DOOR GERT VAN MAANEN - FOTO'S: IMAGESELECT & DAVEY DOR, UNSW - 11-10-2024 - Zoölogie
Voor soepschildpadjes over strand naar de zee racen, moeten ze zich eerst verticaal door een kolom zand wormen. Foto: ImageSelect.
Soepschildpadden doorkruisen alle wereldzeeën, maar blijken net uit het ei ook prima door zand te kunnen zwemmen.
Zeeschildpadden zijn prima aangepast aan het leven in zee, maar moeten als kersverse wereldburgers zichzelf wel eerst uitgraven om die te bereiken. Australische biologen hebben nu bij jonge soepschildpadjes (Chelonia mydas) gekeken hoe zij zich in hun eerste levensweek uit hun ondergrondse kraamkamer ontworstelen (Proceedings of the Royal Society B, 2 oktober). Een weinig bestudeerd graafgedrag, waarbij de schildpadjes zich 30 tot 80 centimeter verticaal door 4,5 liter zand wurmen. Liefst met minimaal energiegebruik omdat op het strand een energievretende en gevaarlijke race naar open water wacht.
Een net uit het ei gekropen schildpadje met versnellingslogger als rugzakje. Foto: Davey Dor, University of New South Wales
Voor dit onderzoek zijn in een nestelplaats op Heron Island bij het Groot Barrièrerif tien net uit het ei gekropen soepschildpadjes uitgegraven, van versnellingsloggers voorzien en herbegraven. De jonkies vertonen steeds korte periodes van activiteit en kruipen niet met de verwachte afwisselend links-rechts-zwaaiende bewegingen van hun ledematen door het zand, maar ‘zwemmen’ hier al deinend met rug-buikbewegingen doorheen. Op het strandoppervlak aangekomen roeien de schildpadjes met hun relatief grote flippertjes zo snel mogelijk naar zee. Soepschildpadden nestelen langs de kusten van de Atlantische en Stille Oceaan en migreren naar (sub)tropische kustwateren van zo’n 140 landen tussen de 30 graden Noorder- en Zuiderbreedte. Ze leven als volwassenen vooral van zeegras en algen en zijn met een gewicht tot 300 kilogram de grootste zeeschildpadden met een hoornpantser.
NAT
De naam groene zee- of soepschildpad dankt de bedreigde soort aan het groene vet rond de organen, maar als het goed is worden ze al zo’n vijftig jaar niet meer gevangen om daar soep van te trekken. De wetenschappelijke naam Chelonia mydas betekent letterlijk ‘natte schildpad’, waarbij de genusnaam uit het Oud-Grieks is afgeleid van chelōnē, ‘schildpad’, en de soortstoevoeging mydas van mudos, ‘nattigheid’. De soepschildpad zwemt inderdaad het liefste nat, maar ontkomt als baby niet aan een potje droogzwemmen.