DOOR GERT VAN MAANEN - FOTO: BENJAMIN BLONDEL / CC BY-SA 4.0 - 04-07-2025 - Ecologie
Een meertje overdekt met watercrassula, een invasieve exoot die op 20 juni ook op de Unielijst terrecht is gekomen. Foto: Benjamin Blondel.
Hoera, ook de onuitroeibare Japanse duizendknoop staat eindelijk op de Europese Unielijst van te bestrijden invasieve exoten. En 313 exotische soorten staan klaar in de coulissen. Valt de invasie nog te stoppen?
Op 20 juni zijn er na een stemming in Brussel weer 26 plant- en diersoorten toegevoegd aan de Unielijst van invasieve exoten.1 Waaronder de Japanse duizendknoop en nog twee soorten Aziatische duizendknopen, waarvan iedereen vrijwel dagelijks kan zien dat ze overal in Nederland oprukken, andere planten verdringen en grote schade toebrengen aan riolen en funderingen. Plaatsing op de Unielijst betekent dat de handel, kweek, vervoer en import verboden is en EU-lidstaten verplicht zijn om populaties op te sporen en te verwijderen, of in ieder geval zodanig te beheren dat de verspreiding en schade wordt geminimaliseerd.
En dan identificeert een horizonscan uit 2022 ook nog eens 313 hoog-risicosoorten, die volgens bureau Risicobeoordeling & Onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vragen om een preventiestrategie en het toepassen van het voorzorgsbeginsel. Verwijder zulke nieuwe exoten het liefst zodra ze in de Nederlandse natuur worden aangetroffen. Het gaat dan om soorten als de Aziatische essenprachtkever, Amerikaanse paling, hottentotvijg, reuzenrabarber, Canadese bever, Japanse visluis, sneeuwgans, Nieuw-Guinese landplatworm en Nieuw-Zeelands vlas. Bij de start van de Week van de Invasieve exoten hield de sectie Biodiversiteit van de Vereniging van Milieuprofessionals op 19 juni in Utrecht het symposium: 313 nieuwe exoten bedreigen onze natuur. Hoe kunnen we ze stoppen? Bionieuws compileerde deze inzichten over het beleid en de bestrijding van invasieve exoten.
Wilfred Reinhold, milieujurist en voorzitter van Platform Stop Invasieve exoten
‘Mijn strijd tegen exoten begon al in 2006 toen ik ontdekte dat er regelmatig Aziatische tijgermuggen opdoken in Nederland. Die strijd gaat onverminderd door: op 28 juli is er weer een zitting van de Raad van State over een hoger beroep dat we hebben aangespannen over het gebrek aan voorzorgsmaatregelen bij tien importeurs van gebruikte banden verspreid over Nederland. In de periode 2018-2021 zijn bij die bedrijven tijgermuggen, gelekoortsmuggen dan wel Koreaanse bosmuggen aangetroffen en van enig toezicht of handhaving door de NVWA op de voorschriften blijkt in de praktijk geen sprake. Ik ben een groot voorstander van het voorzorgsprincipe: neem geen risico, want het is gewoon dom om de problemen af te wachten. Als een soort zich eenmaal vestigt, is het lastiger, duurder en soms niet meer mogelijk om dat weer ongedaan te maken.’
Henk Groenewoud, expert invasieve exoten bij Bureau Risicobeoordeling & Onderzoek van de NVWA
‘Wij zijn opdrachtgever van de horizonscans in 2014 en 2022 en die gaan over exoten die risico’s vormen op schade aan de natuur, dus niet over fytosanitaire of veterinaire kwesties. Bij de tijgermug is geen sprake van schade aan de natuur, dus dat ligt op het bordje van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor ons is belangrijk vast te stellen wat er allemaal op ons afkomt. Dat zijn in principe alle soorten uit een vergelijkbaar klimaat, dus waanzinnig veel. Overal zitten meelifters of worden soorten bewust meegebracht: je wil niet weten hoeveel mensen als hobby een termietenfarm hebben. Op basis van de horizonscan die Stichting Bargerveen voor ons heeft gedaan hebben we in 2024 advies aan het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur uitgebracht en daarin staat dat preventie heel belangrijk is en dat we niet moeten wachten tot hoog-risicosoorten zich al hebben gevestigd. De bestrijding gebeurt door de handel, terreinbeheerders, waterschappen en gemeenten, met de provincies in een coördinerende rol. Die doen al ongelooflijk veel: je ziet overal aanvalsplannen of plannen van aanpak voor invasieve exoten, maar de realiteit is dat de capaciteit en budgetten moet concurreren met heel veel andere beleidswensen.’

