Kleurrijke vogelbalgen van de roodhalsjufferduif (links) en de Wallace' jufferduif (rechts) getekend door Roos Holleman.

 

Kunstenaar Roos Holleman brengt met pastelkrijt de nog door Alfred Russel Wallace in voormalig Nederlands-Indië verzamelde balgen van paradijsvogels, jufferduiven en scharrelaars tot leven.

 

‘Ik zag op zijn borst een massa prachtige groene veren, die uitliepen in twee blinkende bosjes. Maar waar ik niets van begreep waren de twee lange witte veren die uit beide schouders staken’, constateert de Britse natuuronderzoeker en biogeograaf Alfred Russel Wallace over de door hem verzamelde en naar hem genoemde Wallace’ paradijsvogel ( Semioptera wallacii ).

 

Verzamelwoede
En over de grote pitta meldt hij: ‘Mijn bediende Ali schoot een paartje van de mooiste vogels van de Oost, Pitta gigas , een grote pitta wiens van boven fluwelig zwarte verenkleed is afgezet met een zuiver witte borst, azuurblauwe schouders en een vuurrode buik.’ Het zijn twee citaten van deze 19de eeuwse mede-ontdekker van de evolutietheorie uit zijn reisverslag De Maleise Archipel die zijn liefde en honger naar kennis over deze vogels illustreren, maar ook zijn bijna niet te stelpen verzamelwoede.

 

Wallace verzamelde tussen 1854 en 1862 ‘alles wat los en vast zat, van orang-oetans tot paradijsvogels en van babiroesa’s tot etnografica’, staat in Wallacea . Een schitterend en goed gedocumenteerd bladerboek, dat samen met de gelijknamige expositie in het Natuurhistorisch Museum Rotterdam deel uitmaakt van een project van kunstenaar Roos Holleman en reisschrijver Alexander Reeuwijk waarmee zij een hommage brengen aan Wallace, de diversiteit aan soorten, de kunst van het ordenen en de menselijke verzameldrift. Centraal is het boek en in de tentoonstelling staan een veertigtal pasteltekeningen die Holleman maakte van vogelbalgen – volgestopte vogelhuiden met verenkleed. Het zijn stuk voor stuk indrukwekkende en kleurrijke tekeningen van een betoverende schoonheid en allemaal geïnspireerd op de bijzondere tropische vogels die Wallace in voormalig Nederlands-Indië verzamelde.

 

Stoffelijke getuigen
‘Ondanks dat zijn vogelbalgen slechts een klein onderdeel vormen van zijn grote bijdrage aan de natuurwetenschappen, zijn zij onmiskenbaar de stoffelijke getuigen van zijn leven en van zijn zoektocht’, schrijft Holleman. ‘Al die huiden zijn ooit ook door zijn handen gegaan: van levende vogels naar bonte vellen.’ De balgen zijn nu ‘teer en levenloos, maar zij zullen herleven’. In het boek herleeft Wallace ook in een hoofdstuk over zijn rol in de biogeografie en evolutiebiologie door de Britse zoöloog, wetenschapshistoricus en Wallace-biograaf George Beccaloni en in een bijdrage over het belang van zijn vogelverzameling door de Nederlandse collectiebeheerder Hein van Grouw van het Natural History Museum in Tring. Daar – vlak boven Londen – is een groot deel van Wallace’ vogelcollectie ondergebracht en vond tien jaar geleden een bizarre diefstal plaats van 299 vogelbalgen, het onderwerp van het veel bekroonde boek The Feather Thief / De verendief van Kirk Wallace Johnson uit 2018. Tot de buit behoorden ook koningsparadijsvogels van Wallace, waarvan de veertjes via een illegaal circuit in de wereld van het vliegvissen belanden. Waaronder de door Holleman met veel oog voor detail nagetekende visvlieg ‘Elvis has left the building’. Wallacea is een van de zeldzame boeken en exposities op de grens van natuurwetenschap en beeldende kunsten die zowel biologen als kunstliefhebbers zal aanspreken. Het biedt naast eerbetoon ook kans voor enige reflectie op het kolonialisme en de Gouden Eeuw van de natuurlijke historie. Want naast 8.000 vogelbalgen sleepte Wallace 13.000 vlinders en 83.000 kevers mee uit de voormalige wingewesten. Een rijke bron voor kennis over biodiversiteit die iedere bioloog schatplichtig maakt.

 

 

WALLACEA – Roos Holleman, Alexander Reeuwijk e.a. Hardcover, 128 pagina’s, 24,90 euro

ROOS HOLLEMAN: WALLACEA - t/m 6 september, Het Natuurhistorisch Rotterdam, entree 8 euro