Bij het goed managen van geluidsvervuiling ziet de toekomst van het geluidslandschap onder water er een stuk ‘schoner’ uit dan nu.

 

Het geluidslandschap in de oceanen transformeert drastisch sinds de industriële revolutie. En dat is hinderlijk voor alle taxonomische groepen in zee – van walvis tot plankton.

 

De onderwatergeluiden in ‘s werelds oceanen zijn sinds de industriële revolutie drastisch aan het veranderen. Natuurlijke geluiden van zeezoogdieren, vissen en invertebraten nemen af door onder meer overexploitatie, terwijl geluiden van antropogene oorsprong juist flink toenemen. Het onderwaterleven lijdt daaronder, en dus is het hoog tijd om stappen te zetten tegen deze geluidsvervuiling. Dat schrijft een internationaal team onderzoekers 5 februari in een Science-review, waaronder ook Hans Slabbekoorn, gedragsbioloog en bio-akoesticus aan de Universiteit Leiden.

 

‘Geluid kan onder water enorme afstanden afleggen’, aldus Slabbekoorn. ‘Boten en containerschepen zijn hoorbaar tot in de diepste troggen van de oceaan, en bij drukke vaarroutes is het onder water een ware kakofonie. En dan te bedenken dat geluid voor het meeste onderwaterleven dé informatiebron is voor al het gedrag dat samenhangt met reproductie en overleving.’

 

Akoestische klimaatverandering
In de review maken de onderzoekers onderscheid tussen drie typen onderwatergeluid: biofonie, antrofonie en geofonie. Biofonie is geluid afkomstig van dieren en loopt uiteen van vocalisaties van walvissen tot grazende koraalvissen. Antrofonie betreft geluid van menselijke oorsprong, zoals van boten, seismische onderzoeken of heiwerkzaamheden. En geofonie komt bijvoorbeeld van stevige regen, harde wind of het afkalven van ijsbergen, en staat veelal onder invloed van klimaatverandering. Aangezien het hele geluidsspectrum verandert, is er volgens de onderzoekers sprake van een akoestische klimaatverandering, waarvan de gevolgen sterk uiteenlopen. Zo kan antrofonie verstorend werken op navigatie, territoriale verdediging en foerageer-, balts- en paargedrag van dieren. ‘Veel mensen kennen verhalen van verdwaalde walvissen, maar er zijn ook minder bekende voorbeelden’, weet Slabbekoorn. ‘Zoals vissenlarven die het geluid van pistoolgarnalen als cue gebruiken om zich in de waterkolom te laten zakken, op zoek naar vast substraat voor verdere ontwikkeling. De overlast door geluid bestrijkt werkelijk alle taxonomische groepen.’

 

Boosdoeners
Om te achterhalen hoe die overlast uitpakt, voeren de onderzoekers onder meer een meta-analyse uit op basis van 538 studies. Conclusie: 85 tot 94 procent van de bestudeerde mariene zoogdieren en ongeveer 82 procent van de bestudeerde vissen en invertebraten ondervinden hinder aan antropogeen geluid. Grootste boosdoeners: boten, sonar, akoestische afschrikmiddelen, aanleg van infrastructuren en seismisch onderzoek naar olie en gas. ‘Het is moeilijk de schade aan dieren te kwantificeren, vooral op populatie- of ecosysteemniveau’, vertelt Slabbekoorn, ‘maar we denken dat de invloed op energiebudgetten de meeste impact heeft. Door geluid vluchten of migreren vissen op suboptimale momenten, en dat kost energie. De conditie en ontwikkeling van vis kan daaronder lijden, een effect dat soms nog jaren en over meerdere generaties doorwerkt.’

 

Een recente publicatie in Current Biology (9 februari), mede van Slabbekoorn en promovenda Inge van der Knaap als eerste auteur, bevestigt dat beeld: kabeljauwen rond windmolenparken in de Noordzee vertrekken vrij snel na blootstelling aan het geluid van een seismisch onderzoek. Weken eerder dan gepland vertrekken ze richting hun paaigronden dicht bij de kust of richting dieper water, met onbekende gevolgen.

 

Uitdoving
‘Uiteraard passen sommige dieren zich aan nieuw geluid aan, maar lang niet allemaal. Daarom moeten we bewuster omgaan met geluidsvervuiling. Er zijn daarbij genoeg wegen te bewandelen waarbij economie en ecologie elkaar niet bijten. Denk bijvoorbeeld aan propellers die boten niet alleen stiller maken, maar ook efficiënter aandrijven. Of aan het concentreren van vaarbewegingen in een bepaalde periode of binnen een bepaald gebied. Gelukkig kent geluid wel een groot voordeel ten opzichte van chemicaliën: het is direct na uitdoving volledig uit het milieu verdwenen!’