Door Steijn van Schie - FOTO: SAGA TATSUYA - 14-11-2025 - Nieuws

In de stad blijft de hornaar V. simillima steevast plattelandsvoedsel eten: zachte insecten. Foto: Saga Tatsuya.
In Japanse steden overleven twee hoornaarsoorten naast elkaar doordat de ene overschakelt op taaie stadsprooien, terwijl de andere blijft bij zachte insecten.
In Japanse steden leven twee hoornaarsoorten opvallend vreedzaam naast elkaar door zich te specialiseren op verschillend voedsel (Entomologia Generalis, 4 november). Met dna-metabarcoding van de darminhoud van larven – die weerspiegelt wat werksters aanvoeren – brengen Japanse biologen voor het eerst gedetailleerd in kaart wat Vespa analis en Vespa simillima eten in stedelijke en landelijke gebieden rond de Japanse steden Kobe en Itami. In totaal identificeren ze 334 prooisoorten uit meer dan twintig insectenordes.
Uit de analyses blijkt dat beide soorten in steden minder prooidiversiteit vinden naarmate het bebouwde oppervlak toeneemt: binnen vijfhonderd meter rond het nest leidt 25 procentpunt meer bebouwing tot een verlies van zo’n tien prooisoorten. Toch reageren ze verschillend: V. analis schakelt in stedelijke gebieden over op kevers en andere insecten met een stevig chitinepantser, terwijl V. simillima zachte insecten als rupsen en krekels blijft prefereren.
Energiearmer
Hoewel V. analis als de dominante soort geldt, neemt die in stedelijke omstandigheden juist genoegen met minder voedzame prooien. Die verschuiving wijst op een verschil in gedragsflexibiliteit: V. analis past zijn dieet aan, ook al zijn die prooien energiearmer en moeilijker te verwerken, en eet bij schaarste zelfs soortgenoten. Op het platteland vertonen beide soorten juist grotendeels overlappende diëten. Volgens de onderzoekers toont dit dat niet concurrentiekracht maar aanpassingsvermogen bepaalt welke roofinsecten standhouden in de stad: verstedelijking fungeert als ecologisch filter dat alleen flexibele predatoren doorlaat.