Door Gert van Maanen - Foto blauwe glazenmaker: Flickr/ianpreston - 14-03-2025 - Ecologie

Nijmeegse ecologen weerleggen de Nature-publicatie die afname van insecten toeschrijft aan weersafwijkingen over de laatste decennia. ‘Het rammelt qua opzet en statistiek.’
‘We hadden al na twee dagen in de gaten dat hun analyse misleidend is en een goede statistische basis mist. Toch moesten we anderhalf jaar trekken en duwen om Nature zover te krijgen deze weerlegging te publiceren. Je zou bijna denken ‘laat maar zitten’, maar dat was toch onze eer te na’, vertelt de Nijmeegse ecoloog Hans de Kroon. Hij publiceert, samen met collega Caspar Hallmann en onderzoekers van entomologische vereniging Krefeld, op 13 maart in Nature een weerlegging van de publicatie van de Duitse ecoloog Jörg Müller en collega’s die claimen dat trendmatige afname van insecten is toe te schrijven aan weersverandering én dat de dalende trend vanaf 2016 is omgedraaid in een toename (Nature, 2023 en voorpagina Bionieuws 15, 2023). Een vervolgonderzoek op het veelgeciteerde Nijmeegse en Krefeldse onderzoek dat signaleerde dat in Duitse natuurgebieden tussen 1989 en 2016 maar liefst 76 procent van de insectenbiomassa is verdwenen (Plos One, 2017).
Houtkap
‘De toename in insectenbiomassa na 2016 baseert Müller op experimenten in het Bayerische Wald. Hiervoor nam hij vooral monsters op open plekken die zijn ontstaan door houtkap, maar daarvan is bekend dat die tijdelijk vaak veel insecten aantrekken’, stelt De Kroon. Die inconsistente bemonstering verklaart de waargenomen hogere insectenbiomassa, maar recente grote studies over heel Duitsland laten geen biomassaherstel zien. Ook het verband tussen weersafwijkingen en afname van insectenbiomassa zien de Nijmeegse en Krefeldse ecologen als een ‘valse relatie’. ‘Als je in je model ‘jaar’ vervangt door een andere min of meer consistente verandering over de jaren heen, zoals temperatuur, dan krijg je per definitie een verband met insectenafname. Die daarmee tegelijk nietszeggend is.’ ‘Op zich juichen we onderzoek toe die insectentrends proberen te verklaren, maar dan moet de methodologie, bemonstering en statistiek wel goed in elkaar steken’, aldus De Kroon. ‘Dat deze studie peerreview van Nature doorstond, terwijl wij destijds met onze publicatie moesten leuren, laat zien dat insectensterfte een sexy onderwerp is geworden.’ Hij is overtuigd van Müllers goede bedoelingen en vergelijkt de miskleun met die rond ‘koude kernfusie’, waarbij de elektrochemici Fleischmann en Pons in 1989 oprecht dachten dat kernfusie bij kamertemperatuur optrad. ‘Het is ook heel aannemelijk dat weersafwijkingen onder klimaatverandering een zekere rol spelen bij insectensterfte, maar deze studie rammelt qua opzet en statistiek en levert hiervoor geen overtuigend bewijs.’ Müller en medestanders vinden de kritiek overigens ‘niet terecht’, maar erkennen in een gelijktijdig gepubliceerde reactie in Nature wel dat ‘grotere datasets over regio’s nodig zijn’ om ruimtelijke en temporele effecten op insectenbiomassa te scheiden.