Christel Welles, specialist invasieve exoten bij de Provincie Utrecht
‘Onze werkelijkheid bestaat uit Artikel 17- en Artikel 19-soorten, waarbij de eerste in principe direct moeten worden verwijderd en bij de tweede sprake is van beheersing, omdat uitroeien toch niet meer lukt. En bij Artikel 19-soorten maken we onderscheid tussen categorie a – niet wijdverspreid – en categorie b: wijdverspreid. We zijn nu veel tijd kwijt aan de Aziatische hoornaar, een artikel 19b-soort. Voor de aanpak hanteren we een prioriteitenladder en kosten-batenanalyses voor introductie, vestiging en verspreiding van invasieve soorten, want tijd, geld en bestrijdingscapaciteit zijn niet oneindig. Het is heel complex: neem bijvoorbeeld de Aziatische hoornaar. We hebben ieder waargenomen nest opgeruimd, maar het is toch uit de hand gelopen. Als je maar één nest mist, betekent dat zeven nieuwe nesten en die mis je snel, want zomers zitten die hoog in de bomen. Maar we hebben ook successen: de rosse stekelstaart, wasbeer en smalle theeplant zijn weer weg uit Utrecht.’

Janneke van der Loop, gepromoveerd op bestrijding van watercrassula (foto) in Nijmegen en nu adviseur ecologie bij Waterschap Aa en Maas in Den Bosch
‘Watercrassula, grote waternavel en Japanse duizendknoop zijn voor een waterschap belangrijke soorten. We krijgen zes keer zoveel meldingen in zestien jaar. Meer verstoring, meer ganzen die zorgen voor verspreiding en meer stikstof: sommige problemen versterken elkaar. Een belangrijke reden voor ingrijpen is het voorkomen van schade. Zo wil je voorkomen dat planten zich opstropen bij kunstwerken en een gemaal vast slaat, maar we hebben ook doelen rond biodiversiteit en waterkwaliteit. Soms is er ook sprake van conflicterende belangen: een poel met invasieve waternavel en een beschermde poelkikker: moet je dan wel of niet gaan graven? Bij een flink aantal invasieve soorten ontbreekt ook handelingsperspectief: hoe ga je kreeften onder water wegvangen? We hebben ook 3.800 besmettingen met Japanse duizendknoop en 240 kilometer waternavel in watergangen, maar we kunnen niet toveren. Muskus- en beverratbestrijding is een primaire taak: daarvoor hanteren we een nulstand en dat kost 40 miljoen euro per jaar. Niet alles is nu oplosbaar: er is een te grote aanwezigheid of geen handelingsperspectief. Dus een ding is zeker: exoten are here to stay .’
1 Het ministerie van Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) meldt 2 juli dat inderdaad 26 nieuwe soorten zijn toegevoegd aan de Unielijst en geeft deze toelichting over reeds gevestigde invasieve soorten zonder handelingsperspectief: 'Voor de in Nederland reeds wijd verspreide soorten watercrassula en de drie Aziatische duizendknopen zal (en kan) de ambitie ingevolgde de Exotenverordening dus niet zijn om deze uit te roeien. De inzet wordt gericht op het beheersbaar houden van de problematiek van deze soorten, waarbij rijk en provincies gezien de beperkte middelen de prioriteit geven aan bescherming van de inheemse biodiversiteit en daarmee vooral aan beschermde natuurgebieden.' De uitvoeringsverordening van de Europese Commissie rond de 'nieuwe invasieve exoten' wordt naar verwachting in augustus 2025 van kracht.
