
Gescheiden wandelstroken in een winkelstraat als maatregel tegen de overdracht van het coronavirus sars-cov-2. Foto: ImageSelect
De coronacrisis is ruim een half jaar oud. Welke lessen kunnen we trekken uit alle praktijkervaring, beleid en onderzoek?
We beleven een pandemie, en de gevolgen zijn merkbaar tot in alle uithoeken van de samenleving. Het virus begrijpen we inmiddels beter, maar veel is ook nog onduidelijk. Bionieuws vroeg een aantal deskundigen naar hun ervaringen en de lessen die zij trekken uit de voorbije periode.

Mariet Feltkamp, medisch viroloog in het LUMC
‘Als viroloog blijft het raar en tegelijkertijd fascinerend om een pandemie mee te maken; we zijn, ondanks onze kennis, echt overvallen door de all-over impact op de zorg en samenleving. In maart zagen we vooral het topje van de ijsberg: ziekenhuisopnames en sterfte. Wat daaronder zat, de mildere gevallen en mensen zonder symptomen, hadden we niet goed in kaart. Ons beeld is door breder testen sindsdien veel scherper geworden. In februari schatte men op basis van Chinese data dat 20 procent in het ziekenhuis belandde, 5 procent op de IC, en 2 procent overleed. Die percentages liggen nu gelukkig stukken lager.
‘Dat brede palet van asymptomatisch tot een dodelijke longontsteking, dat is wel opvallend bij deze corona-infectie. Die variatie valt denk ik vooral op doordat zoveel mensen besmet raken, en doordat iedereen vatbaar is. Seizoensgriep varieert ook in symptomen, maar daar heeft vrijwel iedereen al enige immuniteit voor opgebouwd, en vallen de ernstige gevallen nauwelijks op. Bij herinfectie met corona, wat recent is gemeld, lijkt het er ook op dat het verloop minder extreem is.
‘Wat we nog niet goed begrijpen is hoe de dosis en plaats van infectie een rol spelen bij de ernst van het ziekteverloop. Je kunt namelijk hoog of diep in de luchtwegen geïnfecteerd raken. En honderd virusdeeltjes in je neus levert vermoedelijk een milder verloop dan honderdduizend deeltjes in je longen, maar een goede onderbouwing daarvoor heb ik nog niet gezien, en het blijft lastig om dat experimenteel te onderzoeken.’

Amrish Baidjoe, veldepidemioloog en microbioloog bij het Rode Kruis in Geneve, en London School of Hygiene and Tropical Medicine
‘Mijn belangrijkste les is hoe slecht wij zijn in het omgaan met onzekerheid. Er zijn veel vraagtekens, en toch moeten we snel ingrijpen. Dat lukt globaal, maar zeker in Nederland niet goed. Het ontbreekt ons niet aan menselijke kunde of kennis, maar aan slagkracht. Onze polderrespons lijkt op een brandweerploeg die tijdens een grote brand aan de slag kan, maar eerst uitgebreid gaat vergaderen over hoe de slang precies uitgerold moet worden. We missen een duidelijke commandostructuur in de besluitvorming. Dus mogen burgemeesters beslissen, en krijg je een mondkapplicht per winkelstraat – onbegrijpelijk voor de burger. Dat is een algemeen probleem: elke maatregel heeft in Nederland tien uitzonderingen.
‘Bij gebrek aan een vaccin en medicijnen, moet je praktisch inzetten op physical distancing , mondmaskers, testen, en bron- en contactonderzoek. Het aanpakken van een virusuitbraak lijkt in Nederland vooral een kwestie van meer onderzoek doen. Onderzoek draagt natuurlijk bij aan beleid, maar wetenschappers zijn per definitie geen crisismanagers, en absoluut bewijs bestaat niet. Maatregelen werken vaak context-specifiek. Mondkapjes hebben bijvoorbeeld meer effect in drukke, gesloten ruimtes dan in de open lucht.
‘Mijn grootse zorg is dat OMT en kabinet nog altijd geen duidelijke ambitie uitgedragen. Er wordt soms iets gezegd over het zo laag mogelijk houden van het aantal infecties, maar soms ook over het aansturen op IC-capaciteit. Stel dat je net als Nieuw-Zeeland streeft naar uitroeien van het virus, dan zeg ik niet dat dat lukt, maar er is wel een duidelijke stip op de horizon. Daarmee creëer je in ieder geval een beetje rust en duidelijkheid voor zorgpersoneel, de GGD’en en de samenleving.’

Gowri Gopalakrishna, infectieziekten-epidemioloog in het VUmc
‘Ik merk de voorbije maanden dat burgers en politici niet altijd realistische verwachtingen hebben van onderzoek. Kijk maar hoe premier Mark Rutte in februari stelde ‘Wij baseren ons op de wetenschap.’ Alsof wetenschap alleen hét antwoord levert op alle vragen. Bij de moleculaire structuur van het virus of het effect van hydroxychloroquine kun je makkelijker in de buurt van een waarheid komen dan in de epidemiologie en volksgezondheid. Dat is veel complexer en er is vaak niet één antwoord voor alle omstandigheden. ‘Wetenschap vergroot ons begrip, maar het is wel een eindeloos proces, vaak met onzekerheden. En het publiek vindt onzekerheid ongemakkelijk. Bovendien verschillen wetenschappers vaak openlijk van mening, zeker rond corona. Die collegiale kritiek en debat zijn er altijd geweest. Ze horen bij de wetenschap, en vormen de basis van peer review. Maar rond corona leidt dat tot onrust in de samenleving: de wetenschap weet het zelf ook niet!
‘Speelt wetenschap de juiste rol in deze crisis? Dat denk ik wel, we zijn alleen niet gewend aan alle transparantie door open science, preprints en social media. We moeten vooral niet vergeten dat bij de vertaling van wetenschap naar beleid veel meer komt kijken. Dat zien we bij de discussie over een corona-app of mondkapjes. Bewijs telt zwaar mee, maar wetenschap alleen dicteert niet wat je moet doen.’

Arnold Bosman, epidemioloog en directeur van Transmissible
‘Het afgelopen jaar herinner ik me als een onvoorspelbare rollercoaster van gebeurtenissen. Het leek alsof een fictief pandemisch oefenscenario voor mijn ogen tot leven kwam. De crisisrespons in Nederland was in vergelijking met andere landen niet opvallend goed.
We hebben een flinke hoeveelheid sterfgevallen en IC-opnames te betreuren gehad. Wat Nederland als samenleving wel goed heeft gedaan, is om de richtlijnen van de intelligente lockdown in maart en april trouw op te volgen, waardoor de stijgende curve werd omgebogen.
‘Drie zaken hebben me sinds maart in Nederland vooral verrast; de neiging om af te wijken van internationale wetenschappelijke aanbevelingen, ook van gespecialiseerde organisaties zoals de WHO en ECDC; de toespraak van Mark Rutte op 16 maart waarin geheel werd ingezet op groepsimmuniteit, en tot slot de weerstand om bron- en contactonderzoek stevig op te schalen.
‘Op basis van ervaring met eerdere pandemieën, en covid elders in de wereld, moeten we rekening houden met een verslechtering in herfst en winter. Ik hoop dat Nederland ondertussen meer gaat aansluiten bij internationaal beleid, en veel pro-actiever gaat plannen en opschalen, zoals Duitsland. Voor de langere termijn is de vraag hoe onze samenleving eruit moet zien om iedereen zo veilig mogelijk te houden, terwijl we weer terug kunnen naar onze onderlinge contacten en persoonlijke relaties.’