De sterkte van mossellijm in byssusdraden ontstaat dankzij een tweecomponentenstrategie.

 

De inhoud van strikt gescheiden blaasjes in de mosselvoet mengt zich alleen tot een ijzersterke lijm op het moment dat het weekdier zich vasthecht aan substraat.

 

Om zich stevig te verankeren aan substraat, mengen gewone mosselen (Mytilus edulis) metaalionen en eiwitten, die eenmaal samen een ijzersterke lijm vormen. Duitse en Canadese onderzoekers onthullen 8 oktober in Science hoe mosselen dat precies klaarspelen: ze slaan de ionen en eiwitten onafhankelijk van elkaar op in minuscule blaasjes in de voet. Wanneer het tijd is om ergens aan vast te hechten, gaan de blaasjes open – waarschijnlijk door veranderingen in pH – en mixt het geheel in een systeem van microkanaaltjes om te komen tot de kenmerkende hechtingssubstantie in de byssusdraden van de mossel.

 

Zeldzaam
Naast verschillende eiwitten gaat het hier om de ionen van twee metalen: ijzer en vanadium. Vooral die laatste is interessant, schrijft een Amerikaanse en niet bij het onderzoek betrokken biochemicus in een bijgevoegde perspective. Vanadium is namelijk relatief zeldzaam in de natuur. Waarschijnlijk zorgt de toevoeging van het zeldzame metaal ervoor dat mosselen een groter bereik aan mechanische krachten kunnen weerstaan, dan wanneer ze alleen ijzer gebruiken. Essentieel in een milieu waar constante golfslag en vogelpredatie aan de orde van de dag zijn.

 

De onderzoekers onthulden het mechanisme in de mosselvoet met een combinatie van visualisatietechnieken, variërend van röntgen- en fluorescentiemicroscopie tot zogeheten Ramanspectroscopie. Ze hopen dat hun ontdekking helpt bij de ontwikkeling van biologische hechtingsmaterialen die goed werken in vochtige milieus.