De bonte piet of scholekster, volgend jaar weer Vogel van het Jaar 2023. Foto: ImageSelect

 

Zijn tepiet tepiet-roep klinkt vrolijk, maar het gaat niet goed met de scholekster. Bij de totstandkoming van zijn naam ging ook niet alles even soepel.

 

Kwelders die met nesten en al overstromen, toeristen die de rust verstoren en een door de Japanse oester weggeconcurreerd voedselaanbod: het leven valt niet mee voor de scholekster (Haematopus ostralegus). Het aantal scholeksters in Nederland neemt dan ook al jaren schrikbarend af. Voor Sovon en Vogelbescherming Nederland de reden om het Jaar van de scholekster in het leven te roepen – in 2008.

 

Vijftien jaar later gaat het echter nog steeds slecht met de scholekster. Ook 2023 zal dus het Jaar van de scholekster zijn, zo kondigen de vogelorganisaties 29 oktober aan op hun symposium over de scholekster.

 

De wetenschappelijke naam van de scholekster berust op verschillende misverstanden. Ostralegus betekent oesterverzamelaar – van het Latijnse ostreum , oester en legere , verzamelen. Gek, want de scholekster eet wel schelpdieren, maar geen oesters. Waarschijnlijk baseert Linnaeus zich met ostralegus op Mark Catesby’s Natural History of Carolina. Catesby ziet in Amerika een zwart-witte steltloper met oranje snavel die oesters eet, en noemt ‘m oyster catcher. Probleem: de vogel die Catesby beschrijft eet wel oesters, maar dit is dan ook Amerikaanse bonte scholekster, Haematopus palliatus. Catesby denkt zelf wel dat het om de gewone scholekster gaat; hij noemt ‘m namelijk ook Haematopus of Bellonius.

 

Bellonius is Pierre Belon, een Franse natuuronderzoeker die de scholekster in 1555 noemt in L’histoire de la Nature des Oyseaux. Hij probeert vermoedelijk de naam aan te houden die Plinius de Oudere gebruikt in de Naturalis historia uit eerste eeuw na Christus. Waarschijnlijk schreef Plinius echter himantopus – van ἱμαντόπους , vrij vertaald: langpoot – en bedoelde daar niet de scholekster maar steltkluut mee. De verbastering naar haematopus is overigens niet gek: het Oud-Griekse αἳμα, bloed en πους, poot past best bij de rood-roze kleur van scholeksterpoten. Linnaeus neemt de naam in elk geval over voor het genus. Op naar het jaar van de roodpotige oestervanger.