Amerikaanse houtsnippen (Scolopax minor) combineren broeden met migratie.

Hoewel de meeste vogels migratie en reproductie strikt gescheiden houden vanwege de hoge energiekosten, is dit niet het geval bij de Amerikaanse houtsnip.

Bij de Amerikaanse houtsnip overlapt het broedseizoen met hun migratie: tussen hun eerste en tweede leg migreren de Noord-Amerikaanse vogels gemiddeld 800 kilometer noordwaarts, gevolgd door kortere migratieroutes van ongeveer 200 kilometer tussen daaropvolgende legsels. Het is daarmee de eerste migrerende vogel waarbij een overlap tussen reproductie en migratie overtuigend is aangetoond, schrijven Amerikaanse biologen 17 april in Proceedings of the Royal Society B.

Naar schatting is er bij slechts 0,1 procent van migrerende vogels sprake van deze vorm van zogeheten iterent breeding of migratory double breeding. Reproductie en migratie kosten beide immers zoveel energie, dat de meeste vogels het strikt gescheiden houden. Tot nu toe werden slechts drie vogels serieus verdacht van het loslaten van deze scheiding: roodbekwevers (Quelea quelea), driekleurtroepialen (Agelaius tricolour) en zwarte zijdevliegenvangers (Phainopepla nitens) – direct bewijs ervoor ontbreekt.


VERDACHTE

Daarom volgen de biologen nu met gps tweehonderd vrouwtjes van een vierde verdachte: de Amerikaanse houtsnip (Scolopax minor), woonachtig in met name het oosten van de Verenigde Staten. Ruim 80 procent blijkt meer dan twee legsels te hebben, met een maximum van zes. De biologen bevestigen daarbij broedsels in verschillende regio’s die honderden kilometers van elkaar zijn verwijderd. Waarschijnlijk zijn de kosten voor reproductie en migratie voor deze houtsnippen relatief laag in vergelijking met andere in Arctisch gebied broedende kustvogels.