Compilatie portretten en foto's van en rond Hugo de Vries, waaronder het olieverfschilderij van Therese van Duyl-Schartze (1918), de tekening van Jan Veth (1896), een gipsprofiel van Eduard Jacobs (1921), de vereeuwiging met de bloeiende reuzenaronskelk (Amorphophallus) in Wageningen (1932), een college in Amsterdam en van zijn tijd in en rond de villa's De Boeckhorst en De Driest in in Lunteren. Bronnen: Erfgoedcollectie UvA, Hugo de Vries Fonds, Museum Lunteren en Wikipedia.



Wanneer ben je wereldberoemd? Het is niet makkelijk om dat objectief vast te stellen, maar media-aandacht is een aardige graadmeter. In dat opzicht is de plantkundige Hugo de Vries (1848-1935), waarvan we nu zijn 175ste verjaardag vieren, vast de beroemdste bioloog van Nederland. Alleen het gerucht in 1910 dat een Amerikaanse universiteit de ‘tweede Darwin’ en ‘grootste levende botanicus’ uit Amsterdam wilde wegkopen zorgde al voor een ware mediahype (zie pagina 8-9: ‘Beroemdste bioloog van Nederland’ en themanummer '150 jaar Hugo de Vries', Bionieuws, 28 februari 1998).

Over het belang van het werk van De Vries verscheen in 1906 een groot openingsartikel in Science en ook twee proefschriften, annex biografieën (KUN, 1969 en UvA, 2008). Hij ontving Darwin-, Swammerdam- en Linnaeusmedailles, kreeg drie koninklijke onderscheidingen (Ridder, Commandeur en Grootkruis) en Museum Darwinianum in Moskou – het oudste evolutiemuseum ter wereld – plaatste in 1929 een lelijk borstbeeld van hem. Het mooiste symbool van zijn roem is echter gewoon te vinden in de Plantage Parklaan in Amsterdam. Daar zit tegenover zijn woonhuis een keurig hekje in de omheining van de Hortus Botanicus om de beroemde botanicus door het ‘Poortje van Hugo’ snel toegang te verlenen tot zijn proeftuin.

De Vries vergaarde vooral roem met zijn onderzoek aan teunisbloemen en mutaties. Hij werd in 1930 nog genomineerd voor een Nobelprijs, waarbij de Zweedse archieven hem koppelen aan de ‘Universiteit van Lunteren’. Begrijpelijk, want in dat Veluwse boerendorpje deed hij nog bijna twintig jaar kruisingsproeven met teunisbloemen en ontving hij bewonderaars van heinde en verre (De Nieuwe Veluwe, 2019). Gelukkig bestaat er nog steeds een In Memoriam-fragment van het Polygoon-journaal waarin De Vries zelf in zijn Lunterse proeftuin vertelt over de grote teunisbloem (Oenothera lamarckiana). Uit eerbetoon is die, net als vijf artikelen uit het themanummer 150 jaar Hugo de Vries (Bionieuws, 1998), nu digitaal te vinden op onze website. Voor een fysieke botanische bedevaart blijft een bezoek aan zijn voormalige lab en woonhuis in Lunteren natuurlijk een must. Je kunt zelfs trouwen in zijn oude werkkamer. Ja, Hugo de Vries is nog echt wereldberoemd in Lunteren.


Gert van Maanen hoofdredacteur Bionieuws