DOOR GERT VAN MAANEN - FOTO: HEATHER BROCCARD BELL - 10-03-2023 - Gedragsbiologie

Een werksterbij voert de kwispeldans uit om nestkastgenoten te 'vertellen' waar een voedselbron zich bevindt. Foto: Heather Broccard Bell
De kwispeldans van honingbijen heeft een sterk genetische component, maar kan niet zonder sociaal leren, blijkt uit experimenteel onderzoek.
Het staat in veel tekstboeken nog als voorbeeld van aangeboren gedrag. De beroemde kwispeldans, waarmee honingbijen hun nestgenoten vertellen waar een voedselbron zich bevindt, komt echter tot stand door sociaal leren. Jonge bijen die geen instructie van ervaren bijen ontvangen, produceren ongeordende dansen en blijven consistent fouten maken, concluderen Chinese bijenonderzoekers 10 maart in Science. ‘Wij laten zien dat correct kwispeldansen sociaal leren vereist’, schrijven onderzoeksleider Ken Tan van de Xishuangbanna botanische tuin in Kunming en zijn collega’s. ‘Sociaal leren vormt de signaaloverdracht bij honingbijen net zoals dat geldt voor communicatie bij menselijke baby’s, vogels en een veelheid aan andere gewervelde soorten.’ Dat insecten sociaal leren is al langer bekend. Zo passen hommels hun foerageergedrag aan door soortgenoten te observeren en hun gedrag te kopiëren of te vermijden. Het is echter nog niet eerder vastgesteld of jonge bijen hun kwispeldansen ook kwalitatief kunnen verbeteren of dat deze dans volledig genetisch voorgeprogrammeerd is.
Bij deze dansen maken werksters van honingbijen in een bijenkorf reeksen van achtvormige lussen terwijl ze wiebelen met hun buik. Uit de lengte en hoek van deze dans leiden nestgenoten de afstand en richting af waarop een voedselbron zich bevindt. De dans is voor het eerst beschreven door de Oostenrijkse etholoog Karl von Frisch, die hiervoor in 1973 – samen met de Duitse Konrad Lorentz en de Nederlandse Nico Tinbergen – een Nobelprijs kreeg.
Ken Tan en zijn collega’s gebruikten voor hun experimenten kolonies van honingbijen die uitsluitend bestaan uit pas opgekomen, naïeve bijen. Die blijken, ondanks dat ze niet eerder aan bijendansen zijn blootgesteld, een week of twee na uitkomen spontaan de kwispeldans te vertonen. Dat bewijst dat de kwispeldansen een sterke genetische component bezitten. De onervaren bijen dansen echter met aanzienlijke fouten ten aanzien van de afstand en richting van de voedselbron. Naarmate ze meer ervaring opdoen verbetert de nauwkeurigheid in richting wel, maar de bijen blijven gedurende hun hele leven consistent de afstand in hun dansen overschatten. Terwijl dit niet geldt voor naïeve bijen in kolonies die dansen van oudere, ervaren bijen kunnen observeren voordat ze hun eigen dansen vertonen.
‘Sommige onderzoekers gaan er standaard vanuit dat instinct de voorouderlijke (of primitieve) staat is en dat leren geavanceerder is’, schrijven de Britse gedragsbiologen Lars Chittka en Natacha Rossi van de Queen Mary University of London en University of Sussex in een begeleidend perspective. ‘Deze studie draagt bij aan het groeiende bewijs dat complex gedrag zelden volledig aangeboren is.’