Door Aafke Kok - Foto: American Museum of Natural History - 28-03-2025 - 5 vragen
Dat reuzenhaai Otodus megalodon groot was ontkent niemand, maar de precieze schattingen lopen uiteen.
Dit is een aflevering in de voorloper van de rubriek 5 vragen: QED. In deze rubriek stond één vraag centraal.
Foto: American Museum of Natural History
Dat reuzenhaai Otodus megalodon groot was ontkent niemand, maar de precieze schattingen lopen uiteen.
Wie een fossiele haaientand van 16 tot 20 centimeter lang op het strand vindt, kan zich voorstellen dat de oorspronkelijke eigenaar enorm moet zijn geweest. Dat Otodus megalodon groot was, staat dan ook buiten kijf. Tussen 18 en max 1,5 miljoen jaar geleden maakte deze gigant de zeeën onveilig. Maar hoe groot was de reuzenhaai nou eigenlijk precies?
De schattingen daarover lopen sterk uiteen. Van 9,2 meter (Great White Sharks: The Biology of Carcharodon carcharias, 1996) en ‘individuen langer dan 15 meter moeten extreem zeldzaam zijn geweest’ (Historical Biology, 2019) tot een lengte van maar liefst 24,3 meter (Palaeontologia Electronica, 9 maart). ‘Max 24,3 meter is wel heel lang, maar niet onmogelijk’, stelt paleobioloog Jelle Reumer. ‘Vinvissen worden ook idioot lang.’
Het verschil in schattingen is niet gek: fossiele overblijfselen zijn vooralsnog beperkt tot tanden, wervels, huidtandjes en kraakbeenfragmenten. Aan de hand daarvan moeten wetenschappers inschatten hoe een complete O. megalodon eruitzag. Tot nog toe baseerden ze zich daarbij vooral op de witte haai, Carcharodon carcharias . Historisch gezien logisch, want de megalodon stond eerder bekend als Carcharodon megalodon ; een directe verwant van de witte haai. Hoewel tanden van beide soorten veel op elkaar lijken, nemen de meeste wetenschappers tegenwoordig aan dat megalodon bij het uitgestorven genus Otodus hoort.
‘Vissen hebben de neiging lang door te blijven groeien’
Rompdeel
Wie de witte haai gebruikt als model voor O. megalodon, trekt verkeerde conclusies – aldus een artikel in Palaeontologia Electronica van 2024. Aan de hand van een Belgisch fossiel dat bijna het hele rompdeel van de wervelkolom beslaat, kwamen onderzoekers in 1996 tot een totale lengte van 9,2 meter. Daarbij baseerden ze zich op de diameter van de grootste wervel, en extrapoleerden met de witte haai als model hoe lang het individu in totaal moest zijn geweest. Door simpelweg van voor naar achter de lengte van alle wervels op te tellen, kwamen andere onderzoekers daarentegen al tot een lengte van 11,1 meter (Science Advances, 2022). ‘Dit paper suggereerde sterk dat alle eerdere schattingen, waaronder mijn eigen werk uit 2019 in Historical Biology, onderschattingen waren’, laat de Amerikaanse paleobioloog Kenshu Shimada per mail weten. ‘We denken dat onze nieuwste schattingen veel beter zijn.’
Nu slaan Shimada en medeauteurs in Palaeontologia Electronica opnieuw aan het rekenen en komen – op basis van 165 levende en uitgestorven haaiensoorten uit tien ordes – voor het Belgische fossiel uit op een romp van 11,1 meter en een totale lengte van 16,4 meter. Nu had dit fossiel relatief kleine wervels. Een Deens exemplaar met bijna 1,5 keer zo grote wervels, zou doorgerekend zo’n 24,3 meter lang zijn geweest. Dat was geen gigaversie van de witte haai, maar eerder iets als een megacitroenhaai (Negaprion brevirostris); met een slanke bouw valt efficiënter te zwemmen bij enorme lengtes.
Het laatste woord is vermoedelijk nog niet gezegd. Zelfs als er een compleet fossiel opduikt, valt niet met zekerheid te stellen wat de maximale grootte is geweest. ‘Het hangt ervan af of het een volwassen of juveniel individu is’, aldus Reumer. ‘Vissen hebben de neiging lang door te blijven groeien, dus als je er een vindt die 15 meter lang is, zegt dat niet alles. Bovendien: de kans om een complete vis van meer dan 20 meter te vinden lijkt me nihil.’