Zeeschorpioenen konden 340 miljoen jaar geleden wel ademen op het land. Dat bewijzen CT-scans van een Frans Adelophthalmus pyrrhae-fossiel (Current Biology, 10 september). Daaruit blijkt dat de kieuwen van de schorpioen uit platen bestaan, die verbonden zijn door kleine pilaartjes – zogeheten trabeculae. Die trabeculae houden de kieuwen boven water uit elkaar, zodat de zeeschorpioenen konden ademen als ze van poel naar poel liepen. Moderne spinachtigen hebben zo’n trabeculae-constructie ook. De nu levende nauwste verwant aan de oude zeeschorpioen, de degenkrab, heeft het vermogen boven water te ademen verloren. (AK)