De lederschildpad is het grootste reptiel dat hier af en toe als dwaalgast verschijnt. Een solistische kwalleneter met een eenzaam evolutionair verleden.

Een bezoek van een lederschildpad (Dermochelys coriacea) aan de lage landen is meestal geen succesverhaal. Begin oktober spoelde er op het strand van Zwin Natuur Park in Knokke nog zo’n ongelukkige badgast aan: een kadaver met een gewicht van 247 kilogram, 1,7 meter lengte en een spanwijdte van ruim 2 meter. Na autopsie meldt het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen op 9 oktober dat het vrouwtje aan een acuut trauma stierf. Drie jaar geleden dook nog een grotere uit koers geraakte lederschildpad op in de Oosterschelde, die de verkeerde afslag wist te overleven (NOS Journaal, 22 september 2020). Lederschildpadden zijn de grootste reptielen die Nederland als dwaalgast bezoeken: tussen 2000 en 2023 scoorde Ravon vijftien waarnemingen of strandingen, vooral bij de kust van Texel en Zeeland. Ze graven hun eieren ter grootte van een pingpongbal in op tropische stranden langs de Atlantische Oceaan en foerageren als volwassene solitair in de Arctische zone tussen Europa en Amerika. De favoriete prooidieren zijn kwallen, met name zeepaddenstoelen (Rhizostoma pulmo).

Mozaïek
Evolutionair gezien leidt de lederschildpad een eenzaam bestaan. Het is de enige nog levende vertegenwoordiger van een tak die zo’n 100 miljoen jaar geleden afsplitste van de andere zeeschildpadden (Cheloniidae), die over een schild met hoornige schubben beschikken met daaronder sterk gereduceerde beenplaten. De lederschildpad heeft een compleet ander beenpantser, dat bestaat uit een mozaïek van kleine botplaatjes met daaroverheen een leerachtige huid en daaronder een dikke vetlaag. Deze naakte reuzenschildpad is daarmee sterk aangepast aan leven op open zee en diepe duiken (Vertebrate Zoology, 2022). Ook de wetenschappelijke naam is terug te leiden op het uitzonderlijke rugschild: Dermochelys komt van het Griekse derma en chelys wat ‘huid’ en ‘schildpad’ betekent, terwijl coriacea afkomstig is van coriaceus, Latijn voor ‘leer’. Een reusachtige leerhuidige schildpad, die soms helaas compleet het spoor bijster is.