Door Aafke Kok - FOTO: IMAGESELECT - 03-10-2022 - Zoölogie

De donsspecht doet niet aan vocaal leren, maar heeft wel hersengebiedjes die voorbehouden zijn aan vocaal lerende vogels en actief worden tijdens geroffel.
Spechten gebruiken voor hun geroffel hersengebiedjes die verder alleen voorkomen bij vocaal lerende vogels en mensen.
Specifieke hersengebiedjes die zangvogels, papegaaien en kolibries in staat stellen tot vocaal leren, lijken ook bij spechten aanwezig. Dat terwijl spechten niet vocaal leren. In plaats daarvan gebruiken spechten de hersengebiedjes voor hun territorium-afbakenende geroffel (Plos Biology, 20 september). Aanvankelijk probeerden onderzoekers te bewijzen dat deze hersengebiedjes zijn voorbehouden aan vocaal lerende vogels. Daartoe zochten ze in breinen van allerlei vogels naar expressie van het gen parvalbumin; eerder toonde de groep van co-laatste auteur Erich Jarvis aan dat parvalbumin sterk tot expressie komt bij de zang-hersengebieden van vocaal lerende vogels (Plos One, 2012). Van woestijnbuizerds en rode flamingo’s tot humboldtpinguïns en tamme eenden: geen van de onderzochte vogels had zo’n specifiek breingebied met verhoogde parvalbumin-expressie. Behalve de donsspecht (Dryobates pubescens) dan. Voor zover bekend doet de donsspecht echter niet aan vocaal leren. Wel aan roffelen. En hoewel op het eerste gezicht vrij verschillend, lijken de liedjes van zangvogels en drumsolo’s van spechten best op elkaar. Beide vereisen snelle, complexe bewegingen, die vogels onder meer inzetten ter verdediging van hun territorium.
Dat de ‘zang’-gebiedjes bij spechten inderdaad actief zijn als ze roffelen, blijkt als onderzoekers territoriaal geroffel uitlokken en vervolgens kijken welke breingebieden recent actief waren. Als de vogels niet roffelden maar bijvoorbeeld vlogen of vocaliseerden, waren deze hersengebiedjes niet actief. Overigens komen de gebiedjes met verhoogde parvalbumin -expressie zowel bij mannetjes-als vrouwtjesspechten voor – beide roffelen –, en ook bij andere spechtensoorten als Leuconotopicus villosus en Melanerpes carolinus .
Expressie
‘Een heel leuke bevinding’, vindt Sanne Moorman van de Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen. ‘Ik denk dat de onderzoekers wel even van hun stoel vielen toen ze zagen dat niet-zang lerende vogels toch deze zanggebieden hebben. Een beetje voorzichtigheid is overigens geboden; dat doen de onderzoekers zelf ook. Die gebiedjes lijken bij spechten en vocaal lerende vogels ongeveer op dezelfde plek in het brein te zitten en hebben een hoge expressie van parvalbumin , maar of ze helemaal hetzelfde zijn heeft men hier nog niet aangetoond. Daarom geven de onderzoekers deze gebiedjes bij spechten nog wel een andere naam dan bij zangvogels.’
Stamboom
Het onderzoek zet Moorman ook aan het denken: ‘Wat is nu de meest aannemelijke hypothese over de evolutie van vocaal leren? Vocaal leren zien we bij zangvogels, papegaaien en kolibries. Daar zitten soorten tussen in de evolutionaire stamboom die niet vocaal leren. De simpelste verklaring is dan dat vocaal leren en de hersengebieden daarvoor meerdere keren zijn ontstaan in de evolutie. Nu is de vraag echter: zijn spechten dan de vierde groep waarbij die ‘zang’-gebiedjes zijn geëvolueerd? Of waren dit soort hersengebieden aanwezig bij de gemeenschappelijke voorouder, maar is het meerdere keren verdwenen? Of is er sprake van een gemeenschappelijke basis waaruit meerdere keren een specialisatie is ontstaan? Net als de onderzoekers zelf ben ik daarnaast heel benieuwd of het roffelen bij spechten net als vocalisaties bij zangvogels ook gedrag is dat ze alleen ontwikkelen als ze dit kunnen nadoen van soortgenoten.’