als het echte fossiel hierheen komt – al is het in bruikleen – dan krijgt het een centrale ereplaats in ons museum’, belooft Jagt. ‘Het is het fossiel waarmee alles begon’.

Zie ook:

-Sint Peters berch - Ontginningsgeschiedenis - deel 1 - Boek Stichting Oud Sint Pieter (26 juni 2024)
-'Motie Repatriëring Maastrichtse Mosasaurus' - Website PvdD Maastricht, 11 juli 2023
-'ENCI-groeve Maastricht' - Uitzending BinnensteBuiten, 1 september 2021
-'Mosasaurus Carlo, het monster van Maastricht' - Verslag L1, 2013
-Rondleiding Grotten Zonneberg - Website Bezoek Maastricht