Artist impression van een groep vroege moderne mensen (Homo sapiens) die ongeveer 45 duizend jaar geleden door de open steppenlandschappen van Europa reisden en waarvan fossielen zijn gevonden bij Ranis in Duitsland en Zlatý kůň in Tsjechië. Illustratie: © Tom Björklund voor Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology

Hybridisatie tussen neanderthalers en moderne mensen vond plaats in slechts één enkele golf, ruim 45 duizend jaar geleden in Europa, met grote gevolgen.

Eén enkele genenstroom van neanderthalers (Homo neanderthalensis) naar vroege moderne mensen (Homo sapiens) in Europa rond 50 duizend jaar geleden heeft een onuitwisbare stempel op de menselijke evolutie gedrukt. Dat blijkt uit een grootschalige analyse aan 334 genomen van moderne mensen, waaronder 59 van individuen die tussen de 45 en 2,2 duizend jaar geleden leefden (Science, 13 december). Door deze informatie over genen te vergelijken met drie beschikbare neanderthalergenomen is met grotere zekerheid vastgesteld wanneer deze genetische uitwisseling precies plaatsvond: tussen 50.500 en 43.500 jaar geleden, wat overeenkomt met het archeologisch bewijs voor het gelijktijdig voorkomen van moderne mensen en neanderthalers in Europa.

De analyses bevestigen de reeds eerder gepubliceerde vondst dat vooral huidige niet-Afrikaanse volken gemiddeld 1 tot 2 procent genen van neanderthalers bezitten: terwijl dit percentage in Oost-Azië flink hoger ligt dan in Europa. Dit levert volgens de onderzoekers een aanwijzing dat de grote migratie uit Afrika zich in ieder geval voor 43.500 jaar geleden heeft voltrokken. Wel waarschuwen ze dat genenstromen zeer complex kunnen zijn en dus ‘een beperkt en onvolledig begrip kunnen opleveren’. Meer analyses van oude genomen uit Eurazië en Oceanië zijn ‘van cruciaal belang voor het afleiden van de timing van menselijke verspreiding over Eurazië en de Pacifische regio’.

WOESTIJNEN

Neanderthalergenen blijken zeer ongelijk verspreid over het menselijk genoom: sommige regio’s zijn ‘archaïsche woestijnen’, terwijl andere genregio’s hoge frequenties aan neanderthalervarianten bevatten. Omdat de analyses zijn gedaan aan genomen uit verschillende tijdperken is het ook mogelijk vast te stellen op welke genen actieve selectie heeft plaatsgevonden, omdat die blijkbaar geassocieerd zijn met gunstige eigenschappen.

Dit blijkt het geval voor genvarianten die betrokken zijn bij huidpigmentatie, immuunreactie en metabolisme, maar ook voor een flinke regio op chromosoom 2 met twaalf genen, waaronder TANC1 en BAZ2B, die geassocieerd zijn met verstandelijke beperking en autisme. De meeste neanderthalergenen hebben zich relatief snel na de eerste overdracht in de populatie moderne mensen gevestigd, binnen honderd generaties.

Artist impression van de vrouw waarvan resten zijn aangetroffen bij de Zlatý kůň-grot in Tsjechië. Illustratie: © Tom Björklund voor Max Planck Institute for Evolutionary Anthropology.

Vrijwel gelijktijdig verschijnt ook een studie (Nature, 12 december) naar neanderthalergenen in vijf genomen van vroege moderne mensen aangetroffen in de Ilsenhöhle-grot bij het Oost-Duitse stadje Ranis en één vrouwelijk genoom uit de Zlatý kůň-grot bij het Tsjechische dorp Konĕprusy. Die blijken allen deel uit te maken van een kleine, geïsoleerde populatie die ongeveer 45 duizend jaar geleden leefde. Ook dit onderzoek wijst op één enkele vermengingsgebeurtenis met neanderthalers, die nog iets strakker is gedateerd op 45 tot 49 duizend jaar geleden.

Zie ook:

-Oldest modern human genomes sequenced - News, mpi-website (12 december 2024)
-Neanderthals and humans mated much more recently than we thought - Earth.com (17 december 2024)