DOOR GERT VAN MAANEN - FOTO: ALBERTO BOSCAINI & ILLUSTGRATIE: DIEGO BARLETTA - 30-05-2025 - Paleobiologie
Een skelet van de uitgestorven reuzenluiaard Megatherium americanum, opgesteld in Museo Argentino de Ciencias Naturales ‘Bernardino Rivadavia’ in Buenos Aires.
Luiaards bevolkten ooit in meerdere groottes vooral de open gebieden van Amerika, maar door de komst van de mens bleven alleen kleine boombewonende soorten over.
Luiaards kennen in Amerika een bloeiperiode van tientallen miljoenen jaren, met een piek in diversiteit en lichaamsgrootte in het Pleistoceen. Hierbij werd de variatie in lichaamsgrootte vooral bepaald door beschikbare leefgebieden. Tot vanaf vijftienduizend jaar geleden, waarschijnlijk door menselijke jacht, de grote grondbewonende luiaards een dramatische afname doormaakten en er alleen twee geslachten van kleine boombewonende luiaards overbleven. Dit scenario schetsen Argentijnse ecologen en evolutiebiologen door de evolutionaire geschiedenis van 67 geslachten luiaards (suborde Folivora) te reconstrueren (Science, 23 mei). Met evolutionaire modellen testten ze of veranderingen in grootte van de luiaards verband houdt met habitat, dieet, klimaat of predatie. Habitatvoorkeur – of luiaards op de grond of in bomen leefden – blijkt de dominante evolutionaire factor die hun lichaamsgrootte vormgaf. Vroege luiaards zijn vooral grote grondbewonende grazers, maar overgangen naar kleinere bos- of boombewonende vormen vinden meerdere keren plaats. Gigantisme, zoals die van bekende prehistorische reuzenluiaards als Megatherium en Mylodon, ontwikkelde zich onafhankelijk in meerdere afstammingslijnen. Dit weerspiegelt waarschijnlijk aanpassingen op afkoelende klimaten en ecologische druk.
De plotselinge en dramatische afname van megafauna die vijftienduizend jaar geleden begon, is niet goed verklaarbaar door klimaatveranderingen. Al het bewijsmateriaal suggereert dat de opkomst van de mens in Amerika de oorzaak was van het uitsterven van de grote luiaards.

Artistieke reconstructie met drie typen luiaards: boombewonende Bradypus tridactylus (onder), bosbewonende Hapalops elongatus (links) en grondbewonende reuzenluiaard Megatherium americanum. Illustratie: Diego Barletta