Reconstructie van het oerreptiel dat al 336 miljoen jaar geleden een loopspoor achterliet. Illustratie: Marcin Ambrozik.

De verovering van het land door vertebraten vond meer dan 355 miljoen jaar geleden plaats. Dat impliceert de vondst van een fossiel loopspoor van een oerreptiel in Australië.

Het geldt als een evolutionaire sleutelinnovatie van gewervelde dieren: de ontwikkeling van het amniote ei dat blijvend landleven voor oerreptielen mogelijk maakte. Tot nu toe werd gedacht dat dit zich zo’n 320 miljoen jaar geleden afspeelde, maar Australische en Zweedse paleobiologen claimen nu dat dit al ruim 35 miljoen jaar eerder gebeurde, gebaseerd op fossiele voetsporen die ze toewijzen aan een oerreptiel (Nature, 15 mei). Dat fossiel uit de Snowy Plains-formatie in Victoria (Zuidwest-Australië) is gedateerd op 356 miljoen jaar ouderdom, waardoor de oorsprong van amniote dieren – reptielen, vogels en zoogdieren – dus ouder is dan eerder verondersteld.

Het betrokken sporenfossiel met de eerste klauwafdrukken van een amnioot dier (links), gevonden in de The Snowy Plains Formation bij de Broken River, bij Barjarg in Victoria, Australië. Het betreft minstens twee voetsporen van mogelijk hetzelfde individu, met geel gemarkeerd de afdrukken van de voorpoten en blauw de afdrukken van de achterpoten (rechts). Foto's: Grzegorz Niedzwiedzk.

Het betreft een fossiel met meerdere klauwafdrukken van voor- en achterpoten met vijf tenen, die volgens de auteurs wijzen op oerreptiel van ongeveer 80 centimeter, met een lichaamsgrootte en -vorm vergelijkbaar met die van de huidige Aziatische watervaraan (Varanus salvator). De datering in het vroege Carboon heeft volgens de onderzoekers ‘diepgaande en grote implicaties’ voor de evolutie van gewervelde dieren. Het betekent dat er al oeramnioten in het late Devoon aanwezig waren, terwijl de bekende overgangsvorm Tiktaalik, die de overgang van vis naar amfibie vertegenwoordigd, is gedateerd op 383 miljoen jaar geleden, in het Midden-Devoon. Volgens de onderzoekers impliceert dit dat tetrapoden tijdens het Devoon een veel sneller evolutionair proces doormaakten dan eerder werd aangenomen, en dat het beeld van viervoeters als primitieve, visachtige vormen in die periode onjuist is. De evolutie van waterdieren naar volledig op het land levende wezens is veel sneller verlopen dan eerder werd gedacht.

Tijdlijn (links) met de belangrijkste vondsten rond het ontstaan van de eerste amniote dieren (met het huidige sporenfossiel in paars) en (rechts) het team van de Flinders University in Adelaide (v.l.n.r. Aaron Camens, eerste auteur John Long en Alice Clement) met een replica van het sporenfossiel. Beeld: Flinders University. 

Het gevonden fossiel vult een belangrijk gat, want de eerste fossielen van amnioten stammen van zo’n 320 miljoen jaar geleden, uit het late Carboon. Het betreft onder meer zeer vergelijkbare sporenfossielen van Notalacerta uit Noord-Amerika en Polen. Dat nu in Australië sporen van een vroege vertegenwoordiger opduiken, kan tot ‘een heroriëntatie leiden in de zoektocht naar vroege amnioten en hun naaste verwanten’, schrijft paleontoloog Stuart Sumida van California State University in een begeleidende news & views in Nature. ‘Het suggereert dat de zoektocht naar hun oorsprong niet beperkt moet blijven tot de noordelijke delen van oercontinent Pangea’, aldus Sumida. De eerste vijftien miljoen jaar van het Carboon, van ongeveer 360 tot 345 miljoen jaar geleden, staat bekend als Romers kloof omdat het zoveel hiaten vertoont in fossielen van tetrapoden. Dit fenomeen is vernoemd naar de Amerikaanse paleontoloog Alfred Sheerwood Romer (1894-1973) die het gebrek aan fossielen als eerste erkende.

Zie ook:
-Fossil tracks revise march of early life on Earth - Flinders University-website, 15 mei 2025