Met hun zoektocht naar krabben en mosselen helpen zeeotters uiteindelijk zeegrasweiden.

 

Zeegrasweiden zijn genetisch diverser wanneer otters daar al enkele decennia in de bodem wroeten naar voedsel.

 

Foeragerende zeeotters (Enhydra lutris) die de zeebodem omwoelen op zoek naar kleine krabbetjes en tweekleppigen, verhogen indirect de genetische diversiteit van omringend groot zeegras (Zostera marina). De predatoren verhogen zo de ecologische weerbaarheid van zeegrasweiden, schrijven Canadese biologen 15 oktober in Science.
Tot die conclusie komen ze onder meer door genetische analyses uit te voeren aan groot zeegras uit ecosystemen langs
de westkust van Canada. De allelische rijkdom en genetische diversiteit van groot zeegras blijken respectievelijk 30
en 6 procent hoger in systemen waar otters al twintig tot dertig jaar aanwezig zijn, in vergelijking met zeegrasweiden
waarin al meer dan honderd jaar geen otter gezien is of waar otters pas in de afgelopen tien jaar begonnen met
foerageren.

 

De invloed van otteraanwezigheid is daarmee groter dan andere factoren die van invloed zijn op de genetische diversiteit van zeegras, zoals diepte, temperatuur, breedtegraad en de grootte van de weide. Volgens de biologen is er maar weinig bekend over hoe verstoring door predatoren indirect de genetische diversiteit en evolutie van plantengemeenschappen beïnvloedt, terwijl dit potentieel cruciale informatie is bij het herstellen en behouden van ecosystemen.